Aantekeningen |
- Uit De Viersprong, 25e Jaargang nr. 94, februari 2008
De pannenbakkerijen in Oudshoorn en Aarlanderveen
door A. J. J. van 't Riet
Beschrijving van de pannenbakkerij van Aarlanderveen
Vervolg van het verhaal bij Willem Gerrits Vaendrager (geb. ca. 1612)
Het in 1734 aangelegde nieuwe kohier vermeldt de aanwezigheid van het 'panwerk' eveneens. Het was toen eigendom van Daniels zoon, Barend Vergunst (geboren in 1677 te Katwijk). De verponding van 15 gulden werd in 1741, na een klacht van de eigenaar, verminderd tot 10 gulden. Het is goed mogelijk dat het complex in 1741 of in de jaren daarvoor sterk in waarde was verminderd. Na het overlijden van Barend in 1756 kwam de pannenbakkerij op naam van de erven. Omdat Barends zoon Daniël al in 1747 was overleden, werd het bedrijf eigendom van Barends kleinzonen, de broers Barend Daniëlszn. Vergunst (1736-1772) en Daniël Daniëlszn. Vergunst (1744-1802).
Na het overlijden van Barend Daniëlszn. in 1772 verkocht zijn weduwe, Maria van der Weele, haar helft van de pannenbakkerij in 1776 aan haar zwager Daniël Daniëlszn., die daardoor het gehele complex in eigendom kreeg. De pannenbakkerij werd toen omschreven als 'pannen- en estrikbakkerij met zes woonhuizen en toebehoren'. Daniël Vergunst overleed te Aarlanderveen op 7 maart 1802. In juli 1802 werd de boedel van Daniël en zijn weduwe, Maartje van Rijn, beschreven. De inventaris geeft mede een beeld van de bedrijfsvoering. Er waren 25. 750 beste rode pannen (waarde 577 gulden 10 stuivers) en 27.500 beste rode bakken (tegels) (waarde 566 gulden 10 stuivers) in voorraad. Deze twee soorten domineerden de productie. Van alle andere soorten waren slechts enkele honderden tot enkele duidenden stuks aanwezig. De totale waarde van de voorraden producten, dakpannen, bakken, vorsten en tegels samen bedroeg ruim 3.100 gulden. De ovens werden gestookt met turf uit Zwartsluis, waarvan nog 1.620 ton voorradig was met een waarde van 405 gulden. Opmerkelijk is de aanwezigheid van '2 landschappen op 21 steentjes, 1 haan en hen en 1 koeij & 2 paarden op 18 steentjes met een waarde van respectievelijk 2 gulden 14 stuivers. 4 gulden 12 stuivers en 2 gulden 5 stuivers'. Blijkbaar werden dus ook tegeltableaus gebakken. Wegens leveranties vanaf 1785 was nog ongeveer 11.500 gulden te vorderen. Men verwachtte wel dit bedrag te ontvangen, want de 'dubieuse inschulden' werden afzonderlijk beschreven. Deze dubieuze schulden betroffen leveranties van 1777 tot 1799 met een totaalbedrag van zo'n 4.000 gulden. De in 1766 geboren zoon van Daniël en Maartje, eveneens Daniël genaamd, nam uit de boedel over het 'huijs en erve met de pan- en extrikbakkerije, stallinge en verdere getimmerte met nog ses woonhuijsen daartoe en aan behoorende', alles liggende tussen Rijn en dijk. Aan de overkant van de rijweg lag een partij land met nog een estrikwerk, gelegen tussen de woning 'De Ark' en de woning 'Beerendrecht'. De complexen werden respectievelijk gewaardeerd op 11.500 gulden en 3.500 gulden.
De nieuwe eigenaar heeft niet lang van zijn bezit kunnen genieten. Hij overleed op 1 juni 1805, waarna zijn weduwe, Antje van der Hidde, in 1807 hertrouwde met Cornelis Meurs, telg uit de bekende pannenbakkersfamilie in de regio. Op 9 mei 1837 verkocht Antje, die toen met haar man in Alphen woonde, de helft van de pannenbakkerij met aanhoren aan haar zoon Hermanus Meurs, pannenbakker te Aarlanderveen. Het complex had inmiddels de kadastrale nummers 325-342, 411, 412, 413, 422 en 454 van sectie C gekregen. Ook de losse goederen en gereedschappen werden verkocht. Hermanus betaalde voor de (helft van de) pannenbakkerij 8.600 gulden en voor de losse goederen en gereedschappen 400 gulden. Na het overlijden van Antje van der Hidde, op 24 oktober 1842, kwam de andere helft van de pannenbakkerij in eigendom van haar man, Cornelis Meurs. Na diens overlijden op 9 januari 1848 werd die helft, gewaardeerd op 9.000 gulden, bij de boedelscheiding van 3 april 1848 ook toebedeeld aan zoon Hermanus Meurs, zodat die vanaf dat moment eigenaar van het gehele bedrijf was. Na het overlijden van Hermanus, op 10 november 1865, werd op 20 en 21 februari 1866 een boedelinventaris opgemaakt. De pannenbakkerij werd een waarde toegekend van 28.000 gulden. In de inventarislijst worden uiteraard de aanwezige gereedschappen en voorraden van de pannenbakkerij vermeld. Hieruit blijkt onder meer dat het bedrijf 57.500 rode pannen in voorraad had, gezamenlijk gewaardeerd op 345 gulden. De voorraadlijst laat de grote variatie in pannensoorten zien. Er waren 'linkischepannen, roode gatenpannen, verglaasde pannen en hangvrijepannen'. Ook wordt gesproken over vorsten. Zeeuwsche en Brabantsche, terwijl tevens variatie in kleuren wordt vermeld. Naast pannen werden ook estrikken oftewel vloertegels gemaakt. De boedel telde 24.375 dunne bakken (tegels), tegen een waarde van 414.37 gulden, en vermeldde bovendien dikke bakken. De 1.800 last klei. opgeslagen in de kleistalen, werd gewaardeerd op 750 gulden, terwijl voor de losse gereedschappen van het bedrijf het bedrag van 300 gulden stond genoteerd. Uiteraard was ook een voorraad turf en takkenbossen als brandstof voorhanden. Op 14 juni 1866 werd de boedel gescheiden. De pannen- en estrikbakkerij met de daarbij behorende gebouwen, een herenhuizing, verschillende arbeiders woningen, stallen en schuren, werd, anders dan bij de inventarisatie, gewaardeerd op 20.000 gulden. Het saldo van de boedel bedroeg 137.170 gulden. De pannenbakkerij met aanhoren werd bij de scheiding toebedeeld aan Hermanus' weduwe. Lijntje van der Breggen, en hun zoon Cornelis Dirk Meurs. Om zelfstandig te kunnen handelen werd de toen nog maar 22 jaar oude Cornelis meerderjarig verklaard bij vonnis van de Hoge Raad van 22 december 1865. In 1870 gingen moeder en zoon officieel een vennootschap aan onder de naam 'C. Meurs en Zoon', waarbij dus werd teruggegrepen op de situatie waarin vader Hermanus en grootvader Cornelis het bedrijf bezaten. De vennootschap tussen moeder en zoon werd met ingang van 1 januari 1873 ontbonden. Het bedrijf bestond toen uit een dakpannen- en tegelfabriek, loodsen, ovens, bergplaatsen, herenhuis, arbeiderswoningen, stalling, kleistaal, erven en grond. De bedrijfsnaam bleef gehandhaafd en Cornelis Dirk Meurs zette het bedrijf voort. De waarde van het bedrijf, inclusief de gereedschappen, losse goederen en op staal gebrachte klei, werd toen vastgesteld op 28.000 gulden. Aan voorraden was 7.319,85 gulden aanwezig en aan uitstaande vorderingen 14.128,98 gulden. Bovendien was er nog 1.151,17 gulden aan contant geld.
