Aantekeningen |
- Uit Gens Nostra, nr. 9 van september 2014:
(vervolg van vader Henrick).
Laurens (Lourens, Louris) Hendricxsz van der Hidde, geboren 1611/1612, repareerde enige roede kade van de Heerenwegsche polder (1653), baggerde in de predikantstuin (circa 1653), arbeider (1674), later bouwman (1680, als Lourens Hidde), maakte kaas, molenmeester van de Oudendijkse polder (1667-1668), schepen, gezworene en schotkerver te Esselickerwoude (1671-1676), klein getaxeerde (1680), zijn gezin bestond in 1680 uit 'drie' personen, aangeslagen voor f 2-10 voor de hoofdelijke omslag voor kerk en school (1666-1668), huurde een huis met twee haardsteden van Jan Willemsz Outshoorn (1666), borg voor zijn zoon Willem (1670), voogd over zijn nicht Trijntje Claesdr van der Hidde (1652), overleden Woubrugge (doodkleed betaald 6 april) 1690, trouwt vóór 1647 Lijsbeth (Lijsabeth) Abrahamsdr, zuster van Teunis Abrahams, dochter van Abraham Evertsz, schipper, die zich in 1647 borg stelde voor Laurens, en Maritge Willemsdr. De eerste transactie waarin we Laurens tegenkomen is op 14 november 1639 als hij een halve morgen turfland van de hand doet. Voor de schuld van 100 gulden die Laurens op 3 mei 1647 overeenkwam met de armmeesters van Esselickerwoude stelde Abraham Evertsz, zijn schoonvader, zich borg. Tot en met 1688 zijn jaarlijkse betalingen van vijf gulden hiervan in de rekeningen van de armmeesters terugte vinden.
De schoonfamilie van Laurens blijkt uit een transportakte gepasseerd op 18 mei 1650. Toen verkochten Evert Abrahamsz, Cornelis Abrahamsz, Dirck Abrahamsz, vervangende Anthonis Abrahamsz, hun broeder, Laurens Henricx gehuwd met Lijsbeth Abrahams en mede voor de weeskinderen van zaliger Willem Abrahamsz, kinderen en kinds kinderen en erfgenamen van Abraham Evertsz een huis en erve te Woubrugge aan Willem Claesz Moij, gehuwd met Baertge Abrahams, mede erfgenaam. Hierna verwierf Laurens diverse percelen land: in 1658 één morgen turfland in de Heerwegsepolder en nog eens een halve morgen. En in 1663 1/2 hond van zijn neven Jan Cornelisz van Egmond en Claes Cornelisz van Egmond, zonen van Cornelis Jansz Schaeckelaer (alias van Egmond). Die laatste partij deed hij in 1671 over aan zijn schoonzoon Hendrick Jansz Graeff.
Op 23 maart 1688 spande Crijn Evertsz Beeckenes een proces aan tegen Laurens. De eis luidde f 36,-. Kennelijk had Laurens verzuimd zijn knecht te betalen.
(vervolg bij zoon Willem)
|