Aantekeningen |
- Uit Gens Nostra, jaargang 69, nr. 9:
(vervolg van zwager Hendrik Willem, broer van echtgenote Maria Helena)
Hendriks zwager Jacobus Johannes Hoogeboom, die getrouwd was met Maria Helena Tieleman, was ook dekenfabrikeur. Hij woonde enkele huizen verder op de Herengracht. In 1815 kocht hij het huis en de bedrijfsruimten van zijn overleden zwager. In 1840 ging hij een vennootschap onder firma aan met zijn in 1818 geboren tweede zoon Jacobus Johannes junior onder de bedrijfsnaam Firma J.J. Hoogeboom en Zn. Ik duid vader en zoon hierna aan met Senior en Junior. Het bedrijf was inmiddels onder andere uitgebreid met een fabrieksgebouw aan de Oranjegracht en er werkten bijna 20 werklieden. Krantenberichten over de dekens die waren ingestuurd voor een tentoonstelling van inlandse nijverheid en kunst in 1847 in Utrecht laten zien dat de firma af en toe aan de weg timmerde. Toch zat er weinig toekomst in het bedrijf, waarschijnlijk omdat er voor zover bekend in tegenstelling tot veel andere bedrijven niet met stoomkracht werd gewerkt. In 1869, toen Senior 80 was en Junior 51, werd de firma ontbonden. De huizen en de bijbehorende gebouwen van de firma werden verkocht. In 1840, vrijwel tegelijk met de oprichting van de vennootschap met Junior, werd Senior eigenaar van een ander textielbedrijf waar wel met stoomkracht werd gewerkt. De spinnerij en vollerij van J. Heykoop aan de Ververstraat, in het noordwesten van de Leidse binnenstad, werd openbaar verkocht, en Senior was de hoogste bieder. Het was een flink bedrijf met zo'n 40 werklieden waar wol werd bewerkt om er garens van te maken. Seniors oudste zoon Hendrik Willem Hoogeboom werd aangewezen om het bedrijf voort te zetten. Hij plaatste advertenties waarin hij zich aanbeval "in de gunst der Fabriekanten" en toezegde "door eene zorgvuldige bediening der Goederen, waarvan de bediening aan hem wordt toevertrouwd, zich dezelve waardig te maken". Toch werd zijn ondernemerschap kennelijk geen succes, en zeker niet in de ogen van zijn vader. Eind 1843 verscheen een advertentie met de tekst: "Bij vonnis derArrondissements-Regtbank te Leyden, in dato veertien November 1800 drie en veertig, is ter requisitie van den Heer JACOBUS JOHANNES HOOGEBOOM, Fabrikeur, woonende te Leyden, zijn Zoon HENDRIK WILLEM HOOGEBOOM, vroeger Fabrikeur, thans Loonspinner, mede te Leyden woonachtig, gesteld onder Curateele."
Welke argumenten Senior heeft aangevoerd voor de ondercuratelesteĆ¼ing is helaas onbekend: de archieven van de Leidse rechtbank zijn verloren gegaan. De fabriek werd tot omstreeks 1847 voortgezet door zijn schoonzoon Abraham Montagne die als curator optrad; daarna werd Senior zelf in de patentregisters als de ondernemer genoemd. Misschien werkte Hendrik Willem nog mee in de fabriek. Hij bleef met zijn gezin tot omstreeks 1850 bij de fabriek wonen en overleed in 1853, twee dagen voor de geboorte van zijn zesde kind.
(zie verder bij Paulus Glaudus Cornelis Eigeman, de echtgenoot van dochter Maria Helena)
|