Cornelis verkocht het bedrijf al in 1878 voor 50.000 gulden aan de in Amsterdam wonende Hendrik Reerink. Reerink kreeg het recht om de bedrijfsnaam C. Meurs en Zoon te blijven voeren.35 In 1892, dus na nog geen vijftien jaar, liet hij het complex, bestaande uit herenhuis, fabrieksgebouwen, pannenloodsen, veertien arbeiderswoningen, pakhuis en stallen, publiek verkopen. De bedrijfsgebouwen waren op dat moment waarschijnlijk al in slechte staat, want in de veilingvoorwaarden zijn bepalingen opgenomen omtrent afscheidingen tussen de diverse percelen bij eventuele afbraak van de bedrijfsgebouwen. Na de inzet op 14 april en de afslag op 21 april 1892, die beide in hotel 'Rijnstroom' plaatsvonden, werd het gehele complex voor 10.350 gulden verkocht aan de Alphense pannenfabrikant Jacob Willem Clant. Hij kocht mede namens Matthijs Kloot, Hermanus Hendrikus Kloot, Petrus Adrianus Wernink, David van Oordt, allen pannenbakkers te Oudshoorn, en Pieter Jan Oosthoek, pannen-bakker te Alphen. De totale oppervlakte bedroeg 1.16.22 hectare. De nieuwe eigenaren lieten een gedeelte van de gebouwen afbreken en schakelden daarmee een gezamenlijke concurrent uit. Ongeveer een derde deel van het perceel (thans Raadhuisstraat nrs. 73-81) werd in 1894 doorverkocht aan Cornelis Jongenburger, die daarop een brikettenfabriek stichtte.
Schout en schepenen van Valkenburg verlenen aan Barend Vergunst op 15 augustus 1722 consent om de steenaarde in het land behorende bij de pannenbakkerij gelegen bij 't Valkenburgse Veer (aan de Rijn tegenover het dorp Valkenburg) voor zover nog aanwezig, te mogen uitaarden.
In de rekeningen van de ontvanger van de ordinaris verponding wordt vanaf 1734 tot en met 1760 jaarlijks een post geboekt op naam van "Daniël en Barend Vergunst van haar Pannebackerije".
De pannenbakkerij vormt al die jaren een soort familiebedrijf, want vanaf 1727 wordt in andere bronnen ook Gijsbert Vergunst genoemd (zoon van Barend en broer van Daniël).
Na diverse eigenaren en enkele eeuwen later gaat de fabriek voor pannen ca. 1929 door verkoop over aan de N.V. Wernink's Kalkfabrieken te Leiden.
Bron: De Oegstgeester pannenbakkerijen
Barend Daniëlsz Vergunst erfde landerijen en huizen via zijn vrouw Neeltje Gijsbertse van Leeuwen.
Streekarchief Rijnlands Midden:
protocollen Alphen 1707-1712
inventarisnummer 28
bladzijde 115
datum 21-05-1710
inhoud Dirk Pieterse Schraal, getrouwd met Maria Gijsbertsdr van Leeuwen, Leendert Gijsbertsz van Leeuwen, Jacob Romeijn, getrouwd met Anna Gijsbertsdr van Leeuwen, Elisabet Gijsbertsdr van Leeuwen, laatst weduwe van Pieter Maartensz Ravensbergen, Jan Cornelisz van Tol, getrouwd met Clara Gijsbertsdr van Leeuwen, mede Clara Gijsbertsdr voorn., met instemming van haar man machtigd tot het vruchtgebruik van haar erfportie, mede Dirk Willemsz van Leeuwen, enige zoon van wijlen Willem Gijsbertsz van Leeuwen; nog Dirk Pietersz Schraal en Jacob Quirinse Romeijn, als testamentaire voogden over de minderjarige kinderen van Cornelia Gijsbertsdr van Leeuwen en Barend Danielsz Vergunst, en over de minderjarige kinderen van Clara Gijsbertsdr van Leeuwen en Jan Cornelisz van Tol, volgens testament voor notaris Dirk van der Aar te Woubrugge d.d. 30-03-1701, allen kinderen en kindskinderen van Gijsbert Willemsz van Leeuwen en Maria Leendertsdr, verkopen aan Joanna Malevesi, weduwe van Adriaan van Assendelft, en daar zij intussen overleden is, nu aan haar erfgenamen, 3 morgen land in het Rietveld, aan Gijsbert Willemsz van Leeuwen opgedragen op 07-04-1676, strekkend van de Nieuwedijk tot het land van de weduwe van Leendert Pietersz van der Aar, belend ten oosten de erfgenamen van de koopster, ten westen de boedel van Pieter Reijersz Swanenbeek. Koopsom 425 gulden.
plaatsnaam Alphen
protocollen Alphen 1707-1712
inventarisnummer 28
bladzijde 117
datum 21-05-1710
inhoud Dirk Pieterse Schraal, getrouwd met Maria Gijsbertsdr van Leeuwen, Leendert Gijsbertsz van Leeuwen, Jacob Romeijn, getrouwd met Anna Gijsbertsdr van Leeuwen, Elisabet Gijsbertsdr van Leeuwen, laatst weduwe van Pieter Maartensz Ravensbergen, Jan Cornelisz van Tol, getrouwd met Clara Gijsbertsdr van Leeuwen, mede Clara Gijsbertsdr voorn., met instemming van haar man machtigd tot het vruchtgebruik van haar erfportie, mede Dirk Willemsz van Leeuwen, enige zoon van wijlen Willem Gijsbertsz van Leeuwen, nog Dirk Pietersz Schraal en Jacob Quirinse Romeijn, als testamentaire voogden over de minderjarige kinderen van Cornelia Gijsbertsdr van Leeuwen en Barend Danielsz Vergunst, en over de minderjarige kinderen van Clara Gijsbertsdr van Leeuwen en Jan Cornelisz van Tol, volgens testament voor notaris Dirk van der Aar te Woubrugge d.d. 30-03-1701, allen kinderen en kindskinderen van Gijsbert Willemsz van Leeuwen en Maria Leendertsdr, verkopen aan Jan van Aken en Adriaan Hendriksz Oostenrijk, beiden wonende te Alphen, mede aan Daniël Barendsz Vergunst, wonende te Aarlanderveen Lage Zijde, ieder 1/3 deel van 450 roeden land in de polder achter de Kerk, zijnde een deel van 4 morgen 69 roeden, opgedragen aan Gijsbert en Sijmon Willemsz van Leeuwen, broers op 09-05-1669, aan Gijsbert toebedeeld op 10-01-1677, strekkend met een houttuin uit de Rijn over de Rijndijk tot de erfgenamen van Jacob Mattheusz van Heijningen, belend ten oosten Catarina van der Vegt, weduwe van Dirk Rosenboom, in leven schout van Alphen, ten westen Nicolaas Gijs, pensionaris van Brielle. Koopsom 450 gulden.
