Aantekeningen |
- Haags Gemeentearchief:
Geregistreerde:
Nicolaas Laurence Adam
Geboortedatum:
donderdag 28 september 1911
Gebeurtenis:
Registratie
Datum:
1939
Plaats instelling:
Den Haag
Collectiegebied:
Zuid-Holland
Archief:
Bevolkingsregister Den Haag
Pagina:
10007037
Registratiedatum:
1913
Akteplaats:
's-Gravenhage
Na aankomst uit Nederlands Indie in 1924 kwam Nico te wonen aan de Noorder Stationsweg 1 in Bloemendaal bij zijn tant Diti en oom Jacques.
Schuin tegenover het huis aan de N Stationsweg 1 lag nr. 8 waar het gezin van ir. A. Groenevelt woonde. Zo leerde
Nico zijn toekomstige vrouw Lily kennen.
In 1932 gat hij weer naar Indië, maar keer hetzelfde jaar terug, waarschijnlijk met zijn oom Herman. Uit zijn
gezinskaart van het bevolkingregister van Amsterdam blijkt dat hij tot 1935 in Bloemendaal woonde en daarna in
Amsterdam waar hij als volontair bij een handelsbedrijf op de Keizersgracht werkte. Daarvoor, in 1934, behaalde hij
het praktijkdiploma Boekhouden. In Amsterdam kwam hij weer in contact met Lily die toen daar sinds 1934 woonde
en werkte. In 1937 zijn zij in Den Haag getrouwd en woonden daar tot zij dat jaar naar Indië vertrokken waar Nico
ging werken op de thee-onderneming Sindangwangi bij Cicalengka. De ruim vier jaar tot het uitbreken van de oorlog
met Japan werden gekenmerkt door werken, familie- en vriendenbezoek, feesten op de soos in Bandung en de
geboorte van hun eerste kind. De geboorte van Peter in 1940 was, zo blijkt uit de
aantekeningen op de zorgvuldig in de kamptijd bewaarde fotootjes een blijde gebeurtenis, maar de oorlog liet niet
lang op zich wachten.
{ANEKDOTE: Hij kwam een keer op de soos met een verband dat vrijwel zijn hele hoofd bedekte. Bij navraag bleek het om een strontje aan zijn linkeroog te gaan.}
Nico werd gemobiliseerd en maakte tijdens de korte oorlogshandelingen rechtstreekse luchtaanvallen door de
Japanners mee. Tijdens zijn krijgsgevangenschap aan de Pakan Baroe spoorweg kon hij dankzij de bevriende arts
Otto de Raadt als verpleger in ket kampziekenhuis werken. Hij heeft over deze tijd alleen maar gezegd dat de
medegevangenen soms erger waren dan de Japanse bewakers.
Lily en de inmiddels twee kinderen werden in oktober 1942 in Tjihapit geïnterneerd en in november 1944 in de
Struiswijk gevangenis in Batavia. Na de bevrijding keerden zij terug naar Bandung en maakten daar de Bersiap mee.
Lily en Peter moesten vluchten toen de Engelsen woonwijken waar pemuda’s actief waren bombardeerden.
Herbert lag toen in het Borromaeus ziekenhuis dat drie dagen en nachten door pemuda’s werd aangevallen.
|