Aantekeningen |
- Uit GroeneveldContact, nr. 65,
In het laatste kwart van de 19e eeuw heerste er in Nederland een landbouwcrisis. De Piershilse vlasboer Huig Groeneveld had vijf zoons, die geen van allen voor zichzelf een toekomst in de landbouw zagen. Drie daarvan vertrokken in de jaren negentig naar Zuid-Afrika, waar ze allen in dienst traden van de Nederlandsen Zuid-Afrikaansche Spoorweg Maatschappij (NZASM) in Transvaal.
Broer Klaas, op 20-11-1895 vertrokken naar Zuid-Afrika, kwam op 15-12-1895 in Kaapstad aan, was treincontroleur, en verwierf in 1896 het burgerschap. Na haar huwelijk (met de handschoen) in Nuenen vertrok zijn echtgenote op 4-2-1898 met de boot via Londen naar haar nieuwe vaderland en werd daarbij vergezeld door haar zwager Johannis, die tegelijk emigreerde. Na afloop van de door Engeland gewonnen 2e Boerenoorlog in 1902 mocht Klaas als staatsburger daarom in het land blijven. Zijn beide broers Poulus en Johannis waren tijdens deze oorlog door de Engelsen uitgewezen en naar hun vaderland teruggekeerd.
Omdat Klaas niet voor de overwinnaar wilde werken, nam hij ontslag bij de NZASM en nam in januari 1903 een bestaand
pension over in Pretoria.
Met de Vrede van Vereeniging eindigde de Boerenoorlog en werd in 1910 de Unie van Zuid-Afrika gesticht. Dat was voor Johannis reden om in Nederland ontslag te nemen als ladingmeester bij de Staatsspoorwegen in Dordrecht en in november 1910 voorgoed naar Zuid-Afrika te vertrekken.
In 1911 opende Klaas Groeneveld in de Schoemanstraat in Pretoria het 30 kamers tellende Residentie Hotel, waar ook Johannis een werkkring vond totdat hij zich met de Suid Afrikaanse Boekwinkel in Pretoria vestigde als boekhandelaar en uitgever.
In 1924/25 werd het hotel verbouwd en uitgebreid tot 66 kamers, alle voorzien van stromend water en telefoon. Nadat Klaas in 1955 was overleden werd het hotel geleid door zijn weduwe Dirkje, samen met hun zoon Frederik. Omdat het hotel ouderwets dreigde te worden werd in 1957 begonnen aan een volgende verbouwing en uitbreiding met een nieuwe vleugel van acht verdiepingen, waarvan alle kamers een eigen badkamer kregen. De opening daarvan in maart 1959 mocht Dirkje helaas niet meer meemaken, daar zij in 1958 was overleden.
|