Aantekeningen |
- Van de website: www.groeneveld.pg1.nl (van Pieter Groeneveld):
Mijn opa en oma van vaders kant waren Piet Groeneveld en Jaan Zwanenburg, voor mij opa en oma Groeneveld. Piet was geboren in Zoetermeer en Jaan in Waddinxveen, maar ze had het altijd over Boskoop, waar ze was opgegroeid tussen andere boerenkinderen.
Pieters vader kwam ook uit Zoetermeer, maar zijn opa Cornelis (mijn bet-overgrootvader) was geboren in Noord-Waddinxveen. Mijn opa Pieter heeft zijn opa nooit gekend. Toen Pieter in 1909 werd geboren was Cornelis al overleden. Hij stierf in Zoetermeer in 1893, 58 jaar oud. Pieters moeder was Catharina Bastian, in 1876 geboren in Zegwaart (nu Zoetermeer.) Haar vader Pieter Bastian kwam uit Hof van Delft (nu Delft.) Rond het begin van de 20-ste eeuw had er een vrouw Bastian in de Dorpsstraat een snoepwinkel. In enkele boekjes met oude foto’s en ansichtkaarten van Zoetermeer staat een foto van vrouw Bastian voor haar snoepwinkeltje. Die vrouw Bastian was ongetwijfeld familie van mijn overgrootmoeder Catharina Bastian, maar ik moet nog eens uitzoeken wie het precies was die dat snoepwinkeltje had. Het schijnt bij de kinderen van Zoetermeer een bekend snoepwinkeltje geweest te zijn.
Mijn oma Adriana Zwanenburg groeide op in Boskoop. Haar vader werkte in een boomkwekerij. Ze vertelde altijd dat ze uit een boerengezin kwam en ook toen ze al langer in Den Haag woonde sprak ze nog soms een beetje een boers dialect (“Dat is van zijn” als ze “dat is van hem” bedoelde). Op 17 september 1930 trouwde ze met mijn opa en op 18 september verhuisde het paar naar Den Haag. De reden van de verhuizing was misschien een economische, mijn opa kon in Den Haag een melkwijk overnemen. Later werd hij koopman van groente en fruit en nog later bloemenkoopman. Hij heeft ook een groentezaak in de Van Miereveltstraat gehad. Het kan ook zijn dat het stel het dorp ontvluchtte omdat mijn oma toen zij trouwde al zwanger was van mijn vader. Hij werd drie maanden na hun huwelijk geboren.
Mijn opa was een goede koopman en verdiende goed. Dat moest ook wel, want mijn oma gaf met gulle hand aan alle kinderen en kleinkinderen. En ook moest er regelmatig een nieuwe inrichting of een ander bankstel komen of moest er worden verhuisd. Toen mijn opa een bloemenstal bij begraafplaats Oud Eik en Duinen had, verkocht hij dezelfde kransen als “graftak” en als “kerststuk”, al naar gelang de behoefte van de klant. Er moest eerst wel even geïnventariseerd worden wat de klant nodig had. Als het woord “graftak” eenmaal was gevallen wilde niemand het ding nog thuis aan de muur of op tafel hebben.
Later hadden mijn opa en oma een bloemenkiosk op de hoek van de Loevesteinlaan en de Melis Stokelaan. Bloemenkiosk “De Groene Zwaan” bestaat nog steeds en heet nog hetzelfde. De naam kwam van de achternamen van mijn oma en opa af. Na de dood van mijn opa heeft mijn ome Kees er nog een tijd in gestaan, maar die is inmiddels ook overleden. Ik weet niet wie nu de eigenaar is. Als jongen van een jaar of vijftien verdiende ik wat bij met het verkopen van bloemen op zaterdagen in de kiosk van mijn opa. Voor de kerstperiode kwam de hele familie bij mijn opa en oma in de kelder kerststukjes maken. Geen artistieke hoogstandjes, het ging om de handel.
Mijn opa ging voor kwaliteit en gooide zijn handel liever weg dan dat hij oude troep verkocht. Hij begreep dat hij zijn klanten dan zou verliezen. Hij gaf ook geen korting. Hij bedacht een goede eerlijke prijs voor zijn spullen en dat was het. Graag of niet. Toen een klant een keer bleef aandringen op korting werd hij zo boos dat hij de bos bloemen waar het om ging op de rand van zijn bakfiets kapotsloeg en tegen die klant zei: “Zoals ze nu zijn mag je ze voor die prijs meenemen”. Mijn vader was precies hetzelfde en ook ik heb veel aan opa’s lessen over het leveren van kwaliteit en korting geven gehad toen ik later mijn eigen bedrijf had.
|