plaatsnaam Alphen
protocollen Alphen 1707-1712
inventarisnummer 28
bladzijde 118v
datum 21-05-1710
inhoud Dirk Pieterse Schraal, getrouwd met Maria Gijsbertsdr van Leeuwen, Leendert Gijsbertsz van Leeuwen, Jacob Romeijn, getrouwd met Anna Gijsbertsdr van Leeuwen, Elisabet Gijsbertsdr van Leeuwen, laatst weduwe van Pieter Maartensz Ravensbergen, Jan Cornelisz van Tol, getrouwd met Clara Gijsbertsdr van Leeuwen, mede Clara Gijsbertsdr voorn., met instemming van haar man machtigd tot het vruchtgebruik van haar erfportie, mede Dirk Willemsz van Leeuwen, enige zoon van Willem Gijsbertsz van Leeuwen, nog Dirk Pietersz Schraal en Jacob Quirinse Romeijn, als testamentaire voogden over de minderjarige kinderen van Cornelia Gijsbertsdr van Leeuwen en Barend Danielsz Vergunst, en over de minderjarige kinderen van Clara Gijsbertsdr van Leeuwen en Jan Cornelisz van Tol, volgens testament voor notaris Dirk van der Aar te Woubrugge d.d. 30-03-1701, allen kinderen en kindskinderen van Gijsbert Willemsz van Leeuwen en Maria Leendertsdr, verkopen aan Cornelis Sijmonse van Leeuwen, wonende te Alphen, 450 roeden land in de polder achter de Kerk, zijnde een deel van 4 morgen 69 roeden, belend ten oosten en zuiden Hendrik Comans, ten westen president Roosenboom, ten noorden de erfgenamen van Jacob Mattheusz van Heijningen. Koopsom 359 gulden. (zie ook RA Alphen invnr. 32 folio 20 d.d. 08-08-1733.)
plaatsnaam Alphen
protocollen Alphen 1707-1712
inventarisnummer 28
bladzijde 119v
datum 21-05-1710
inhoud Dirk Pieterse Schraal, getrouwd met Maria Gijsbertsdr van Leeuwen, Leendert Gijsbertsz van Leeuwen, Jacob Romeijn, getrouwd met Anna Gijsbertsdr van Leeuwen, Elisabet Gijsbertsdr van Leeuwen, laatst weduwe van Pieter Maartensz Ravensbergen, Jan Cornelisz van Tol, getrouwd met Clara Gijsbertsdr van Leeuwen, mede Clara Gijsbertsdr voorn., met instemming van haar man machtigd tot het vruchtgebruik van haar erfportie, mede Dirk Willemsz van Leeuwen, enige zoon van wijlen Willem Gijsbertsz van Leeuwen, nog Dirk Pietersz Schraal en Jacob Quirinse Romeijn, als testamentaire voogden over de minderjarige kinderen van Cornelia Gijsbertsdr van Leeuwen en Barend Danielsz Vergunst, en over de minderjarige kinderen van de voorn. Clara Gijsbertsdr van Leeuwen en Jan Cornelisz van Tol voorn., volgens testament voor notaris Dirk van der Aar te Woubrugge d.d. 30-03-1701; allen kinderen en kindskinderen van wijlen Gijsbert Willemsz van Leeuwen en Maria Leendertsdr, verkopen aan Barend Danielse Vergunst, wonende te Aarlanderveen Lage Zijde, 3 morgen 300 roeden land in de polder achter de Kerk, onder Alphen, gekomen van Gijsbert en Sijmon Willemsz van Leeuwen, strekkend uit het Kanaal tot in de piswetering, belend ten zuiden Sijmon Victorie, ten noorden de erfgenamen van Jacob Mattheusvan Heijningen. Koopsom 1325 gulden.
plaatsnaam Alphen
protocollen Alphen 1707-1712
inventarisnummer 28
bladzijde 120v
datum 21-05-1710
inhoud Dirk Pieterse Schraal, getrouwd met Maria Gijsbertsdr van Leeuwen, Leendert Gijsbertsz van Leeuwen, Jacob Romeijn, getrouwd met Anna Gijsbertsdr van Leeuwen, Elisabet Gijsbertsdr van Leeuwen, laatst weduwe van Pieter Maartensz Ravensbergen, Jan Cornelisz van Tol, getrouwd met Clara Gijsbertsdr van Leeuwen, mede Clara Gijsbertsdr voorn., met instemming van haar man machtigd tot het vruchtgebruik van haar erfportie, mede Dirk Willemsz van Leeuwen, enige zoon van wijlen Willem Gijsbertsz van Leeuwen, nog Dirk Pietersz Schraal en Jacob Quirinse Romeijn, als testamentaire voogden over de minderjarige kinderen van Cornelia Gijsbertsdr van Leeuwen en Barend Danielsz Vergunst, en over de minderjarige kinderen van de voorn. Clara Gijsbertsdr van Leeuwen en Jan Cornelisz van Tol voorn., volgens testament voor notaris Dirk van der Aar te Woubrugge d.d. 30-03-1701; allen kinderen en kindskinderen van Gijsbert Willemsz van Leeuwen en Maria Leendertsdr, verkopen aan Dirk Willemsz van Leeuwen, wonende te Aarlanderveen Lage Zijde 6/7 deel van een woning en 9 morgen 200 roeden land tussen het Dorp en Gouwsluis in de polder achter de Kerk en Zanen, waarvan de koper het resterende deel bezit, opgedragen aan Gijsbert Willemsz van Leeuwen voor een helft op 03-02-1679, en voor de andere helft op 15-03-1679, strekkend uit de Rijn tot aan de kinderen van Cornelis Cornelisz Victorie, belend ten oosten de weduwe van Dirk Govertsz Schenkeveld, ten westen buitendijks Jan Jacobsz van Swieten en Aart Willemsz de Groot, binnendijks Nicolaas Gijs, pensionaris van Brielle. Koopsom 3514 gulden 6 stuivers.
plaatsnaam Alphen
protocollen Alphen 1707-1712
inventarisnummer 28
bladzijde 138
datum 21-05-1710
inhoud Jeremias Gijs, Gerrit van der Meer en Jan de Waal van Crommeling, regenten van het Elisabethgasthuis te Leiden, met autorisatie van het gerecht van Leiden, voor een helft, Dirk Pietersz Schraal, getrouwd met Maria Gijsbertsdr van Leeuwen, Leendert Gijsbertsz van Leeuwen, Jacob Romeijn, getrouwd met Anna Gijsbertsdr van Leeuwen, Elisabet Gijsbertsdr van Leeuwen, laatst weduwe van Pieter Maartensz Ravensbergen, Jan Cornelisz van Tol, getrouwd met Clara Gijsbertsdr van Leeuwen, Dirk Willemsz van Leeuwen, enige zoon van wijlen Willem Gijsbertsz van Leeuwen, nog Dirk Pietersz Schraal en Jacob Quirinsz Romeijn voorn, als voogden over de minderjarige kinderen van Cornelia Gijsbertsdr van Leeuwen en Barend Danielsz Vergunst, en over de minderjarige kinderen van Clara Gijsbertsdr van Leeuwen en Jan Cornelisz van Tol, volgens testament voor notaris Dirk van der Aar te Woubrugge op 30-03-1701, allen kinderen en kindskinderen van Gijsbert Willemsz van Leeuwen en Maria Leendersdr, de eerste, tweede en zevende comparant zijn van Alphen, en Aarlanderveen, de derde van Nieuwerbrug, de overige van Zwammerdam, voor de andere helft verkopen aan Adriaan Pietersz Groen, wonende te Alphen, 5 morgen land in de polder achter de Kerk, op 31-03-1452 opgedragen voor de helft aan het Elisabethsgasthuis en op 22-01-1706 de andere helft aan Gijsbert Willemsz van Leeuwen in twee percelen. Het eerste strekkend van de Rijndijk tot de Piswetering, belend ten zuiden Rudolf van Arkel, heer van Broekhuijsen en de erfgenamen van Martin Beukelaar, ten noorden Steven Mattheusse van Heijningen met de Petten. Het andere perceel belend ten oosten en noorden de erfgenamen van Gidion Wilkens, ten zuiden Van Heijningen voorn., ten westen de Piswetering. Koopsom 2155 gulden.
