Jan Sweelinck

Mannelijk 1562 - 1621  (59 jaar)


Persoonlijke informatie    |    Media    |    Alles

  • Naam Jan Sweelinck 
    Roepnaam Jan Pieterszoon 
    Geboorte mei 1562  Deventer Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Geslacht Mannelijk 
    Beroep componist 
    Beroep organist 
    Verblijfplaats Adres:
    Koestraat
    Amsterdam 
    • op het terrein van een voormalig klooster.
    Recordnummer 153971 
    Overlijden 16 okt 1621  Amsterdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    • Begravn in de Oude Kerk in Amsterdam.
    Aantekeningen 
    • Jan Pieterszoon Sweelinck (ook Swelingh, Swelinck e.a.) (Deventer, [?] mei 1562 - Amsterdam, 16 oktober 1621) was een Nederlands componist, organist, klavecinist, muziekpedagoog, muziekorganisator en ensembleleider. Hij geldt als de belangrijkste (Noord)Nederlandse componist van de Vroegmoderne Tijd, in de overgang van renaissance- naar barokmuziek.

      Jeugd
      Jan Pieterszoon Sweelinck was de oudste van vier kinderen van Peter (Pieter) Swibberts en Else (Elsgen) Sweelinck, dochter van de Deventer stadschirurgijn Mr. Johan (Jan) Hendrickszoon Sweelinck en Marie (Merrie) Snoick. De kinderen - naast Jan Pieterszoon waren dit de latere schilder Gerrit Pieterszoon en de dochters Marie en Tryntgen - hanteerden de naam van hun moeder als achternaam. Dit was niet alleen vanwege de vooraanstaande positie van haar familie in Hanzestad Deventer, maar nog meer vanwege het bastaardschap van Sweelincks vader, die zoon was van de rooms-katholieke priester Swibbert van Keyserswerth en zijn concubine Wibbe Moring. Geestelijken die hun celibaatsgelofte verbraken waren ook in de 16de eeuw een veelvoorkomend verschijnsel, waartegen zich felle protesten keerden. De maatschappelijke positie van kinderen van priesters was in die tijd, met name in stedelijke centra, laag.

      Swibbert van Keizersweerd was afkomstig uit het toentertijd Nederlandssprekende Rijnland in westelijk Duitsland. Hij was muzikaal begaafd en werd organist van de abdij van Keyserwerth (thans Kaiserswerth, sinds 1929 onderdeel van de gemeente Düsseldorf). Hij werd er tot priester gewijd. Op enig moment verhuisde hij naar Deventer, waar hij organist en, als kannunik, vicaris werd van het Sint Paulusaltaar in de plaatselijke bisschopskerk, de Sint Lebuïnuskathedraal, tegenwoordig de Grote of Lebuïnuskerk. Het is in deze tijd dat hij een 'onwettig' gezin stichtte met uiteindelijk zeven kinderen. Hieronder zijn zoon Pieter, die zijn opvolger zou worden als organist van de Sint Lebuïnuskerk, en zijn zoon Gerrit, die evenals hij vicaris werd in de Deventer bisschopskerk, leider van het kathedrale koor aldaar en voor of in 1574 als organist geregistreerd staat. In Sweelincks directe voorgeslacht komen drie organisten voor: zijn vader, oom en grootvader.

      In 1564 verhuisde Peter Swibberts met zijn vrouw en eerste kind Jan naar Amsterdam, waar hij organist werd van de de Oude of Sint Nicolaaskerk. Van Sweelincks vader, oom en grootvader zijn geen composities overgeleverd.

      Over de jeugd van Jan Pieterszoon Sweelinck valt slechts weinig met absolute zekerheid te zeggen.

