Aantekeningen |
- Bierbrouwerij La Belle Alliance
Categorie: bierbrouwerij
Groep : De Drie Hoefijzers
Gesloten: 1946
Lomstraat
Venlo
Provincie: Limburg
Brouwmeester: Edgard Wolters
Over de brouwerij
In 1800 sluit Dyonisius Mulder een contract met bierbrouwer Paulus Thijssen uit Maastricht. De twee komen overeen dat Thijssen hem de fijne kneepjes van het brouwersvak zal bijbrengen. In 1840 koopt zoon Everard Mulder de brouwerij en mouterij bij een boedelscheiding. De aankoopsom voor de brouwerij en inventaris en bijbehorend woonhuis bedraagt fl.8125,00 en is gelegen aan de Lomstraat 24. De brouwerij is voor de helft van hem en de andere helft is voor zijn compagnons Rudolf Courbois uit Nijmegen Johan Blom uit Venlo.
In 1858 trouwt Ferdinand de Volder met Anna Wolters. De Volder brengt bij dit huwelijk de brouwerij in, maar hij overlijdt in 1865 en zijn zwager, Louis Anton Wolters, gaat zijn zus meehelpen om de brouwerij draaiende te houden. Zo ontstaat bierbrouwerij en ijsfabriek La Belle Alliance van firma L.A. Wolters in Venlo. In 1871 laat Louis Wolters een stoommachine plaatsen om de waterpomp en moutmolen aan te drijven. Zo wordt de naam veranderd in stoombierbrouwerij en ijsfabriek. Na de dood van Louis Wolters in 1906 nemen de twee zoons, Jules en Felix, de brouwerij over, geholpen door hun moeder Josephine. De hop werd via agenturen uit Tsjecho-Slowakije ingevoerd. Het meest verkochte bier was het pilsener. Naast pilsener was er licht en donker lager, dortmunder, speciaal, munchener en bockbier. Het lagerbier was te koop als oud (bovengistend), vers (bovengistend) en half (lichtlager) om half (donkerbier). Het meest bekende bier is toch wel het oud bier ofwel "Venloosch Alt". Dit bier is volgens oud recept van Wolters, ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van Café De Gouden Tijger (gelegen schuin tegenover de oude brouwerij aan de Lomstraat in Venlo), opnieuw op de markt gebracht door Brouwerij De Leeuw. De 'moderne' versie onderging echter een smaakverandering. Het bier was te koop op fust en in beugelflessen van een kwart en een halve liter in lage bierkratjes. De flessen waren niet voorzien van etiketten, maar geëtst met de tekst Wolters Bieren. Verder hadden ze ook limonades en mineraalwater in kroonkurkflessen onder de naam "Hacker Sprudel". Het mineraalwater was vernoemd naar een huisvriend van Jules Wolters, de Oostenrijkse kunstschilder Hacker. Op het etiket stond zelfs de tekst "herzlich empfohlen".
Er was een speciale fustenkar met drie fusten van ieder 100 liter, die al rollend en trekkend door de straten van Venlo werd vervoerd naar bottelarij Zaeyen & van Drumpt in de Peperstraat, waar ook het fris werd gebotteld. Deze bottelarij maakte ook zelf limonade gazeuse.
In 1937 koopt Felix Wolters zijn broer Jules uit de onderneming. De zoon van Felix, Edgard, gaar meehelpen in de brouwerij en hij onderhield de stoommachine. Er waren ongeveer 10 werknemers waaronder een stokermachinist, boekhouder, brouwmeester en twee chauffeurs voor de brouwerijwagens. In hoogtijdagen werd er 20.000 hectoliter gebrouwen. Het werd getapt in talloze café's in en buiten Venlo. De kasteleins betaalden f23,00 voor een fustje pilsener van 100 liter. In de twintiger jaren werd brouwerij l'Aurore in Maasbree, Brouwerij Bos in Grubbenvorst, Brouwerij het Anker in Neer en Brouwerij het Hert in Well door Wolters overgenomen en werden agentschap van Wolters Bier. Verder werd ook Drankhandel van Hulsman in Venray overgenomen. Zij maakten namelijk ook strohulzen om de flessen in te verpakken.
In de oorlogsjaren werden de fusten vanwege gebrek aan goed hout gemaakt van sperholz ofwel triplex. Dit tot grote ergernis van de knechten omdat bij het rollen de fusten splinterig werden. Op 5 november 1944 gaat de brouwerij ten onder bij een hevig bombardement op Venlo door de Engelsen. Van de brouwerij bleef niets over. Alleen de lagerkelders waren nog intact.
Na de Tweede Wereldoorlog mocht er in de binnestad geen industrie meer zijn en kon de brouwerij niet meer herbouwd worden. De familie Wolters kreeg toen van de gemeente een stuk grond toegewezen aan de Langstraat/Kerkhofweg in Venlo Zuid. De koop is toen niet doorgegaan. De grond is toen verkocht aan Frans Maas. De lagertanks zijn na de oorlog verkocht aan onder andere De Vriendenkring in Arcen. Verder zijn de aluminium gistkuipen uit de gistkelder verkocht aan Brouwerij Barbarossa in Groningen. De gistkuipen konden niet in hun geheel vervoerd worden en werden daarom doormidden gesneden en later in Groningen weer in elkaar gezet.
In 1946 werd de brouwerij overgenomen door De Drie Hoefijzers en werd het een depot (De Drie Hoefijzers had in Venray ook een depot, namelijk de oude Brouwerij De Keizer). Net na de oorlog was de spoorbrug in Venlo nog niet herbouwd en moest Edgard Wolters de voorraden uit Breda ophalen bij het station in Deurne. De Drie Hoefijzers hadden hun eigen goederenwagons waarmee ze hun depots bevoorraadden. Edgard Wolters leverde vanuit zijn depot de oude klanten tot in de zestiger jaren met Drie Hoefijzers Bier en Trofee limonade. In Arcen werd toen niet meer gebrouwen en hier werd een groot distributiecentrum van De Drie Hoefijzers en tevens groothandel in bier en frisdranken de Citadel gevestigd. Edgard Wolters bleef zijn kantoor aanhouden en ging zich bezig houden met advies aan brouwerijen en onroerend goed. De opslagplaatsen heeft hij verhuurd.
Wolters heeft na de oorlog een reclameplaat en een houten fust uit de puinhopen weten te redden. De gevelsteen van de brouwerij werd in de gevel van een bluescafé aan de Maaskade in Venlo gemetseld. Het pand waarin de brouwerij gevestigd was bestaat nog steeds en doet thans dienst als woonhuis.
|