plaatsnaam Alphen
protocollen Alphen 1713-1720
inventarisnummer 29
bladzijde 63v
datum 02-04-1715
inhoud Pieter van Kinkenberg, wonend te Alphen, verkoopt aan Barend Danielsz Vergunst, wonend te Aarlanderveen, een huis en erf in Alpherhoorn, tussen Rijn en Hoge Rijndijk, belend ten oosten Dijonisius van Kruijskerken, ten westen de weduwe
van Leendert van Overmeer met al het bakgereedschap en commenijswinkel, Kinkenberg opgedragen op 08-06-1712., belast met de rest van een schuldbrief van 700 gulden aan Aagje Jansdr van Dalen d.d. 08-06-1712. Koopsom 1.000 gulden.
protocollen Alphen 1713-1720
inventarisnummer 29
bladzijde 173
datum 02-11-1718
inhoud Adriaan Rosenboom, schout, als curator over de geabandonneerde boedel van Stoffel Jacobse Leeman, verkoopt aan Barend Daniëlse Vergunst voor 255 gulden, een huis en erf in Alphen, tussen 't dorp en Gouwsluis, tussen Hoge Rijndijk en
Rijn, nu belend ten zuiden Dirk Janse van Swieten en Cornelis Roos, ten noorden Dirk Jacobsz Ravensteijn. In de registers van de verponding aangeslagen op naam van de erfgenamen van Cornelis Wouterse en Jan Janse van Leeuwen.
protocollen Alphen 1720-1725
inventarisnummer 30
bladzijde 25
datum 08-01-1721
inhoud Aaltje van der Kiste, weduwe van Tobias van Claveren, wonende te Alphen, verkoopt aan Barend Daniëlse Vergunst, wonende te Aarlanderveen, twee percelen land, samen 2 morgen 120 roeden in het Rietveld, strekkend het grootste van de
Nieuwedijk en het kleinste van land van het weeshuis van Leiden tot aan het land van Mattheus en Anna van Heijningen, belend ten oosten Wilhelma van Weesp, en het weeshuis van Leiden, ten westen het volgend perceel. Nog 1 morgen 330 roeden
land, gelegen als het vorige, belend ten oosten het vorige perceel, ten zuiden de Nieuwedijk, ten westen het weeshuis van Leiden, ten noorden juffrouw van Leeuwen. Koopsom 500 gulden.
protocollen Alphen 1720-1725
inventarisnummer 30
bladzijde 40v
datum 10-04-1721
inhoud Gerrit Cornelisse Liescade, wonende te Alphen, is schuldig aan Barend Daniëlsz Vergunst, wonende te Aarlanderveen, een bedrag van 1.000 gulden Ó 40 grooten. Gesteld onderpand: twee huizen, twee bergen en schuren met 40 morgen land in de
Nesse. Schuld geroijeerd 10-05-1724.
protocollen Aarlanderveen 1720-1727
inventarisnummer 7
bladzijde 17
datum 25-04-1721
inhoud Gerard Backer, medisch doctor, verkoopt aan Barent Danielsz Vergunst de helft van een perceel land in de Zuideinderpolder, verongeld voor 3 morgen 425 roeden, belend ten oosten en zuiden Klaas Gerritsz van der Put, ten westen Jacob van
der Valk en ten noorden de Rijndijk. De wederhelft behoort aan Daniel Barentsz Vergunst. Laatste opdrachtbrief van 03-05-1717. Koopsom 350 gulden.
protocollen Alphen 1720-1725
inventarisnummer 30
bladzijde 66v
datum 30-10-1721
inhoud Jan van Aken, wonende te Alphen, is schuldig aan Barend Daniëlse Vergunst, wonend te Aarlanderveen, een bedrag van 1.000 gulden. Gesteld onderpand: de helft van een huis, erf, twee bergen en schuur met de helft van 2 morgen 140 roeden
land in de Steekt beoosten de Gouwe, strekkend uit de Rijn tot aan de Rietkant over de Toegang liggend gemengd met 5 morgen 300 roeden land, leenroerig aan het huis Wassenaar, de comparant mede voor de helft toebehorend, belend in het geheel
ten oosten de erfgenamen van notaris Paats, de heer van der Dussen en de erfgenamen van kapitein Storm, ten westen het Catharinagasthuis te Leiden. Nog de helft van 6 morgen land in het Rijneveld, belend ten oosten de erfgenamen van Paulus
Stegman, ten westen de Diaconiearmen van Alphen, strekkend van de Toegang tot het land van Pieter Bastiaanse in 't Hol. Nog de helft in 2 morgen land, mede in het Rijneveld, strekkend van de landen van Pieter Paulus in 't Hout tot aan de landen
van de weduwe van Cornelis Janse van Leeuwen, belend ten oosten het vorige perceel en de voorn. Pieter en Paulus in 't Hout, ten westen ... niet vermeld... Nog een huis en erf in het Noordeinde van Alphen, strekkend van de Heerestraat tot in de
Rijn, belend ten zuiden president Rosenboom, ten noorden Joannes Claré en Jan Huijbertsz van der Burg. Schuld geroijeerd 15-01-1738.
protocollen Alphen 1720-1725
inventarisnummer 30
bladzijde 93
datum 11-05-1722
inhoud Willem Gijsbertsz van Heijningen, enige zoon van Gijsbert Jacobse van Heijningen en Oostje Willemsdr van Heijningen, verkoopt aan Barend Daniëlse Vergunst, wonende te Aarlanderveen, 9 morgen 300 roeden land in de Loete in de Steekt,
strekkend met een uiterdijk uit de Rijn over de Rijndijk tot de Toegangskade, belend buitendijks als binnendijks ten oosten Jacob Gerritsz Zegvelder, de erfgenamen van de weduwe van Dirk Dammisse van Hoorn en de erfgenamen van Gerard Gaal, ten
westen Abraham de Pape. Koopsom 3.209 gulden.
1722
Optekening van het besluit waarbij schout en schepenen aan Barend Vergunst toestemming verlenen om de overige steenaarde, uit het land gelegen bij het Valkenburger Veer, t emogen ontgronden ten behoeve van zijn pannenbakkerij.
protocollen Alphen 1720-1725
inventarisnummer 30
bladzijde 167v
datum 10-09-1723
inhoud Barent Daniëlsz Vergunst, wonende te Aarlanderveen, verkoopt aan Lodewijk Kenens, wonende te Alphen, een huis en erf in Alpherhoorn, tussen Hoge Rijndijk en Rijn, belend ten oosten Dijonijsius van Kruijskerken, ten westen Abraham
Vermeulen, getrouwd met de weduwe van Leendert van Overmeer, met alle bakgereedschap en comenijswinkel, aan Vergunst opgedragen op 02-04-1715. Koopsom 1.000 gulden. Schuldbrief geroijeerd d.d. 26-04-1761.
protocollen Alphen 1720-1725
inventarisnummer 30
bladzijde 184v
datum 03-05-1724
inhoud Balten Cornelisse Spruijt, wonende te Alphen, verkocht op 03-01-1724 aan Barent Daniëlsz Vergunst 4 morgen 292 roeden wei- en hooiland in de polder achter de Kerk, strekkend van het land van Adriaan van der Mark tot aan dat van de
verkoper, belend ten oosten Lieve de Vries c.s., ten westen de verkoper. Dit land was de verkoper opgedragen op 11-05-1718. Koopsom 1.950 gulden.
