Aantekeningen |
- Bij de tekening:
Situatietekening van de zuidelijke pannenbakkerij van Kloot aande Heimanswetering omstreeks het eerste kwart van de 19e eeuw. In het midden is duidelijk de kleistaat te zien.
Bij de foto:
Heimanswetering met de pannenbakkerijen van Kloot (links) en van Van Oort (rechts)
Ook: Cloot
Wanneer Matthijs zich in Oudshoorn vestigde is niet precies bekend.
Hij was organist in de N.H.-kerk te Oudshoorn van 01-03-1786 tot 01-08-1806. Hij werd op 18-02-1786 benoemd op een jaarsalaris van ƒ 130,-. In de jaren 1800 - 1805 was hij ook kerkmeester.
Hij wordt in de op 5 april 1791 nieuw opgemaakte lidmatenlijst van de Hervormde gemeente genoemd, maar zijn inschrijving of datum van belijdenis ontbreekt. In 1791 woont hij aan de weg van 's-Molenaarsbrug naar Woubrugge, waarschijnlijk ten huize van Cornelis Leliveld en nabij de woning van de pannenbakker Harmen Meurs aan de Heimanswetering. Mogelijk is Matthijs bij Meurs als werknemer in dienst gekomen. Een jaar later trouwde hij met Geertje Vergunst, dochter van Jan Vergunst en Aaltje Meurs. Op die manier kwam een familierelatie Kloot-Meurs tot stand, die zes jaar later werd verstevigd toen Matthijs als weduwnaar hertrouwde met Marijtje Meurs, dochter van Harmen. Door dit tweede huwelijk kwam Matthijs Kloot in het bezit van de pannenfabriek, die reeds in 1632 was gesticht door Frans van Meurs uit Kleef. Deze pannenfabriek (firma van Rijn en Kloot) stond tegenover de N.H.-kerk te Oudshoorn. In die kerk bevindt zich nog het familiewapen van Abraham Meurs, schepen, in één van de ramen.
De weduwe van Harmen Meurs, Geertje Kalkoven, verkocht haar helft in het bedrijf in 1808 aan haar schoonzoon Matthijs Kloot. Hij was in 1806 al eigenaar geworden van de andere helft die hij toen kocht van zijn aanbehuwd tante Trijntje van der Hut, de weduwe van Pieter Meurs.
Matthijs beperkte zijn activiteiten tot de pannenbakkerij. Zijn enige volwassen geworden zoon, de in 1804 geboren Hermanus, nam in 1827 de pannenbakkerij van zijn vader over.
De nazaten veranderen in 1902 bij Koningklijk Besluit de naam Kloot in van der Kloot Meijburg.
Zie ook artikel van W.M.C. Regt in de Rijnbode van 24-04-1936.
van: www.groenehartarchieven.nl:
De pannenbakkerij van de familie Kloot/Van der Kloot Meijburg te Oudshoorn.
De dakpanindustrie nam in de gemeenten, die vanaf 1918 Alphen aan den Rijn vormen, een belangrijke plaats in het economische leven in. Dakpannen werden gedurende een aantal eeuwen zowel in Aarlanderveen, Alphen en Oudshoorn vervaardigd. De bronnen geven veel versnipperde informatie over pannenbakkerijen in de drie afzonderlijke dorpen. Beschrijving van de bedrijven in één artikel zou leiden tot een omvangrijke brij van gegevens. Daarom is gekozen voor een schets van de afzonderlijke bedrijven. Onderstaand de pannenbakkerij van de familie Kloot aan de Oudshoornse Heimanswetering.
De Aarlanderveense dakpannenfabriek stond langs de Rijn aan de huidige Raadhuisstraat. Ook de Alphense dakpannenfabriek stond aan die rivier. De Oudshoornse pannenbakkerijen stonden langs de Heimanswetering. Ligging aan deze waterwegen was een gevolg van de mogelijkheid van aanvoer van de grondstof, de klei en afvoer van het product, de dakpannen. Bovendien was de aanwezigheid van klei in de directe omgeving een extra reden tot vestiging. In Oudshoorn lagen de pannenbakkerijen aan de oostkant en aan de westkant van de Heimanswetering.
Aan de westkant waren vanaf de zeventiende eeuw twee pannenbakkerijen gesitueerd. De zuidelijk gelegen pannenbakkerij wordt voor het eerst genoemd in 1630. Het bedrijf was toen eigendom van Pouls Jans van Coolhoven en Christophell van Nieuwenhoven. Na een aantal opeenvolgende eigendomsoverdrachten, kwam het bedrijf rond 1640 in handen van Abraham Fransz Meurs. Het bedrijf bleef vervolgens meer dan anderhalve eeuw in deze familie. Na Cornelis Meurs, Hendrick Abrahamsz Meurs en Pieter Cornelisz Meurs werd in 1733 Cornelis Pietersz Meurs eigenaar. Zijn zoons Pieter en Harmen waren de laatste generatie Meurs die de pannenbakkerij in eigendom hadden. De weduwe van Harmen Meurs verkocht haar helft in het bedrijf in 1808 aan haar schoonzoon Matthijs Kloot. Hij was in 1806 al eigenaar geworden van de andere helft die hij toen kocht van zijn aanbehuwd tante Trijntje van der Hut, de weduwe van Pieter Meurs.