      Leerjaren
      Sweelinck leerde het klavierspel op orgel en klavecimbel vermoedelijk van zijn vader Pieter, die tot aan zijn dood in 1573 organist was van de Oude Kerk. Pieter Swibbertszoon werd opgevolgd door Cornelis Boskoop. Aangenomen wordt dat Boskoop, in aansluiting op de dood van Pieter Swibbertszoon, de muzikale vorming van Jan Pieterszoon heeft voortgezet. In ieder geval is gedocumenteerd dat Sweelinck vanaf 1580 'voor vast' aan de Oude Kerk is verbonden (documenten uit de tijd daarvoor zijn verloren gegaan). Uit een latere uitlating van zijn vriend Cornelis Plemp valt echter op te maken dat Sweelinck al in 1577, op 15-jarige leeftijd, als vaste organist aan de Oude Kerk werkzaam was.

      Na de dood van zijn vader heeft Sweelinck vermoedelijk ook les gehad van Jan Willemszoon Lossy (ca. 1545-1629), stadsspeelman van Haarlem. Mogelijk kreeg hij ook les van de organisten van de Grote of Sint Bavokerk aldaar, Claas Albrechtszoon van Wieringen en Floris van Adrichem, die dagelijks het toenmalige hoofdorgel in de koorruimte van die kerk bespeelden.
      Venetiaanse invloed

      Het is onbekend bij wie Sweelinck zijn enorme vaardigheid in het componeren van met name zijn ensemblemuziek heeft ontwikkeld. Het hoge niveau van deze composities - waaronder meerstemmige toonzettingen van het gehele Geneefse psalter en van katholieke liturgische teksten en gezangen - kan niet terug te voeren zijn op uitsluitend zelfstudie.[bron?]

      In dit verband kan zeker waarde worden gehecht aan de mededeling van de 18e-eeuwse Duitse musicograaf Johann Mattheson, dat Sweelinck in Venetië bij Gioseffo Zarlino gestudeerd heeft. Tegenwoordig zijn er onderzoekers[bron?] die menen dat dit op een misverstand berust. Sweelinck was in ieder geval zeer goed bekend met Zarlino's leerboeken over muziek. Sweelincks tractaat met compositieregels, dat door verschillende Duitse leerlingen werd gekopieerd en waarop zij en later hun leerlingen voortborduurden, blijkt gebaseerd op de derde druk van Zarlino's beroemde en wijd en zijd in Europa verspreide muziek- en compositieleer Istitutioni harmoniche. Sweelinck hoeft dan ook niet in Italië te zijn geweest: hij kan in Nederland met Zarlino's schoolmakende muziektractaat in aanraking zijn gekomen.

      Het zou niet uitzonderlijk zijn geweest als hij op jonge leeftijd (tussen zijn 11de en 15de levensjaar) voor studiedoeleinden in Venetië kan zijn geweest. Van andere belangrijke 16e-eeuwse musici zoals Elias Nicolaus Ammerbach en John Bull weten wij dat zij op jonge leeftijd op studiereis gingen naar verre oorden, in hun geval naar Venetië en Spanje. Bovendien weten wij uit het beroemde Schilder-Boeck uit 1604 van Carel van Mander dat Sweelincks jongere broer, de kunstschilder Gerrit Pieterszoon (1566-1612), voor studie in Italië is geweest zoals zo veel Noord- (en Zuid-)Nederlandse kunstschilders dat in die tijd deden. Het valt niet uit te sluiten dat Gerrit dit dan in het gezelschap van zijn oudere broer Jan heeft gedaan. De Italiaanse studiereis van de jonge Sweelincks kan zijn georganiseerd (en bekostigd) door Italiaanse kooplieden uit Amsterdam, relaties van hun overleden vader. Tussen de handelssteden Amsterdam en Venetië bestonden intensieve contacten in de gehele 16de, 17de en de vroege 18de eeuw.

      Een andere aanwijzing van Sweelincks pedagogische betrekkingen met Venetië - in persoon of door analyse van composities die in deze stad ontstaan zijn - is te vinden in zijn klavieroeuvre. Zijn toccata's en fantasia's zijn in stilistisch opzicht nauw verwant met klaviercomposities van Andrea Gabrieli, de organist van de San Marco.

