Aantekeningen |
- Bij de 1e foto:
De Bruggestraat en de brug met de dubbele klap. Links met fiets Jacob Jelle (Jaap) de Grauw.
Bij de 2e foto:
Trouwfoto van Jacob Jelle (Jaap) de Grauw en Corrie Carsjens in 1937 in de ingang van de Oudshoornse kerk.
Bij de 3e foto:
Jacob Jelle (Jaap) de Grauw, eigenaar van de slijterij, wijnhandel en distilleerderij in de Raadhuisstraat nr. 240. Hij staat hier in de ingang van zijn winkel.
Bij de 4e foto:
Jacob Jelle (Jaap) de Grauw op de fiets, met achterop zijn zoon Johannes Jacob Jelle, voor hotel 'De Vergulde Wagen'; rechts met markies, de winkel van 'Maison Jollie', Raadhuisstraat nr. 242 (archief auteur).
Bij de 5e foto:
Jacob Jelle de Grauw was een verwoed motorrijder en bezocht zijn klanten bij voorkeur per motorfiets.
Uit De Viersprong nr. 106:
(vervolg van vader Bertus)
Het vierde kind van Johannes en Maartje, Jacob Jelle (Jaap) de Grauw (1913-1985), werd op 26 augustus 1913 te Aarlanderveen geboren. Hij trouwde op 5 augustus 1937 te Alphen aan den Rijn met Cornelia Magdalena (Corrie) Carsjens, die op 8 november 1909 te Oudshoorn het levenslicht zag als dochter van Frederik Martin Carsjens (1874-1954) en Geertje Bulk (1875-1957). De naam Carsjens was in onze omgeving wel bekend; Frederik Martin Carsjens was eigenaar van rederij 'Rijnland' die met motorboten en later ook met vrachtauto's diensten onderhield voor vrachtvervoer tussen Alphen aan den Rijn en Rotterdam. Zijn vader, ook Frederik Martin Carsjens genaamd, had al in 1855 de Stoombootmaatschappij Carsjens opgericht, die oorspronkelijk in Alphen en Oudshoorn was gevestigd en grote regionale betekenis kreeg (zie artikelen in 'De Viersprong', nr. 101 van november 2009" en nr. 102 van februari 2010).
Jaap de Grauw stichtte in 1935 in de Wilhelminalaan nr. 30 een eigen distilleerderij en later ook een opslag van wijnen. Daarnaast nam hij in 1939 de slijterij en wijnhandel in de Raadhuisstraat van zijn vader over. Na de bezettingsjaren werden de distilleerderij en de opslag van wijnen overgebracht naar een pand in de Raadhuisstraat clat achter de winkel en het woonhuis (nr. 240) lag. De zaak groeide uit tot een bedrijf met vijf winkels en een groothandel.
Uit het huwelijk werden twee zonen geboren: de auteur van dit artikel, Johannes Jacob Jelle (Jelle, 1938) en Frederik Martin (Fred, 1945). Vader Jaap overleed in Alphen aan den Rijn op 23 juni 1985. Zijn vrouw stierf in 2003 te Leiderdorp.
(vervolg bij zoon Frederik Martin)
Uit De Viersprong nr. 106:
DRANKENHANDEL DE GRAUW
(vervolg van vader Johannes)
De winkel van Jacob Jelle (Jaap) de Grauw
Op 1 juli 1940 nam Jacob Jelle (Jaap) de Grauw officieel de winkel aan de Raadhuisstraat nr. 240 van zijn vader over. In 1941 liet hij zich bovendien bij de KvK inschrijven als 'Wijnkoperij/distilleerderij Jelle de Grauw', gevestigd aan de Wilhelminalaan nr. 30, 'filiaal van J.J. de Grauw in de Raadhuisstraat'. Hij meende meer omzet te kunnen halen bij de beter gesitueerden die vooral te vinden waren in de Bollenstreek tussen Leiden en Haarlem, in Amsterdam en in het Gooi. Hiertoe richtte hij aan de Wilhelminalaan een magazijnpakhuis in, naast de reeds bestaai distilleerderij. Om dit te kunnen financieren leende hij geld, te weten ƒ 500 van zijn schoonvader F.M. Carsjens, en ƒ 500 van kolenhandelaar Jongenburger in de Prins Hendrikstraat.