Matthijs Kloot werd omstreeks 1766 in Schoonhoven geboren als zoon van Willem Kloot en Willempje de Bruijn. Wanneer Matthijs zich in Oudshoorn vestigde is niet precies bekend. Hij wordt in de op 5 april 1791 nieuw opgemaakte lidmatenlijst van de Hervormde gemeente genoemd, maar zijn inschrijving of datum van belijdenis ontbreekt. In 1791 woont hij aan de weg van ’s-Molenaarsbrug naar Woubrugge, waarschijnlijk ten huize van Cornelis Leliveld en nabij de woning van de pannenbakker Harmen Meurs aan de Heimanswetering. Mogelijk is Matthijs bij Meurs als werknemer in dienst gekomen. Een jaar later trouwde hij met Geertje Vergunst, dochter van Jan Vergunst en Aaltje Meurs. Op die manier kwam een familierelatie Kloot-Meurs tot stand, die zes jaar later werd verstevigd toen Matthijs als weduwnaar hertrouwde met Marijtje Meurs, dochter van Harmen. Matthijs beperkte zijn activiteiten tot de pannenbakkerij. Zijn enige volwassen geworden zoon, de in 1804 geboren Hermanus, nam in 1827 de pannenbakkerij van zijn vader over.
Van de meest noordelijke is het stichtingsjaar vrij nauwkeurig aan te geven. In 1649 stelde de pannenbakker Barent Heijndricksz zijn pannenbakkerij als onderpand voor de betaling van hout, steen, kalk, ijzerwerk en arbeidsloon voor zijn “nieuw panwerck ende schuijt”. De pannenbakkerij zal dus in hetzelfde jaar, of misschien een jaar eerder, zijn gebouwd.
Na een aantal tussenliggende eigenaren, werd de pannenbakkerij in 1749 voor de helft eigendom van Cornelis van Rijn. Het bedrijf bleef daarna ruim een eeuw in eigendom van de familie Van Rijn tot het in 1855 werd verkocht aan Hermanus Kloot, die ook de aangrenzende pannenbakkerij in eigendom had. Waarom Hermanus het bedrijf van zijn buurman overnam is niet bekend. Wellicht speelde het uitschakelen van concurrentie een rol. Meer waarschijnlijk is het echter dat hij het bedrijf kocht voor zijn zoons. Waarschijnlijk met datzelfde doel breidde hij in later jaren zijn activiteiten uit. In 1867 kocht hij een kalkbranderij, gelegen naast de pannenbakkerij. In 1875, of mischien al eerder, begon hij een leerlooierij. Alle activiteiten werden uitgevoerd in samenwerking met zijn zoons. Daartoe werden verschillende firma’s in het leven geroepen; de pannenbakkerij "van Rijn en Kloot", pannen- en tegelfabriek "H. Kloot & Co." en de leerlooierij "H. Kloot en Zoon". Na het overlijden van Hermanus in 1889, werden de bedrijven voortgezet door de broers Matthijs (1852-1908), Hermanus Hendrikus (1855-1942) en Hendrikus Johannes (1869-1911), van wie de familienaam Kloot bij Koninklijk Besluit van 18 maart 1902 werd gewijzigd in Van der Kloot Meijburg. Na het kinderloos overlijden van Matthijs en het ongehuwd overlijden van Hendrikus Johannes, kwamen de leerlooierij en pannenbakkerijen in handen van Hermanus Hendrikus. De pannenbakkerijen werden samengevoegd. Zijn dochter Hendrika Johanna van der Kloot Meijburg was als laatste lid van de familie bij de bedrijven betrokken als eigenaresse. De pannenbakkerij werd in de loop van de jaren zestig van de twintigste eeuw overgenomen door de firma Van Oordt & Co, die een pannenbakkerij aan de oostkant van de Heimanswetering had. De opstallen werden in de jaren daarna afgebroken. Met de afbraak kwam er een einde aan een geschiedenis van meer dan drie eeuwen pannenbakkerijen op deze plaats.
Streekarchief Rijnlands Midden:
Oudshoorn volkstelling 1829, blz.21
naam Matthijs Kloot
partner Marijtje Meurs
adres Oudshoorn, Lagen Rijndijk 77
kerk Ger
beroep bouwman
Oudshoorn volkstelling 1839, blz.99
naam Matthijs Kloot
partner Marijtje Meurs
adres Oudshoorn, huisnummer 77
kerk Ger
beroep landbouwer
repertorium Koudekerk aan den Rijn 1821-1823
inventarisnummer 5240
aktenummer 559
bladzijde 9
datum 10-05-1822
inhoud Arie Dam, broodbakker en zijn huisvrouw Geertje Kloot, beide wonende te Aalsmeer, passeren een obligatie ten behoeve van Catharina Wilhelmina van der Pot, wonende te Rotterdam, groot in kapitaal 15.000 gulden, losbaar in zeven termijnen,
rentende vijf procent, ingegaan zijnde 15-04-1822, onder speciaal verband van een windkorenmolen, huizing en erve staande en gelegen onder de gemeente Alphen, gequoteerd nr. 99 en 100 en onder borgtocht van Mattijs Kloot, pannenbakker en diens
huisvrouw Marijtje Meurs, beide onder de gemeente van Oudshoorn woonachtig, die tevens verbinden twee huizen en erven mitsgaders pannen- en tegelbakkerij met enige percelen land onder de gemeente van Oudshoorn gelegen en nog enige partijen land gelegen onder Koudekerk.
|