      Huwelijk
      In 1590 trouwde Sweelinck met Claesgen Puyner (?? - 2 januari 1637), dochter van een koopman uit Medemblik. Zij kregen zes kinderen: Dirk (1591-1652), Pieter (1593 - 1670), Dyeuwer (1596-1597), Ysbrandt (ca. 1600 - 1662), Jan (circa 1602 - 1662) en Elsge (1602-1664). Het echtpaar woonde in de Koestraat, op het terrein van een voormalig klooster.

      Reputatie
      Sweelincks reputatie in Amsterdam was zeer groot. Hij had de bijnaam de Amsterdamse Orpheus en verkeerde onder rijke en ontwikkelde kooplieden in Amsterdam en in de Muiderkring.

      Doordat tal van jonge Duitse musici naar de Amsterdamse meester trokken oefende Sweelinck grote invloed uit op de ontwikkeling van de orgel- en klavecimbelmuziek, met name in noordelijk Duitsland. Zijn invloed zou zelfs reiken tot aan de jonge Johann Sebastian Bach, die in de orgelmeesters Johann Adam Reincken uit Hamburg en in Dieterich Buxtehude uit Lübeck - zelf leerlingen van Sweelincks oud-leerling Heinrich Scheidemann - inspirerende voorbeeldfiguren vond.

      Sweelincks reputatie had ook betrekking op zijn expertise op het gebied van orgelbouw. In de loop van zijn leven werd hij meermalen aangezocht om te adviseren bij en keuringen te verrichten van nieuwe of gerestaureerde orgels. De plaatsen die hij hiervoor aandeed waren: Enkhuizen, Haarlem (1594), Deventer (1595, 1616), Middelburg (1603), Nijmegen (1605), Harderwijk (1608), Rotterdam (1610), Delft, Dordrecht (1610) en Rhenen (1616).

      Van Sweelincks reputatie getuigde in de 18e eeuw het biografische muziekwoordenboek Grundlage einer Ehren-pforte (1740) van Johann Mattheson. Daarin valt in de hoofdstukken over Sweelincks leerlingen Jacob Praetorius II (hier Schulz geheten) en Heinrich Scheidemann te lezen (hier in vertaling):

      Toen hij (d.i. Jacob Praetorius II) vernam dat in Amsterdam een voortreffelijke organist was, verlangde hij om daar naartoe te reizen en door hem te worden onderwezen. De kerkraad van de Sankt Jacobikirche (in Hamburg) moedigde hem daartoe aan en beloofde de helft van de kosten te zullen dragen. Het was de beroemde Jan Pieterszoon Sweelinck bij wie hij in de leer ging en die hem onder andere een geheel eigen manier van vingerzettingen leerde die toen heel ongebruikelijk was maar zeer goed. Schulz nam Sweelincks gebruiken en houding over die bijzonder aangenaam en achtenswaardig waren. Zo speelde hij zonder het lichaam veel te bewegen waardoor het leek alsof het moeiteloos gebeurde. Zijn natuurlijke wezen - ernstig, ordentelijk en bescheiden - was hem daarbij zeer behulpzaam. Het was niet alleen een lust om hem te horen, maar ook om hem te zien wanneer hij aan het orgel zat. Hans Scheidemann, de wakkere organist van de Sankt Catharinenkirche (in Hamburg), stuurde in dezelfde tijd zijn zoon Heinrich naar Holland. Zo kwamen de twee jonge, ambitieuze Hamburgers samen in Sweelincks school. Zij studeerden om het hardst, wat de meester zeer verheugde.

