| Aantekeningen |
- Bj de 1e foto:
Rijnkade met 'voortuintjes' ca. 1900
Bij de 2e foto:
Rijnkade ca. 1950. Het dubbele, hoge pand is nr. 5 met daarachter Van Mandersloostraat 11. De twee kleinere huizen rechts zijn nog niet afgebroken.
Uit De Viergang nr. 109:
Rijnkade nr. 5 en Van Mandersloostraat nr. 11:
Hendrik Herderschei en Pieter Veldkamp, kooplieden uit Amsterdam, kochten op 6 oktober 1801 voor 2.650 gulden het hele complex uit de failliete boedel van Johannes Leijendecker: 'Een capitaal huis en erve zijnde een apothecqars winkel, uijtgezondert den apotbeecq met desselve furnituren, kruidkasten en alle hetgeen tot dezelve behoord en voor zoverre het zelve aard en nagel, vast in het huis word bevonden, dat zulks door de verkoopers ten minsten schaaden van het huis kunnen en mogen worden uitgebroken, zijnde het huis voorsien van drie royaale beneeden kamers, ruijme keuken, 2 kelders, 4 bovenkamers, een ruijme zolder behalve nog een knegt en meijde kamer en verdere gemakken staande ende geleegen aan de Lage Zijde van den Rbijn onder Aarlanderveen op eene zeer aangenaame stand aan de oever den Rhijn en aan de Heerenweg strekkende van de Heerestraat tot agter aan den Rhijn belend ten zuiden met zijn steeg Aaltje van Brink en noorde de weduwe Cornelis Rok (Marrigje Stoffels), hier op cohier geteekend No349."
De apotheekinrichting werd dus buiten de verkoop gehouden. De eigenaren verhuurden de apothekerswinkel aan apotheker Paulus Bogaars (Boogaars, Boogaarts, Bogaarts, geboren in 1754). In 1800 woonde deze nog aan de Hooigracht in Leiden. Waarschijnlijk heeft Hendrick Frans Leijendekker, die ook in Leiden woonde, voor de nieuwe Amsterdamse eigenaren bemiddeld bij de huurovereenkomst en de apotheekinrichting aan Bogaars verkocht. Op 16 april 1806 verkochten Herderschei en Veltkamp het perceel aan Pieter Goor, geboren in 1780 en wonende te Alphen. De prijs was 3.000 gulden. Volgens de akte huurde P. Bogaars de apotheek tot 1 mei 1807 voor 225 gulden. Voor de aankoop van het Koopmanshuis met toebehoren in 1806 had Pieter Goor, bode van Alphen, 2.000 gulden geleend bij Hannis de Vogel. Een hypotheek met een aflossingstermijn van vier jaar. Dat bleek een te grote sprong. Hannis kreeg in 1810 van de schout het recht het huis publiek te verkopen. Er werd een veiling georganiseerd.
De publieke verkoping vond plaats op 9 februari 1810. Ten huize van Dirk Verhoef, kastelein in 'De Vergulde Wagen', kocht Johannis (Jan) van Harmelen (1779-1817) het huis van Pieter Goor voor de prijs van 2.601 gulden. Jan van Harmelen was een telg uit een Rotterdams molenaarsgeslacht. Hij was in 1801 getrouwd met Johanna van Eijbergen. De beschrijving op de verkoping was bijna lyrisch: 'Een extra welgesitueerd en weldoortimmerd capitaal dubbel huis en erf in 't best van het bestraatte gedeelte van de Lage zijde van Aarlanderveen, tegens over Alphen, staande en gelegen, waarin de kruideniersaffaire alsnog met goed succes wordt geëxerceerd, hetzelve overigens tot allerlei soort van winkelneeringen zeer geschikt zijnde, voorzien van vier beneeden en drie bovenkamers, winkelhuis, kantoortje, hetzelve overigens tot allerlei soort van winkelneeringen zeer geschikt en mangelkamer en twee domestiekenkamertjens (dienstbodenkamers), voorts van eene wel-ingerigte keuken, een kleinere dito of waschhuis, regenwaterpomp, twee kelders, ruime zolders, verdere comoditeiten en apartementen tot berging van turf en hout in de verponding aangeslagen tot f. 35,10 gulden geteekend met No 283 belast met een Raaphorst pagt (grondrente) van 6% stuivers jaarlijks, strekkende van de Heerestraat tot aan de Rijn, belend ten zuiden Dirk Hogervorst en ten noorden Cornelis Rok.'
De verkoper kwam met een verhaal over de kruideniersaffaire. Vreemd, want het kruideniersbedrijf werd door de buren uitgeoefend. Er lijkt nooit een kruideniersbedrijf te zijn geweest op het adres Rijnkade nr. 5. Misschien werd er een aanverwant beroep uitgeoefend, bijvoorbeeld een winkel in thee, koffie en specerijen.
|
1754 - Ja, datum echter onbekend
(Leeftijd 64 jaar)
