Aantekeningen |
- Ook: Bogers
Natuurlijk kunnen we niet alle wetsovertreders afschilderen als zielige, arme mensen. Onder hen zijn er beslist een aantal die we kunnen kenschetsen als berucht, liederlijk en onverbeterlijk. Onder hen komen we regelmatig ene Hendrika Bogaars tegen, een vrouw met een grote bek en losse handen. Zij is de vrouw van Klouwert van den Heuvel, die ook al niet voor rechtschapen man doorgaat. Als veldwachter Joost de Graaff bij haar de verschuldigde personele omslag wil komen ophalen, scheldt zij hem de huid vol, hetgeen haar op een geldboete van acht gulden en kosten van het proces van ¦ 17.10 komt te staan. Op 26 augustus 1815 mishandelt zij Jannigje de Vries, weduwe Van Aalst, waarvoor zij bij verstek tot een jaar gevangenisstraf wordt veroordeeld.Samen met Philippus Lom, een 31 jarige visser uit Vlaardingen, steelt zij in de nacht van 9 op 10 augustus 1821 een gerendreg, waarmee een schuit aan een woning wordt vastgelegd en een ijzeren baggerbeugel van Adrianus den Hollander in De Werken. In de brief die het proces verbaal van de burgemeester van De Werken vergezelt, staat: " Hendrica Bogaard, het wijf dat meermalen voor de regtbank als beschuldigde is verschenen, door deselve als ik mij niet bedrieg meer dan eens is veroordeeld in boete en gevangenis, wier bruidegom als beschuldigd van dieverij van ijzermaterialen nog in hegtenis is, zij is UEd. in het bijzonder aanbevolen". Zij is dan voortvluchtig en houdt zich schuil in de buurt van Dordrecht. Enkele jaren later duikt zij weer op als zij zich moet verantwoorden voor de diefstal van griendhout, samen met drie jonge meisjes Cornelia en Huibertje van den Heuvel (dertien en zeventien jaar) en de veertien jarige Adriana van der Stelt. Alleen de zeventienjarige en Hendrica Bogaars krijgen hiervoor drie gulden boete (vervangende hechtenis van veertien dagen) en de laatste nog eens veertien dagen gevangenisstraf. De jongste twee komen er met vrijspraak van af.
|