protocollen Alphen 1725-1733
inventarisnummer 31
bladzijde 13v
datum 17-01-1726
inhoud Elbert Willemsz de Wit, wonende te Aarlanderveen, verkocht op 09-01-1726 aan Barent Daniëlsz Vergunst, mede van Aarlanderveen, 1¢ morgen land in het Rietveld, strekkend van de Nieuwedijk tot het land van Pieter van der Tang, belend ten
oosten Jan Hendrikse van Hoorn, ten westen de heer Emonie, aan de Wit voorn. opgedragen op 09-02-1718 (RA Alphen invnr. 29 folio 44). Koopsom 250 gulden.
protocollen Zwammerdam 1721-1738
inventarisnummer 27
bladzijde 125
datum 12-10-1728
inhoud Barent Vergunst, enig erfgenaam van zijn vader Daniël Vergunst en Annigje Gijsbertsdr van Leeuwen, weduwe van Jacob Romijn, geven uit in erfpacht aan Cornelis Goudkade een uiterdijk aan de Rijndijk, strekkend van de Dam tot de Burgwijk,
belend ten zuiden de Rijndijk en ten noorden de Buitenuiterdijk. Betaald met erfpachtbrief van 6 gulden per jaar.
vervolg a folio 126. 12-10-1728. Bovengenoemde erfpachtbrief.
protocollen Alphen 1725-1733
inventarisnummer 31
bladzijde 89
datum 09-03-1729
inhoud Barend Danielsz Vergunst, wonende te Aarlanderveen, ter eenre en Jan Janse Houthof, wonende te Alphen, ter andere zijde. Vergunst geeft uit in erfpacht aan Houthof 450 roeden land in Aplherhoorn, strekkend uit de Rijn over de Rijndijk tot het land van Cornelis Sijmonsz van Leeuwen, belend ten oosten de weduwe van Jan Meurs, ten westen president Rosenboom. Hoofdsom 500 gulden.
protocollen Alphen 1733-1739
inventarisnummer 32
bladzijde 153v
datum 22-02-1737
inhoud Barend Vergunst, wonende te Aarlanderveen Lage Zijde, verkoopt aan Cornelis van Bemmel, wonende te Alphen, een uiterdijk van 60 roeden tussen Hoge Rijndijk en Rijn, belend ten oosten de koper, ten westen Abraham de Pape. Koopsom 175 gulden.
protocollen Zwammerdam 1738-1759
inventarisnummer 27
bladzijde 276
datum 11-07-1737
Willem Romijn en Gijsbertus van Leeuwen, getrouwd met Marrigje Jacobsdr Romijn, erfgenamen voor 1/8 deel in de boedel van Annigje Gijsbertsdr van Leeuwen, weduwe van Jacob Romijn, verkopen aan Barend Vergunst 1/8 deel van een hofstede, bestaande uit een woon- en een bouwhuis schuur en berg, met boomgaard en 18 morgen 4 hond 84 roeden, hooi-, wei- en teelland, strekkend uit de Rijn over de Rijndijk tot in de Dammekade, belend ten oosten Jan Philipsz Lugtenburg en ten westen de heer Vingerhoedt. Koopsom 550 gulden.
protocollen Zwammerdam 1738-1759
inventarisnummer 28
bladzijde 13
datum 28-10-1738
inhoud Barend Vergunst voor 3/4 deel en Gijsbert Romijn en Jacob Romijn, samen voor 1/4 deel, erfgenamen van Jacob Romijn, verkopen aan Anthonij Henric Gemnijch en Jacob Jansz van Leeuwen 75 roeden land, strekkend van het erf van de verkopers,
waar het huis van Cornelis Goudkade op staat tot aan de Rijn, belend ten oosten Jan Philipsz Lugtenburg en ten westen de weduwe van Jan Rietwijk. Koopsom 350 gulden 5 stuivers.
protocollen Zwammerdam 1738-1759
inventarisnummer 28
bladzijde 13v
datum 28-10-1738
inhoud Barend Vergunst voor 3/4 deel en Gijsbert Romijn en Jacob Romijn, samen voor 1/4 deel, erfgenamen van Jacob Romijn, geven in erfpacht uit aan Anthonij Henric Gemnich en Jacob van Leeuwen de Uiterdijk aan de Rijndijk, strekkend van de Dam
tot aan de Burgwijk toe, belend ten zuiden de Rijndijk en ten noorden de buiten uiterdijk van de drie comparanten. De erfpachtbrief bedraagt 6 gulden per jaar.
vervolg a folio 14. 28-10-1738. De contrabrief van de overeenkomst van voorgaande akte.
protocollen Zwammerdam 1738-1759
inventarisnummer 28
bladzijde 21v
datum 02-05-1739
inhoud Mr. Herman Vingerhoed, raad en vroedschap van Rotterdam, verkocht op 28-01-1739 aan Barend Vergunst 16 morgen wei- als hooiland met schuur en berg in de Binnenpolder, strekkend van de Hoge Rijndijk tot de Dammekade, belend ten oosten de
heer Caesenbroot en ten westen de koper. Koopsom 3002 gulden.
protocollen Zwammerdam 1738-1759
inventarisnummer 28
bladzijde 22
datum 02-05-1739
inhoud Mr. Herman Vingerhoed, raad en vroedschap van Rotterdam, verkocht op 28-01-1739 aan Barend Vergunst 4 morgen hooiland in de Wijk, strekkend van de Dammekade tot de Wijkwetering, belend ten noorden juffrouw Dullart en ten zuiden de
kinderen van kapitein Taalman, belast met een jaarlijjkse erfpacht van 4 gulden per morgen toekomend de heer van Voshol. Koopsom 100 gulden.
protocollen Zwammerdam 1738-1759
inventarisnummer 28
bladzijde 66
datum 11-12-1743
inhoud Gijsbert en Jacobus Romijn verkopen aan Barend Vergunst 1/4 deel van een hofstede met woning, bouwhuis, schuur en berg, boomgaard met 18 morgen hooi- en wei- als teelland gelegen aan de Rijn, strekkend vandaar tot de Dammekade, belend
ten oosten Jan Phulpsz Lugtenburg en ten westen de koper. Koopsom 550 gulden.
protocollen Alphen 1739-1745
inventarisnummer 33
bladzijde 173
datum 18-06-1744
inhoud Govert van Meerum, als aangestelde voogd over de minderjarige kindskinderen van Pieter Dirksz van Hoorn, weduwnaar van Lijsbet Cornelisdr van Swieten, mede optredend voor Evert Verhaar, wonende te Haastrecht, mede voogd, volgens akte van
voogdij, voor Barent Vergunst en Jakobus van Kralingen, schepen van Aarlanderveen d.d. 17-01-1742, verkoopt aan Hendrik Willemsz van Trooij, wonende te Alphen, 5 morgen 400 roeden land in het Rijneveld, belend ten oosten de weduwe van Jan
Keijzer en de heer Ram, ten zuiden Ram voornoemd en Arij Bastiaansz in 't Hol, ten noorden de heer Gaal en In 't Hol voornoemd, aan Pieter van Hoorn opgedragen op 09-02-1705. Koopsom 360 gulden.
vervolg a folio 174. 17-01-1742. KOPIE. Aanstelling van Govert van Meerlem (!!) en Evert Verhaar door Pieter Dirksz van Hoorn als voogden.
