Aantekeningen |
- Bij de eerste drie foto's:
Gezicht op resp. zij- en voorgevel van villa Weltevreden aan de Oudshoornseweg, opname gemaakt in oostelijke richting ca. 1910, en op de voorgevel van villa Weltevreden aan de Oudshoornseweg, opname gemaakt vanaf de weg in noordelijke richting ca. 1925. Derde foto: Oudshoornseweg met dezelfde villa.
De villa werd in 1879 in opdracht van Jacob Willem Clant gebouwd op de plaats van het oude buiten, het pand werd in de zomer van 1929 gesloopt volgens de laatste wil van de in 1928 overleden eigenaar Jacob Willem Otto Clant. Op deze plaats werden twee woningen en villa de Start gebouwd.
Bij de 4e afbeelding:
Kalkbranderij 'Zeerust' in de Gnephoek, gedeelte van het kadastrale minutenplan Oudshoorn, eind 19e eeuw (SARM).
Bij de 5e foto:
Kalkbranderij 'Zeerust', vlnr Hannes Schouten, Evert Verkerk, Brasker, (?), G. Verkerk sr., (?) en Jaap Wessels (foto, coll. J.A. Henry).
Bij de 6e foto:
Kalkbranderij 'Zeerust' (foto, coll. J.A. Henry).
Bij de 7e foto:
Een kalkpot wordt gevuld met schelpen (foto, coll. J.A. Henry).
Bij de 8e foto:
Kalkbrandenj 'Zeerust'. Chauffeur Van Doorn in de vrachtwagen van de firma Clant (foto, coll. J.A. Henry).
Bij de 9e foto:
Het dubbele woonhuis op het erf van kalkbranderij 'Zeerust'. Links woonde de familie Van Doorn, chauffeur bij de firma Clant, en rechts Johannes Postmus met zijn gezin, schipper op de westlander 'Voorwaarts l' van de firma Clant. Dit pand is gebouwd rond 1930 en afgebroken na de sluiting van de kalkbranderij in 1966 (foto, co//. mevr. M. van Berkel-van Diggelen, kleindochter van Johannes Postmus).
Zie ook de notitie bij Dirk Gerritszn. Turkenburg in deze database.
Uit De Viersprong, 24e jaargang nr. 93, november 2007
Kalkbranderijen in Oudshoorn
door A. J. J. van 't Riet
Beschrijving van de geschiedenis van de kalkbranderij "zeerust" in de Gnephoek.
De vierde kalkbranderij in Oudshoorn werd in 1840 of 1841 gebouwd. Op 18 december 1839 kocht Samuel Tierie van Stephanus Piek het herenhuis 'Zee-Rust' ('Zeerust') met koetshuis, paarden-stal en knechtswoning (daarvóór 'Vrijhoeven' genoemd). Op de bijgelegen grond liet de nog jonge Tierie - hij was in 1814 geboren -een kalkbranderij bouwen die bestond uit kalkpotten, leshuis en turfschuur. Al in januari 1842 deed Tierie, die werd aangeduid als kalkbrander, het herenhuis met aanhoren en de kalkbranderij weer van de hand. Hij vertrok in dat jaar naar Haarlemmerliede. Voor een bedrag van 30.000 gulden werd mr. Jan van Lakerveld eigenaar; hij was griffier van het kantongerecht te Brielle en woonde aldaar. Van Lakerveld betaalde 10.000 gulden contant, terwijl 10.000 gulden voor hem werd voldaan door Edward Twifs, rentenier te Zeist. Van Lakerveld bleef dus nog 10.000 gulden schuldig aan Tierie. De nieuwe eigenaar leende in 1846 nogmaals 10.000 gulden met als onderpand het herenhuis met kalkbranderij. Jan van Lakerveld liet in 1849 'Zeerust' veilen. De kalkbranderij werd omschreven als kapitale welbeklante en gunstig gelegene kalkbranderij met drie ovens, benevens een hecht, sterk en weldoortimmerd leshuis. groote turfschuur en knechtswoning. Ook waren bij de koop inbegrepen: bet herenhuis met verschillende grote en kleine boven- en benedenkamers waaronder eene een riant uitzigt hebbende ruime zaal en fraaie koepelkamer, grote keuken, wijn- en provisiekelders, zolders, dienstbodekamer en 'verdere commoditeiten', alsmede een koetshuis en paardenstal. De kopers moesten bovendien de gereedschappen, zand en schelpen tegen taxatiewaarde overnemen. Hoogste bieder was Everard Henrij Jean Cunaeus te Koudekerk voor 6.800 gulden. Bij de afslag, twee weken later, werd het complex door Hermanus Kloot, mede namens Jacob Willem Clant, afgemijnd op 625 gulden, waardoor de prijs dan zou uitkomen op 7.425 gulden. De verkoper besloot de goederen niet toe te wijzen, maar aan te houden. In augustus van hetzelfde jaar probeerde Van Lakerveld nogmaals van 'Zeerust' af te komen. De veiling werd gedaan op verzoek van Arie van der Vliet, als gemachtigde van Edward Twifs die op zijn beurt volmacht had van Jan van Lakerveld. Wellicht verwijst deze constructie naar de financiële noodzaak van de veiling. Twifs was immers een van de schuldeisers van Van Lakerveld. Hermanus Kloot was de hoogste bieder met 6.500 gulden. Een week later werd de kalkbranderij met drie potten, leshuis, turfschuur en knechtswoning, benevens de 'herenhuizing' genaamd 'Zeerust', met koetshuis, paardenstalling, tuin en moezerijgrond (groententuin), gelegen in de Gnepboek onder Oudshoorn, toegewezen aan Jacob Willem Clant en Hermanus Kloot, ieder voor een gelijk deel. Het tweetal betaalde voor het complex 6.720 gulden. Volgens Regt is de woning spoedig nadat Jan van Lakerveld op 1 mei 1850 vertrok, afgebroken. Het was Clant en Kloot duidelijk alleen om de kalkbranderij te doen. Die werd volgens de kadastrale registraties in de jaren daarna herhaaldelijk uitgebreid. In 1853 vond bijbouw plaats, in 1865 afbraak en nieuwbouw, in 1867 en 1868 bijbouw en in het jaar 1872 nieuwbouw. Intussen was de samenwerking tussen Clant en Kloot al in 1856 beëindigd en werd Jacob Willem Clant alleen eigenaar van de kalkbranderij. Clant was pannenbakker en fabrikant. Hij bracht in 1887 de kalkbranderij onder in een vennootschap 'Firma J.W. Clant en Zoon', waarin Jacob Willem en zijn zoon Jacob Willem Otto als vennoten optraden. In 1906 vond weer bijbouw plaats en in 1908 nieuwbouw. De kalkbranderij werd in 1927 ondergebracht in de 'N.V. Schelpkalkbranderij v/h J.W. Clant en Zoon'. Na nogmaals bouw, verbouw en bouw in respectievelijk de dienstjaren 1929, 1951 en 1956, vonden in 1966 een verbouwing en de verkoop van het bedrijf plaats, waarna de kalkbran-derij niet meer als zodanig in de kadastrale registratie werd vermeld en de kalkpotten uit het Oudshoornse dorpsbeeld verdwenen.
Jacob Willem Clant kocht in 1860 ook een kalkbranderij aan de Steekterweg in Alphen, die hij een jaar later liet afbreken.
|