Aantekeningen |
- Carel werd geboren met de naam Groeneveld, maar in 1932 besloten hij, zijn broer Joop Marinus en zijn neef Adriaan Pieter Johannes Groeneveld om de toegevoegde naam Van Well terug te kopen. Deze drie mannen en hun kinderen zullen voortaan de naam Van Well Groeneveld dragen, net als hun overgrootvader Adrianus Cornelis.
Uit: familiekring Groeneveld, nummer 14, augustus 1993:
Carel Adrianus Johannes van Well Groeneveld was als adelborst opgeleid voor de Zeedienst bij het Koninklijk Instituut van de Marine. Hij is o.a. commandant geweest van de onderzeeboten K 18 en K 14.
Als luitenant ter zee der eerste klasse werd hij bij Kon. Besluit van 15.1.1942, no.4, benoemd tot Ridder der 4e klasse der Militaire Willems-Orde wegens:
"Als Commandant van Onzen onderzeeboot K 14 op 23.12.1941 wist hij in de nabijheid van Straat Api, onder moeilijke navigatorische en zeer gevaarvolle omstandigheden, 3 Japansche troepentransportschepen en een Japans tankschip, welke schepen deel uitmaakten van een convooi, bestaande uit 5 schepen, hetwelk werd beschermd door een kruiser en 2 torpedobootjagers, tot zinken te brengen."
(Straat Api, gelegen tussen Borneo en de Natuna-eilanden, geeft vanuit de Zuidchinese Zee toegang tot de Javazee.)
Een hogere militaire onderscheiding wordt slechts zelden verleend, hetgeen wel blijkt uit het feit dat na april 1940 slechts 8 Militaire Willems-Orden der 1e, 2e en 3e klasse werden verleend.
Over de bovenomschreven operatie is verder nog bekend dat een vliegboot van de Marine Luchtvaartdienst de K 14 op 23 .12.1941 naar de Japanse transportvloot leidde die Kuching (Serawak, voorm. Brits Borneo) naderde. Deze vliegboot trok, om de boven water varende K 14 te beschermen, twee door de Japanners gelanceerde katapultvliegtuigjes naar zich toe, en kon, hoewel zwaar beschadigd, zijn basis Sambas (voorm. Ned. Borneo) weer bereiken.
Overigens zouden volgens dr. L. de Jong slechts twee van de vier getorpedeerde schepen zijn gezonken. Na de slag in de Javazee (27 en 28 febr.) werd op 1 en 2 maart 1942 in Soerabaja het marine-etablissement opgeblazen en gingen de pyrotechnische werkplaats en de munitiemagazijnen op 2 maart met formidabele explosies de lucht in. Alle marineschepen die niet tijdig konden worden hersteld van de opgelopen schade, waaronder ook de K 18, werden opgeblazen. De K 14 wist echter uit de Javazee te ontsnappen en Colombo op Ceylon te bereiken om van daaruit de strijd voort te zetten. Na de vernielingen op 2 maart werd van Well Groeneveld op 4 maart 1942 als vermist opgegeven. Vermoedelijk kwam hij om bij de vernieling van de torpedoateliers te Soerabaja.
In 1961 werd bij de Koninklijke Marine een ondiepwatermijnenveger in dienst gesteld, genaamd Hr Ms Van Well Groeneveld.
|