| Aantekeningen |
- Ook: Thart
Pleter Pietersz 't Hart was diaken van de gereformeerde kerk van 's-Graven-zandevan 1726-1728, 1732-1 734 en 1738-1 740, ouderling van 1742-1744, 1746-1748, 1752-1754, 1756-1758, 1760-1762 en 1766-1768; schepen voor Honderdland in de schepenbank van 's-Gravenzande in 1735 en 1738. Pieter Pietersz 't Hart verklaart op 5 augustus 1774 voor de schepenen van 't Honderdland en de Oranjepolder dat hij van kindsbeen af is opgevoed in de Oranjepolder en daar al 53 jaar een boerderij pacht. Hij is begraven in de kerk van 's-Gravenzande. Cornelis Cornelisz Noordam was bouwman op de Nolwoning in Honderdland.
Beëdigde Verklaring
Voor 't Huijs van Nassau
No. 527 Op Huijden den 5e Augustus 1774 compareerden voor Huijbregt van 't Hoog en Maarten So n nevelt, schepenen van 't Honderd/and en de Orange Polder Pieter Thart den Ouden oud 77 Jaeren, Pieter Thart de Jonge oud 51 Jaeren en G er rit Noordam oud 47 Jaeren zijnde de eerste en laeste Comparant bewoonders en Bruijkers ijder van een separate woon in g en landerijen gelegen in de O rang e Polder en den tweede Comparant woonende onder Maesland en ..."
De Oranjepolder en de familie 't Hart
De inpoldering van de Oranjepolder in opdracht van Frederik Hendrik, Prins van Oranje, vond plaats van 1644-1648.
Op 25 augustus 1761 worden op het Slot te Honselersdijk de boerderijen en de landen van Zijne Doorluchtige Hoogheid gelegen in d'Orange Polder en 't Leij Land verpacht. De boerderijen en de landen worden verhuurd voor een termijn van acht jaar, ingaande per 1-1-1763. In die periode staan er in de Oranjepolder acht boerderijen. Bij de boerderijen behoort zowel binnendijks als buitendijks land. De kavels zijn tussen de 33 en 61 morgen groot. De grond is in gebruik als weiland, hooiland en teelland. Wanneer de Oranjepolder in 1820 wordt verkocht, worden de boerderijen aangeduid als een bouwmanswoning genaamd resp. de Eerste Hoeve, Tweede Hoeve t/m de Achtste en laatste Hoeve.
Pieter Pietersz 'l Hart bewoont in 1761 en later vrijwel zeker de bouwmanswoning genaamd de Vierde Hoeve, tegenwoordig bekend als de boerderij/manege Lange Kruisweg 33. Hij pacht de woning tezamen met ruim 49 morgen binnendijks land en ruim 32 morgen buitendijks land. De oude pacht bedroeg 1000 gulden, 1 stuiver en 3 penningen, maar wordt verhoogd naar 1019 gulden en 13 stuivers. In de verkoopakte van 1820 wordt de boerderij omschreven als een bouwmanswoning bestaande uit een woonhuis, koe- en paardenstalling, dorsvloer, varkens-hokken, wagenschuur en drie hooibergen, tezamen met het binnendijkse en buiten-dijkse land. Het is aannemelijk dat de gebouwensituatie in 1761 gelijk is aan die van 1820.
De onderlinge familiebanden blijken in een relatief klein gebied als de Oranjepolder, ruim 515 morgen bedijkte landen en ruim 359 morgen buitenlanden, zeer groot te zijn. Naast Pieter Pietersz 't Hart (VII d) woonde ook zijn in 1748 overleden broer Hendrick Pietersz 't Hart (VII e) in de Oranjepolder. De weduwe van Hendrick huwt met Cornelis Jansz Pas.
In 1761 zijn de acht pachters van land met een boerderij: Arent Cente Doorduijn, Cente Arentsz Doorduijn, Cornelis Jansz Pas, Pieter Pietersz 't Hart (VII d), Maarten Pietersz Sonnevelt, Simon Jansz van der Meer, Arij Ariensz van den Bergh en Gerrit Cornelisz Noordam. De vier pachters van land zonder woning in 1761 zijn Pieter Hermanusz van den Burgh, Pieter Adamsz Koole, Huijbregt Cornelisz van 't Hoogh en Jacob Pietersz de Jong. Relaties van deze pachters met de familie 't Hart:
1. Bregje Pietersdr 't Hart (VII d-3) is gehuwd met Gerrit Cornelisz Noordam.
2. Bregje Hendricksdr 't Hart (VII e-5) is gehuwd met Pieter Hermanusz van den Burgh.
3. Jannetje Hendricksdr 't Hart (VII e-8) is gehuwd met Pieter Maartensz Sonnevelt, zoon van Maarten Pietersz Sonnevelt.
4. Willem Hendricksz 't Hart (VIN h) is gehuwd met Jannetje Maartensdr Sonnevelt, dochter van Maarten Pietersz Sonnevelt.
5. Arent Cente Doorduijn is voogd over de kinderen van Hendrick Pietersz 't Hart (VII e).
6. Ariaantje Pietersdr 't Hart (VIII e-3) huwt in 1781 met Pieter Jacobsz de Jong, zoon van Jacob Pietersz de Jong.
|
1698 - 1778 (~ 80 jaar)