De Tweede Wereldoorlog vertraagde uiteraard de toekomstplannen van Jaap, maar daarna kon hij zich snel van een aanzienlijke klantenkring verzekeren. Na enkele jaren werd het pand in de Wilhelminalaan afgestoten en concentreerde Jaap zijn activiteiten in de Raadhuisstraat. Inmiddels had hij zijn zaak de naam gegeven van 'Wijnkoperij-distilleerderij Jelle de Grauw en Co, Raadhuisstraat nr. 240 te Alphen aan den Rijn'. Bovendien kon hij de drie winkelpanden nrs. 234, 236 en 238 met bijbehorende grond aankopen. Die grond gebruikte Jaap voor zijn eigen bedrijf en liet daar een pakhuis en distilleerderij bouwen. De winkels werden verhuurd, onder anderen aan schoenmaker en winkelier in lederwaren J.H. Benard, kapper C. Versluis, later H.PJ. van der Steenhoven, en aan boekwinkelier A.G. Kemp. Tussen Kemp en Gaalswijk (schoenmaker en schoenenverkoper) was een brede poort die voorheen toegang gaf tot het 'zaaltje van Kemp' waar op zondag werd gepreekt en dat in de bezettingsjaren als schoollokaal was gebruikt.
De winkel op nr. 240, waar de slijterij en wijnhandel waren gehuisvest, was eigendom van buurman Jollie, die op nr. 242 een banketbakkerij had; zijn opvolgers waren achtereenvolgens P. Hofman en J.C.M. Peterse. Daarnaast, op nr. 244, stond op de hoek van de Van Boetzelaerstraat, het vanouds bekende hotel 'De Vergulde Wagen'.
Zestig jaar
Op 1 augustus 1950 vierde Jaap de Grauw het zestigjarig bestaan van zijn slijterij en wijnhandel, de firma Jelle de Grauw & Co. Vanaf 1912 was de winkel altijd hetzelfde gebleven. Ter gelegenheid van dit jubileum werd deze prachtig gerestaureerd en feestelijk heropend. Deze kreeg nu door haar bijzondere inrichting min of meer het karakter van een bar, omdat er naar het ingenieuze ontwerp van de heer W. van Diest een toog was gemetseld, waardoor een afzonderlijke verkoopruimte ontstond. De ruimte kon met een smeedhekwerk worden afgesloten. De gehele winkelruimte was met een eiken lambrisering betimmerd en daarboven waren de muren bespannen met bruine jute. De gesloten en prachtig uitgevoerde etalagekast gaf de winkel' iets intiems, wat nog werd versterkt door de donkere kleuren van het interieur. Een prachtige verlichting ving het bezwaar van deze kleuren weer op. De renovatie werd door verschillende Alphense bedrijven uitgevoerd. 'De inrichting van deze winkel is een van de mooiste in onze gemeente geworden', schreef 'Rijn en Gouwe' van 1 augustus 1950.
Herinneringen
Fred de Grauw, zoon van Jaap, herinnert zich nog dat de klanten met een lege fles kwamen om deze te laten vullen met jenever of brandewijn. Volgens de wet mocht er in de winkel geen alcohol worden geschonken en dus maakten vader en moeder De Grauw een hoekje in de gang, onder de trap, waar de flessen met een speciale maat werden gevuld.
Van de zoons Jelle en Fred werd verwacht dat zij in hun vrije tijd meehielpen in de zaak. 'Zat je net lekker aan je huiswerk, moest je weer op de fiets ergens heen om drank te bezorgen. Vader vond klantenbinding erg belangrijk en als je protesteerde, zei hij "het is toch ook jouw boterham"!'
Nieuwe vestigingen
Tot 1965 stookte Jaap de Grauw de sterke drank zelf, eerst achter de winkel in de Raadhuisstraat, daarna in het pand in de Van Boetzelaerstraat waar nu de Historische Vereniging is gehuisvest en vervolgens op de plaats waar later de bioscoop werd gebouwd.
Jaap maakte ook likeuren, waarvan hij de receptuur door jarenlange ervaring zelf had ontwikkeld. Hij gebruikte fraaie eigen etiketten op de flessen. Begin jaren zestig namen grote bedrijven als Bols en Bokma de productie over. Daar was niet tegen te concurreren. Jaap ging zich concentreren op de vestiging van meer slijterijen in de gemeente.