      Improvisator en pedagoog
      Sweelinck moet niet alleen een voortreffelijk componist zijn geweest: over zijn talenten als briljant improvisator aan het klavecimbel en op het orgel werd bij zijn leven reeds hoog opgegeven. Ook ging een sterke roep van hem uit als muziekpedagoog. Vooral uit noordelijk Duitsland stroomden leerlingen naar Amsterdam toe om bij Sweelinck het orgelspel en compositie te leren. Dit gebeurde tijdens het Twaalfjarige Bestand (1609-1621) tijdens de Tachtigjarige Oorlog. In die periode werd Sweelinck bezocht door belangrijke Engelse musici als Orlando Gibbons in voorjaar 1613. Voor laatstgenoemde was dit collegiale contact van grote betekenis: Gibbons wijzigde zijn componeren voor toetsinstrumenten sinds zijn bezoek aan Sweelinck in verregaande mate. Ook aan zijn 'neveninkomsten' als pedagoog dankte Sweelinck een comfortabel leven.

      Zijn belangrijkste leerling was de Duitser Samuel Scheidt. Andere leerlingen van Sweelinck waren onder meer:
      zijn zoon Dirck Janszoon Sweelinck, later zijn opvolger aan de Oude Kerk in Amsterdam
      de Deventer organist Lucas van Lenninck die de eerste leraar was van de eveneens in Deventer geboren Jan Adamszoon Reinken (in Duitsland: Johann Adam Reincken)
      de blinde Utrechtse Domorganist Gerrit Wijerszoon
      de eveneens blinde Pieter de Vooys uit Den Haag.
      Barend Andriessen uit Zwolle
      Jan Pieterszoon Rijnsburg, organist van de Sint Pieterskerk in Leiden
      Uit Duitsland onder andere
      Jacob Praetorius II
      Heinrich Scheidemann
      Gottfried Scheidt
      Samuel Scheidt
      Melchior Schildt
      Paul Siefert

      Doordat op enig moment alle organistenplaatsen van de grote stadskerken van Hamburg bezet werden door oud-leerlingen van Sweelinck kreeg de Amsterdamse musicus in Noord-Duitsland de erenaam Hamburgs organistenmaker.

      Het is aan deze groep hoogbegaafde jonge Duitse musici te danken dat een belangrijk deel van Sweelincks klaviercomposities - die in de kern als compositie- en improvisatievoorbeelden bedoeld waren - bewaard bleef: door middel van handgeschreven kopieën die zij van compositie-originelen van hun leraar zelf, respectievelijk van afschriften daarvan uit diens leerlingenkring vervaardigden. In Nederland zelf is vrijwel geen handschrift met klaviercomposities van Sweelinck (als autograaf of in kopie) bewaard gebleven.

      Godsdienstige overtuiging
      Hij werd katholiek geboren en opgevoed. Zijn vader stond als organist en kerkmusicus geheel in de katholieke traditie. Toen het Amsterdamse stadsbestuur in 1578 overging in protestantse handen, kon Sweelinck het orgel van de Oude Kerk niet meer bespelen tijdens de dienst en moest dit zoals gebruikelijk ervoor en erna.[1] Het is onduidelijk of hij ooit protestant is geworden. Sommige auteurs menen dat zijn Cantiones Sacrae het bewijs vormen van zijn blijvende katholieke sympathieën, evenals zijn verbondenheid met Vondel, die zich nadrukkelijk bekeerd had tot het katholicisme.

      Sweelinck is volgens sommige historici[bron?] altijd beroemd gebleven binnen de Nederduytsch Gereformeerde kerken vanwege zijn grote talent voor muziek. Kerkzang in de volkstaal was ook onder katholieken reeds langer gebruikelijk.[bron?] Zijn persoonlijke theologische opvattingen speelden daarbij een ondergeschikte rol.

      Levenseinde
      Naar men aanneemt was het een kortstondige ziekte die hem velde op 16 oktober 1621. Op 20 oktober werd hij, onder het gelui van de grote klok, begraven in de oostelijke kooromgang van 'zijn' Oude Kerk (grafplaatnummer 99). Men roemde hem als "den aldercloecksten ende constichsten Organist deser eeuwe" en "weerdigh een Prince der Musijcken genoemt te worden".

