Aantekeningen |
- Uit De Viergang nr. 112
Raadhuisstraat nrs. 206-208
De eerste keer dat een Allart werd genoemd als eigenaar van de panden Raadhuisstraat nrs. 206 en 208 (in het verleden aangeduid als de nrs. 257 en 259) was in 1827. Hij kocht ze van Dirk Turkenburg jr. voor een bedrag van 3.000 gulden. Waarschijnlijk huurde J.F. Allart het pand nr. 206 al vanaf 1810. (H.G.: Dit moet de overgrootvader zijn van deze J.F. Allart.) Oorspronkelijk waren de twee panden gescheiden door een steeg. Deze zou later worden opgenomen in het totale pand van Allart. De huidige voorgevel herinnert er nog aan dat het eens twee panden waren. In de kadastrale legger van 1867, samenhangend met het overlijden van J.F. Allart, wordt aangegeven dat de percelen weer waren gesplitst. In 1908 werden zij samengevoegd en in 1916 vond herbouw van de woning/winkel plaats.
In 1905 besloot W.C. Allart in perceel nr. 208 naast de apotheek ook een drankhandel te beginnen, o.a. om zich in te dekken tegen de afnemende verkoop van geneesmiddelen; de plaatselijke artsen gingen zelf bij de groothandel hun medicijnen inkopen.
In 1924 kocht Allart een weiland van Hendrik Maarten van Donk, slager in de Raadhuisstraat nr. 214, ter grootte van 67 are en 30 centi-are. Dit land strekte zich uit achter de woning en de apotheek tot de huidige Toussaintstraat. Dit werd de tuin van de familie Allart. In 1937 liet men er een garage in zetten. Bij de boedelscheiding op 25 september 1953, naar aanleiding van het overlijden van J.F. Allart, werd het bezit aan onroerend goed beschreven als 'een dubbel pand aan de Raadhuisstraat 206 en 208, ingericht voor winkel en woonhuis met apotheek en laboratorium met afzonderlijke garage en tuin...'6 In 1973 werden aan de Toussaintstraat, in de achtertuin van apotheek Allart, een nieuwe apotheek en een nieuw woonhuis gebouwd. De percelen aan de Raadhuisstraat werden daarna verhuurd aan Van Arkel Verlichting B.V.
In 1975, nadat het pand nr. 204 dienst had gedaan als bouwkeet tijdens de nieuwbouw van de apotheek, kreeg H.H.J. Allart bij beschikking geldelijke steun voor de afbraak van de rug-aan-rug woningen nrs. 160 t/m 170 en 194 t/m 204.7 Toen deze twaalf woningen waren afgebroken, gebruikte Allart de vrijgekomen ruimte voor zijn angora geiten (het geitenweitje). Er werden schuttingen gebouwd en hij liet achter het pand nr. 206 een nieuwe septic tank aanleggen waarvan ook de familie Van Arkel gebruik mocht maken.
|