protocollen Zwammerdam 1738-1759
inventarisnummer 28
bladzijde 84v
datum 07-08-1745
inhoud Anthonij Henric Gemnijch, wonend te Zwammerdam, verkocht bij veiling op 20-07-1745 aan Gijsbert van Heusden, wonend te Zwammerdam, een achtkanten houtzaagmolen, nieuw gebouwd in 1740, genaamd "de Akerboom", aan de Hoge Rijndijk, met huis
en knechtswoning, stalling en wagenhuis "mede een liggende schuur van twee verdiepingen, een extra ordinaire" schuur, met grote houttuin en verdere erven met eikenhouten wallen, belast met een jaarlijks erfpacht van 6 gulden van Barend Vergunst
en Gijsbert en Jacob Romeijn volgens brief van 28-10-1738, mede windgeld van 5 gulden per jaar. Koopsom 4450 gulden.
protocollen Alphen 1745-1752
inventarisnummer 34
bladzijde 82
datum 28-03-1748
inhoud Roeland van Heijningen en Johannes Holthuijsen verkopen aan Barend Vergunst, wonende te Aarlanderveen Lage Zijde, een huis en erf even buiten Alphen dorp, strekkend van de Hoge Rijndijk tot in de Rijn, belend ten oosten de heer
Versijden, ten westen Gerrit Valewink. Belast met een vrije overscheping ten opzichte van 6 morgen land, toebehorend Jan Jansz van Leeuwen. Hiervan 4 morgen in de polder achter de Kerk, strekkend van de Hoge Rijndijk tot aan de Wetering, belend
ten zuiden de heer Versijden, ten noorden voorn. Valewink. De 2 morgen in de polder van Zanen, belend ten oosten de Wetering, ten zuiden voorn. Versijden, ten noorden voorn. Valewink. Koopsom 400 gulden.
protocollen Zwammerdam 1738-1759
inventarisnummer 28
bladzijde 128v
datum 24-11-1750
inhoud Leonard Bijland, notaris en procureur, met procuratie van Hendrik Cervais, sous Lieutenant in het regiment van veldmaarschalk grave Maurits van Nassau en diens vrouw Jacoba Wilhelmina Vermaten, procuratie gepasseerd voor de stadhouder
van de landdrost van het graafschap Zutphen d.d. 17-10-1750, verkoopt aan Ludolph Simon de With een huis en erf met stalling, wagenhuis en tuin te Zwammerdam aan de Hoge Rijndijk, strekkend uit de Rijn tot de Rijndijk, belend enerzijds de
erfgenamen van Barend Vergunst en anderzijds Samuel de Marees. Koopsom 3000 gulden.
vervolg a folio 129. 17-10-1750. Akte van procuratiestelling betreffende voorgaande akte.
protocollen Zwammerdam 1738-1759
inventarisnummer 28
bladzijde 167
datum 14-12-1752
inhoud Barend Vergunst, wonend te Alphen, verkoopt aan Ludolph Simon de With, wonend te Zwammerdam, 15 morgen land, strekkend van de Rijndijk tot de Dammekade, belend ten zuiden de weduwe van Jan Phulpz Lugtenburgh en ten westen de weduwe van Caasenbroot. Koopsom 2515 gulden 15 stuivers.
protocollen Zwammerdam 1738-1759
inventarisnummer 28
bladzijde 218v
datum 24-09-1756
inhoud Extract. Voor Mr. Adrianus Feger, notaris te Aarlanderveen, compareerde Barend Vergunst, weduwnaar van Maartje Molenaar, wonend aan de Lage Zijde van de Rijn, ziek van lichaam, testeert en benoemt tot executeurs van dit testament en tot
voogden over zijn minderjarige erfgenamen zijn zoon Gijsbert Vergunst en schoonzoon Maarten Meurs.
protocollen Alphen 1752-1759
inventarisnummer 35
bladzijde 202
datum 11-05-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als testamentaire executeurs van de boedel, mede voogden over de minderjarige erfgenamen van Barend Vergunst, die weduwnaar was van Maartje Moolenaar, volgens testament voor schout c.s. van Alphen d.d. 01-02-1757, verkopen aan Jacob van der Mark, president-schepen van Alphen, 1¢ morgen wei- als hooiland in het Rietveld, strekkend van de Nieuwedijk tot het land van Philip Hoogenboom, belend ten oosten Hoogenboom voornoemd, ten westen de erven Mansvelder. Koopsom 188 gulden.
protocollen Alphen 1752-1759
inventarisnummer 35
bladzijde 203
datum 11-05-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als tesramentaire executeurs van de boedel, mede voogden over de minderjarige erfgenamen van wijlen Barend Vergunst die weduwnaar was van Maartje Moolenaar, volgens testament voor Adrianus Feger,
notaris te Aarlanderveen d.d. 24-09-1756, verkopen aan Jacoba van Leeuwen, meerderjarig, ongehuwd, wonende te Aarlanderveen Lage Zijde, 2 morgen 120 roeden hooiland in twee percelen; het grootste strekkend van de Nieuwedijk en het kleinste van Willem van Leeuwen, beide tot het land van Claas Cleijwegh, belend ten oosten de weduwe Bos en Willem van Leeuwen, ten westen het volgende perceel. Nog 1 morgen 330 roeden hooiland aldaar, belend ten oosten het vorige perceel, ten zuiden de Nieuwedijk, ten westen Willem van Leeuwen, ten noorden de weduwe Bos. Koopsom 430 gulden.
protocollen Alphen 1752-1759
inventarisnummer 35
bladzijde 204
datum 11-05-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als testamentaire executeurs van de boedel, mede voogden over de minderjarige erfgenamen van Barend Vergunst die weduwnaar was van Maartje Moolenaar, volgens testament voor schout c.s. van Alphen d.d. 01-02-1757, verkopen aan Jacob van der Mark, Jacob Pietersz van der Mark en Cornelis Willemsz Rijnsburger, als executeurs van de boedel, mede als voogden over de minderjarige kinderen genaamd Jan en Zuzanna, van Barend Vergunst, weduwnaar van
Maartje Moolenaar, volgens testament voor Adrianus Feger, notaris te Aarlanderveen d.d. 24-09-1756, dit ten behoeve van de kinderen, 4 morgen 292 roeden hooiland in de polder achter de Kerk, strekkend van het land van Cornelis Blom tot dat van
Arij Klaasz Stortenbeker, belend ten oosten Sijmon Blom en Dirk Jansz van Swieten, ten westen de erven van Arij Jansz van der Mark. Koopsom 1654 gulden.
protocollen Zwammerdam 1738-1759
inventarisnummer 28
bladzijde 229
datum 13-05-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs, beiden wonend te Alphen als voogden over de minderjarige erfgenamen van Barend Vergunst, verkochten bij veiling van 31-01 en 01-02-1757 aan Jan Cornelis van Dobben een huismanswoning met bouwhuis, schuur, berg en boomgaard en 18 morgen wei- en hooi- als teelland in de Dammepolder, strekkend van de Lage Rijndijk tot de Dammekade, belend ten oosten Jan Philipsz Lugtenburgh en ten westen de heer de With, met vrije doorvaart door de "SteeneBrugge" in de Rijndijk, die door de koper voor de helft onderhouden moet worden; nog 4 morgen hooiland in de Wijk, strekkend van de Dammekade tot de Wijkwetering, belend ten noorden juffrouw Dullaard en ten zuiden de kinderen van de heer Taalman, belast met een jaarlijkse erfpacht van 4 gulden per morgen aan de heer van Voshol. Compareerde mede Sijmon Jacobsz van Leeuwen, als schoonvader van voorn. Van Dobben. Koopsom 3000 gulden.
plaatsnaam Zwammerdam
protocollen Zwammerdam 1738-1759
inventarisnummer 28
bladzijde 230
datum 13-05-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs, beiden wonend te Alphen als voogden over de minderjarige erfgenamen van Barend Vergunst, verkochten bij veiling van 31-01 en 01-02-1757 aan Isacq Havenaar, wonend te Alphen, een eeuwige erfpacht van 6 gulden per jaar op een uiterdijk onder Zwammerdam aan de Rijndijk, strekkend van de Dam tot de Buurwijk, belend ten westen de Rijndijk en ten oosten de balkhaven, eigendom van Hendrick Gemnich en Jacob van Leeuwen. Voldaan met 160 gulden.
plaatsnaam Zwammerdam
protocollen Alphen 1752-1759
inventarisnummer 35
bladzijde 208
datum 18-05-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als testamentaire executeurs van de boedel, mede voogden over de minderjarige erfgenamen van Barend Vergunst die weduwnaar was van Maartje Moolenaar, volgens testament voor schout c.s. van Alphen d.d.