      Joost van den Vondel schreef het volgende grafschrift voor hem:

      Dits Sweelinck's sterfelyk deel, ten troost ons nagebleven
      't Ontsterfelyk hout de maet by Godt in 't eeuwig leven
      Daer streckt hy, meer dan hier omvatten ons gehoor
      Een goddlycke galm in aller Enghlen oor.

      Werken en invloed
      Sweelinck was als componist en als muziekpedagoog tot ver buiten de landsgrenzen bekend en beroemd. Reeds tijdens zijn leven verschenen vele van zijn vocale werken in druk en verspreidden zich over geheel Europa. Zo verschenen er in Berlijn zogeheten 'roofdrukken' in het Duits (in de zogeheten Lobwasser-vertaling) van Sweelincks meerstemmige zettingen van het Franstalige Geneefse psalter.

      Van alle reizen die Sweelinck gemaakt heeft, staat er slechts één naar het buitenland geregistreerd: zijn dienstreis naar Antwerpen in 1604, bekostigd door de stad Amsterdam, waar hij bij de klavecimbelbouwers Ruckers in opdracht van het Amsterdamse stadsbestuur een nieuw klavecimbel kocht. Alleen het beschilderde deksel van dit stadsklavecimbel bleef bewaard.

      De Engelse musici Peter Philips en John Bull, katholieken die naar de zuidelijke (of Oostenrijkse) Nederlanden waren gevlucht, zochten Sweelinck op in Amsterdam voor collegiaal contact. Philips deed dit in 1593 vanuit Brussel, John Bull ondernam veel later dezelfde reis met hetzelfde doel. Van laatstgenoemde is een fuga overgeleverd die op een thema van Sweelinck gebaseerd is. In het beroemde (handgeschreven) Fitzwilliam Virginal Book, dat rond 1600 werd samengesteld uit 297 composities voor het virginaal, blijken vier composities van Sweelinck te zijn opgenomen.

      Opmerkelijk genoeg zijn tijdens Sweelincks leven geen klavierwerken (orgel, klavecimbel) uitgegeven. Wel verzorgde zijn oud-leerling Samuel Scheidt de uitgave van een verzameling van driestemmige fantasieën, daarvan is tot nog toe geen enkel exemplaar in een bibliotheek of archief aangetroffen.

      Hoewel van Sweelinck bekend is dat hij veel meer muziek heeft geschreven, onder meer voor andere instrumentale en/of vocale bezetting, lijkt daarvan niets bewaard te zijn gebleven.
    Persoon-ID I153971  groeneveld
    Laatst gewijzigd op 28 mei 2013 

    Vader Peter   ovl. 8 jun 1573, Amsterdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Moeder Else Sweelinck,   geb. ca. 1530, Deventer Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 17 aug 1585, Amsterdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 55 jaar) 
    Huwelijk 1558  Deventer Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Gezins-ID F1369563468  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Claesgen Puyner,   geb. ca. 1565, Medemblik Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 2 jan 1637, Amsterdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 72 jaar) 
    Huwelijk mei 1590  Medemblik Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Type: civil 
    Kinderen 
     1. Dirk Sweelinck,   geb. 1591   ovl. 1652 (Leeftijd 61 jaar)
     2. Pieter Sweelinck,   ged. 13 feb 1593, Amsterdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 18 sep 1670, Amsterdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd ~ 77 jaar)
     3. Dyeuwer Sweelinck,   geb. 1596   ovl. 1597 (Leeftijd 1 year)
     4. Ysbrandt Sweelinck,   geb. ca. 1600   ovl. 1662 (Leeftijd 62 jaar)
     5. Jan Sweelinck,   geb. ca. 1602   ovl. 1662 (Leeftijd 60 jaar)
     6. Elsge Sweelinck,   geb. 1602   ovl. 1664 (Leeftijd 62 jaar)
    Gezins-ID F1369563467  Gezinsblad  |  Familiekaart