Aantekeningen |
- Bij de scans:
Signalementskaart Veenhuizen (4 blz.) opgemaakt op 07-09-1896.
Uit GroeneveldContact, nr. 54, december 2006:
Een duik in de geïndexeerde en dus goed toegankelijke archieven van de Arrondissementsrechtbank van Haarlem levert dikwijls stof op voor een stukje in ons blad. Ditmaal de tragiek van een naamgenoot in de 19e eeuw die het niet meer zag zitten. Het overkwam Arie Cornelis Groeneveld, geb. Rotterdam 14 juni 1862, laatstelijk timmerman, dat hij op 19 juli 1885 in Haarlem werd opgepakt - en nu volgen wij het proces-verbaal - hij in de laten avond om half elf op den Dreef zich heeft bevonden, rondzwervend, zonder vaste woonplaats, zonder geld of middel van bestaan, en terwijl hij niet gewoon is een ambacht of beroep uit te oefenen. Hij heeft bekend dat hij sedert mei laatstleden rondzwervende is en zonder ambacht uit te oefenen; dat hij bij zijn arrestatie geen geld meer bezat, in hoogst haveloze toestand werd aangetroffen. Dat hij op diens mededeling dat hij van bedelen leefde en geen raad meer wist, is gearresteerd, en bij visitatie geen geld op de beklaagde is gevonden.
Het Openbaar Ministerie hanteerde een lik-op-stuk beleid, want reeds op 28 juli 1885 werd het vonnis uitgesproken: Wegens landlooperij (artikelen 269, 270 n 271 van de Code Penal - nu het Wetboek van Strafrecht, Red.) werd Arie veroordeeld tot 3 maande cellulaire gevangenisstraf én in de kosten van het geding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang.
|