01-02-1757, verkopen aan Fredrik Baltze, wonende te Aarlanderveen Lage Zijde, 1 morgen 450 roeden weiland in de polder achter de Kerk, strekkend uit het Kanaal tot de Piswetering, belend ten zuiden Jacobus Koenekoop, ten noorden Dirk Meesters
en Jan van der Wilt. Koopsom 880 gulden.
protocollen Alphen 1752-1759
inventarisnummer 35
bladzijde 209
datum 18-05-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als testamentaire executeurs van de boedel, mede voogden over de minderjarige erfgenamen van Barend Vergunst die weduwnaar was van Maartje Moolenaar, volgens testament voor schout c.s. van Alphen d.d.
01-02-1757, verkopen aan Jacobus Koenekoop, wonende te Aarlanderveen Lage Zijde, 1 morgen 450 roeden weiland in de polder achter de Kerk, strekkend uit het Kanaal tot in de Piswetering, belend ten zuiden Claas van Blokland, ten noorden Fredrik
Baltze. koopsom 880 gulden.
protocollen Alphen 1752-1759
inventarisnummer 35
bladzijde 210
datum 18-05-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als testamentaire executeurs van de boedel, mede voogden over de minderjarige erfgenamen van wijlen Barend Vergunst die weduwnaar was van Maartje Moolenaar, volgens testament voor schout c.s. van Alphen d.d. 01-02-1757, verkopen aan Antonij van Beusecom, wonende te Alphen, een huis en erf tussen het dorp en Gouwsluis, strekkend van de Hoge Rijndijk tot in de Rijn, belend ten oosten de heer Verzijden, ten westen Gerrit Valewink, met enkele
uitgebreide voorwaarden. Koopsom 525 gulden.
protocollen Alphen 1752-1759
inventarisnummer 35
bladzijde 211v
datum 18-05-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als testamentaire executeurs van de boedel, mede voogden over de minderjarige erfgenamen van Barend Vergunst die weduwnaar was van Maartje Moolenaar, volgens testament voor schout c.s. van Alphen d.d.
01-02-1757, verkopen aan Cornelis Jansz Stortenbeeker, Philippus Hoogenboom en Jan Arijsz Ram 9¢ morgen zo wei- als hooiland in de Loet in de Steekterpolder, strekkend van de Rijndijk tot de Toegangskade, belend ten oosten de weduwe van Klaas
van der Maan c.s., ten westen de weduwe Pape en Bastiaan Ravensberg. Koopsom 1.060 gulden.
protocollen Alphen 1752-1759
inventarisnummer 35
bladzijde 214
datum 18-05-1757
inhoud Jan Arijsze Ram is schuldig aan Gijsbert Vergunst en Maerte Meurs een bedrag van 700 gulden. Gesteld onderpand: 2/3 deel van het perceel van 9¢ morgen zo wei- als hooiland in de Loet in de Steekterpolder, strekkend van de Rijndijk tot de
Toegangskade, belend ten oosten de weduwe van Klaas van der Maan c.s., ten westen de weduwe Pape en Bastiaan Ravensberg. Mede nog 1 morgen 400 roeden land in het Rietveld, belend ten oosten de kinderen van Jacob Verruijt, ten westen en zuiden
Maarten Meurs, ten noorden de Burggooi. Schuld geroijeerd 20-02-1759.
protocollen Alphen 1752-1759
inventarisnummer 35
bladzijde 217
datum 06-06-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als testamentaire executeurs van de boedel, mede voogden over de minderjarige erfgenamen van Barend Vergunst die weduwnaar was van Maartje Moolenaar, volgens testament voor Adrianus Feger, notaris te
Aarlanderveen d.d. 24-09-1756, verkopen aan Jacob Geelgieter, wonende te Alphen, een dubbel huis en erf te Alphen, tussen het dorp en Gouwsluis, strekkend van de Rijndijk tot in de Rijn, belend ten zuiden Dirk Janse van Swieten, ten noorden de
heer Verzijden. De huizen zijn genummerd 140 en 141 (kohier der verponding). Koopsom 476 gulden.
vervolg a folio 219. 06-06-1757. Jacob Geelgieter is schuldig aan Melchior Muller, een bedrag van 476 gulden. Gesteld onderpand: bovengenoemd onroerend goed. Schuld geroijeerd 21-03-1761.
protocollen Aarlanderveen 1757-1758
inventarisnummer 16
bladzijde 87v
datum 23-06-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als executeurs van het testament van Barend Vergunst voor notaris Adrianus Feger te Aarlanderveen, d.d. 24-09-1756, verkopen aan Pieter van Nuij te Aarlanderveen aan de Lage Zijde van de Rijn een perceel wei als hooiland in de gecombineerde Zuid- en Noordeinderpolder, verongeld voor 3 morgen 425 roeden, strekkend van de Rijndijk tot Cornelis Medenblik, belend ten westen de heer Van der Steen en ten oosten Cornelis Medenblik. Koopsom 850 gulden, waarvan 300 gulden contant en de rest met een schuldbrief.
vervolg a folio 90. 23-06-1757. Schuldbrief, groot 550 gulden. Geroijeerd 26-10-1758.
plaatsnaam Aarlanderveen
protocollen Aarlanderveen 1757-1758
inventarisnummer 16
bladzijde 92v
datum 23-06-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als executeurs van het testament van Barend Vergunst voor notaris Adrianus Feger te Aarlanderveen, d.d. 24-09-1756, verkopen aan Cornelis Willemsz Rhijnsburger te Aarlanderveen aan de Lage Zijde van de Rijn, een perceel wei- als hooiland in de gecombineerde Zuid- en Noordeinderpolder, verongeld voor 3 morgen, strekkend van de Rijndijk tot Gijsbert van der Maen, belend ten oosten de verkopers en ten westen Cornelis Bosman. Koopsom 750 gulden.
plaatsnaam Aarlanderveen
protocollen Aarlanderveen 1757-1758
inventarisnummer 16
bladzijde 95
datum 23-06-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als executeurs van het testament van Barend Vergunst voor notaris Adrianus Feger te Aarlanderveen, d.d. 24-09-1756, verkopen aan Philippus Hogenboom te Aarlanderveen aan de Lage Zijde van de Rijn een huis en erf in de Kortsteekterpolder, kohiernr. 315, strekkend van de Lage Rijndijk tot de boomgaard van de koper, belend ten zuiden de gemene steeg tussen de koper en Jan Burghoorn en ten noorden Tomas Doijer; nog een boomgaard in de Kortsteekterpolder, groot 48 roeden, strekkend van het erf van het huis tot de tuin van Willem Heemskerk, belend ten noorden Jacques van Giften en ten zuiden Cornelis Reijnsburger. Koopsom 470 gulden.