In 1963 werden hotel 'De Vergulde Wagen' en vervolgens banketbakkerij Jollie afgebroken. De slijterij van Jaap de Grauw werd nu het hoekpand tussen de Raadhuisstraat en cle Van Boetzelaerstraat. Het vrijgekomen terrein werd deels gebruikt om de Van Boetzelaerstraat te verbreden; het andere deel werd fietsenstalling. In de volksmond heette dit het fietsplein. Vroom & Dreesmann begon in 1964 met cle bouw van een groot winkelpand op het perceel tussen het erf van de slijterij van De Grauw en de Toussaintstraat. Jaap greep de reconstructie van dit belangrijke punt in het centrum van Alphen aan om zijn winkel/ woonhuis (Raadhuisstraat nr. 240) te renoveren. Tegen de bestaande bebouwing werd een nieuwe gevel geplaatst en de tweede verdieping werd eraf gehaald. Wat overbleef werd geïntegreerd in de nieuwbouw van een magazijn, bottelarij, distilleerderij en kantoor in de Van Boetzelaerstraat, tegen het pand van V&D aan en achter het bestaande winkel/woonhuis. De panden nrs. 234 t/m 238 werden gesloopt.
De hoogconjunctuur was nu in volle gang en ook het bedrijf van Jaap deed goede zaken. Alphen aan den Rijn raakte in trek als forensengemeente en het inwonertal steeg met forse schreden. Met de komst van nieuwe woonwijken ontstonden er ook nieuwe winkelcentra. Jaap volgde deze ontwikkelingen op de voet en groeide mee. Zo ging in 1969 de deur open van het eerste filiaal, slijterij 'Pschitt' genaamd, in een complex van noodwinkels aan de Diamantstraat.
In december 1970 vond de oprichting plaats van 'Wijnkoperij-distilleerderij Jelfra Spirits N.V.' De jongste zoon, Frederik Martin (Fred), werd medefirmant en ging met zijn vader de directie van het bedrijf voeren.
In 1973 vond de opening plaats van de nieuwe slijterij in winkelcentrum de Ridderhof. Het noodfiliaal aan de Diamantstraat werd opgeheven. De grote ontwikkeling van het bedrijf had tot gevolg dat de bedrijfsruimte achter de Raadhuisstraat, waarvan de ingang aan de Van Boetzelaerstraat was gelegen, moeilijk bereikbaar werd. Het voormalige veevoederpakhuis 'Bonda' in de Raadhuisstraat kwam te koop. Jaap aarzelde niet lang en kocht het pand. Het volgende jaar verhuisde hij met kantoor en magazijn naar Raadhuisstraat nr. 199. Inmiddels was men in het centrum op het terrein van kwekerij Lemkes begonnen met de bouw van een nieuw winkelcentrum, de Aarhof. Eind 1974 opende Jaap hier zijn tweede filiaal. Ook de uitbreiding van Alphen-Noord ging gestaag door en het derde filiaal kwam in een van de noodwinkels aan de Concertweg.
In 1976 werden het woonhuis en de werkplaatsen van mastenmakerij Van der Neut in de Raadhuisstraat nr. 177 te koop aangeboden. Jaap kocht het perceel, sloot zijn slijterij op nr. 240, verliet zijn woning en verhuisde naar Raadhuisstraat nr. 177 in een nieuw gebouwd pand. Het bestaande complex in de Van Boetzelaerstraat werd afgebroken om plaats te maken voor een groot gebouw met op de begane grond ruimte voor vier winkels voor de Alphense middenstand en op de eerste verdieping een zalencomplex. waarin een bioscoopexploitant vier bioscoopzalen liet inrichten. Op de hoek van de Van Boetzelaerstraat en de Raadhuisstraat kwamen coffeeshop 'Pico' en een nieuwe slijterij die beide door Jaap zelf werden geëxploiteerd. In de Raadhuisstraat, ten zuiden van de slijterij, kwam nieuwbouw, bestaande uit winkels met daarboven appartementen.
Een nieuwe uitdaging
In de begin van de jaren tachtig kwam een riant koopmanshuis aan de Rijnkade nr. 5 te koop, het monumentale pand annex de winkel - voormalige drogisterij van G. de Leeuw - aan de Van Mandersloostraat nr. 11. Jaap wilde aan de Rijnkade een restaurant vestigen en de winkel verhuren. De aankoop werd een feit, de winkel verhuurd en het monumentale pand grondig gerestaureerd onder toezicht van Monumentenzorg. Na de restauratie kwam hier restaurant 'Djorrish', een naam die Jaap zelf had bedacht. Hierin was de naam verwerkt van het vroegere hotel 'St. Joris', dat aan de overkant van de Rijn had gestaan, en van Dorriu' een restaurant in Amsterdam, waar men alleen typisch Hollandse gerechten serveerde. De exploitatie van 'Djorrish' werd verpacht. Burgemeester M. Paats verrichtte in maart 1984 de feestelijke opening.
Ruim een jaar later overleed Jacob Jelle op 72-jarige leeftijd.
(voor vervolg zie bij zoon Frederik Martin)
|