Aantekeningen |
- Bij de tekening:
Gezicht vanuit het oosten op de 's-Molenaarsbrug, circa 1900. Aan de overzijde zien we achter de boom het voormalige gemeeniandshuis van Rijnland en Woerden. Tegen de gevel van het pand links is in 1862 een nieuwe brugwachters-woning gebouwd.
Uit De Viersprong nr. 105:
In 1680 ontving het Hoogheemraadschap Rijnland een schrijven van een zekere Michiel van Abshoven. Deze had gehoord dat Claes Janszn. Onnosel was overleden en diende daarom een verzoek in om de pacht van de Heimans- of 's-Molenaarsbrug te mogen overnemen. Intussen verzocht de weduwe Onnosel de resterende pachtperiode tot 1 mei 1681 te mogen uitdienen met hulp van haar kinderen. Dat verzoek werd ingewilligd en pas kort voor het aflopen van de pachttermijn kwamen op 14 april 1681 de colleges van Rijnland en Woerden bijeen in het gemeenlandshuis aan de Heimansbrug om een besluit te nemen over het verzoek van Michiel van Abshoven. Rijnland stelde voor hem onder de gebruikelijke voorwaarden de pacht te gunnen met welk voorstel Woerden akkoord ging.
Vier dagen later, op 18 april 1681, ging Michiel, met het pachtcontract op zak. in Leiden in ondertrouw met Engeltje van Lugtenbergh. Uit de inschrijving blijkt dat de bruidegom afkomstig was uit Gelderland en de bruid uit Arnhem. Beiden waren toen woonachtig op het Rapenburg in Leiden. Na de aanstelling als brugwachter vestigde het echtpaar zich te Oudshoorn. In 1685 werd de pacht aan Michiel van Abshoven met vijf jaar verlengd, ingaande l mei, voor 250 gulden per jaar, maar die periode zou hij niet afmaken. Michiel overleed in december 1689 en werd op de 24e van die maand begraven in de kerk van Oudshoorn. Zijn weduwe nam zijn taak over en pachtte in 1701 voor het laatst voor vijf jaar cle doorvaartrechten.20
Nieuw- en aanbouw van het genieenlandshuis
In 1705 brandde het gemeenlands-huis af, waarna er een nieuw huis werd gebouwd. Dankzij het bewaard gebleven bestek en de tekeningen hiervan kunnen wij ons een beeld vormen van de binnen- en buitenkant van dit huis.
Het klokje dat aan de voorgevel hing, had de brand overleefd en werd in 1706 door het ambachtsbestuur van Oudshoorn verkocht. Omdat Oudshoorn sinds 1665 een eigen kerkgebouw had, was een klokje aan het gemeenlandshuis niet meer nodig.
(voor vervolg zie bij zoon Reinier)
|