plaatsnaam Aarlanderveen
protocollen Aarlanderveen 1757-1758
inventarisnummer 16
bladzijde 97v
datum 23-06-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als executeurs van het testament van Barend Vergunst voor notaris Adrianus Feger te Aarlanderveen, d.d. 24-09-1756, verkopen aan Cornelis Clant, baljuw van Vrijhoeven, schout van Aarlanderveen en Cornelis Willemsz Reijnenburger te Aarlanderveen een perceel wei- als hooiland, in de gecombineerde Zuid-en Noordeinderpolder, groot 3 morgen, strekkend van de halve wetering tot Cornelis van Berkel, belend ten oosten Thomas Hartsprong en Jan van Wieringen en ten westen Jan van der Hart en Jan Muserie. Koopsom 600 gulden.
plaatsnaam Aarlanderveen
protocollen Aarlanderveen 1757-1758
inventarisnummer 16
bladzijde 85
datum 23-07-1757
inhoud Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs als executeurs van het testament van Barend Vergunst voor notaris Adrianus Feger te Aarlanderveen, d.d. 24-09-1756, verkopen aan Teunis Turkenburg te Alphen een perceel wei- als hooiland in de gecombineerde Zuid- en Noordeinderpolder, verongeld voor 3 morgen, strekkend van de Lage Rijndijk tot Cornelis Bosman, belend ten oosten de heer Van der Steen en ten westen de verkopers. Koopsom 700 gulden.
plaatsnaam Aarlanderveen
protocollen Oudshoorn 1759-1763
inventarisnummer 22
bladzijde 193v
datum 04-05-1762
inhoud Extract van het testament van Barend Vergunst, gepasseerd d.d. 24-09-1736 voor notaris Adrianus Feger in Aarlanderveen. Barend was weduwnaar van Maartje Molenaar, wonende aan de Lage Zijde van de Rijn in Aarlanderveen en hij wees aan tot executeurs en voogden zijn zoon Gijsbert Vergunst en schoonzoon Maarten Meurs.
vervolg a folio 194v. 04-05-1762. Bovengenoemde executeurs verkopen aan Gijsbert Vergunst een derde deel van 2 morgen 4 hond wei- en hooiland in de Grote polder, strekkende uit de Aar tot Aalbert Wervelman c.s., belend ten zuiden Cornelis Willemsz Rijnsburger en ten noorden de volgende partij; nog een derde deel van 2 morgen wei- en hooiland, ook aldaar, strekkend vanaf de Aar tot Gerbert Honkoop, belend ten zuiden de vorige partij en ten noorden Jan Willemsz Outshoorn, waarvan reeds 2/3 deel van de koper is. Prijs 251 gulden.
plaatsnaam Oudshoorn
protocollen Zwammerdam 1760-1778
inventarisnummer 29
bladzijde 31
datum 01-11-1762
inhoud Adrianus Vermeule, getrouwd met Marijtje van Heusden, mede met procuratie van Neeltje van Heusden, volgens akte voor notaris Daniël van Beeke d.d. 07-01-1756, en voor Cornelis van der Meulen, getrouwd met Catharina van Heusden, wonend te 's-Gravenhage, allen als kinderen van Gijsbert van Heusden, verkopen aan Gerrit Teijssen, wonend te Oudshoorn, een huis en erf met houtzaagmolen, genaamd "den Palmboom", met loodsen, schuren, schuitenhuis, viskaren, balkhavens, knechtsbehuizing etc., stekkend van de Hoge Rijndijk tot in de Rijn, belend ten oosten de wijk van de weduwe Kaasenbrood en ten westen de Remonstrantse kerk; nog een huis en erf met twee woningen, gelegen als het vorige, belend ten oosten Jan Pellen en ten westen de weduwe Caasenbrood, jongste eigendomsbrief van 20-02-1734, waar nu in wonen Gerard Taat en Lijsbeth Vuijk; nog een tweede molen, zijnde een achtkanten houtzaagmolen, gebouwd in 1740, genaamd "den Akkerboom", aan de Hoge Rijndijk dicht bij het dorp Zwammerdam, met huis, knechtswoning, stalling en wagenhuis, mede een schuur van twee verdiepingen, een extra ordinaire schuur, een ruime houttuin met erven en eiken houten wallen, belast met 6 gulden jaarlijkse erfpacht aan Barend Vergunst en Gijsbert en Jacob Romeijn volgens brief van 28-10-1738 gepasseerd door Gijsbert Vergunst en Maarten Meurs, beiden wonend onder Alphen, als voogden over de minderjarige erfgenamen van Barend Vergunst, die woonde te Aarlanderveen, volgens testament van 24-09-1756 te Aarlanderveen. De molen belast met 5 gulden per jaar windgeld. Koopsom 6000 gulden.
plaatsnaam Zwammerdam
In het kohier van het zout-, zeep-, here- en redemptiegeld van 1691/1692 in Oegstgeest wordt onder de "halve capitalisten" ene Jan Barendtsz. als pannenbakker vermeld. Waar zijn pannenbakkerij lag, wordt niet aangegeven. Van een volgende pannenbakker, Cornelis Meurs, is dat wel bekend.
Op 22 december 1712 wordt op last van het gerecht van de heerlijkheid Oegstgeest beslag gelegd op "de steenaarden, sijnde in 't land bij 't Valkenburger Veer, toebehorende Cornelis Meurs tot so lange toe de voornoemde Cornelis Meurs sal hebben gestelt cautie voor 't wel toemaecken en voor de ordinaire en extra ordinaire verponding".
Waarschijnlijk floreert zijn pannenbakkerij niet. Blijkens het kohier van het familiegeld over 1715 hoeft Meurs niets te betalen. Zijn verklaring "Ick ondergeschreven segge onmacht te sijn; hier niet aan te kunnen geven", zegt genoeg. Cornelis Meurs staat al in het oudste kohier van de omslag van de dorpskerven van 1703 als pannenbakker.
In 1719 worden de kinderen van Cornelis Meurs aangeslagen, die kort daarna de pannenbakkerij van de hand doen.
De nieuwe eigenaar, vanaf 1720 vermeld in de kohieren, is Barend Vergunst.
Schout en schepenen verlenen hem op 15 augustus 1722 consent om de steenaarde in het land behorend bij de pannenbakkerij gelegen bij 't Valkenburger Veer, voor zover nog aanwezig, te mogen uitaarden. In de rekeningen van de ontvanger van de ordinaris verponding wordt van 1734 tot en met 1760 jaarlijks een post geboekt op naam van "Daniël en Barend Vergunst van haar Pannebackerije". Waarschijnlijk vormt de pannenbakkerij al die jaren een soort familiebedrijf, want vanaf 1727 wordt in andere bronnen ook ene Gijsbert Vergunst vermeld.
In 1742, bij de personele quotisatie, wordt bij huis nr. 118 Gijsbert Vergunst, pannenbakker, genoemd, maar in 1748 staan Gijsbert en zijn vrouw Elsie van Luijn voor de hoofdelijke omslag te boek voor huis nr. 117, Daniël en Barend Vergunst voor de pannenbakkerij, nr. 118. Na die tijd komt alleen Gijsbert nog voor in andere Oegstgeester bronnen dan de verpondingsrekeningen, steeds vermeld als pannenbakker. Gijsbert Vergunst is rond 1756 uit Oegstgeest vertrokken.
In zijn plaats komt Arij Buijtendijk. Vanaf 1761 staat deze Buijtendijk in de rekeningen van de verponding "loco Daniël en Barend Vergunst over haar pannenbakkerij bij het Valkenburger Veer". Buijtendijk blijkt zowel eigenaar van de pannenbakkerij nr. 118 als van het hierbij gelegen huis nr. 117 te zijn.
|