Aantekeningen |
- Pieter begraaft een kind in Alphen
DTB 30, folio 57
begraven 24-11-1773
kind van Pieter Maartensz Meurs bi 149
Uit "De Viersprong", 25e jaargang nr. 95, mei 2008
De pannenbakkerijen in Alphen
door A. J. J. van 't Riet
Na een beschrijving van de eerste drie pannenbakkerijen aan de zuid-oever van de Oude Rijn, resp. 'Welvaert' / 'Zomer-vreug', 'Rust en Werk' en 'Zorgrust', volgt hier de beschrijving van de vierde.
Pannenbakkerij Meurs, later Oosthoek, aan de Emmalaan
Dichterbij het centrum van Alphen werd tussen 1720 en 1725 de vierde Alphense pannenbakkerij gesticht. De in Koudekerk wonende Jan Gerritszn. Meurs kocht in 1720 van de Alphense schout Adriaan Rosenboom en diens zuster Anna Rosenboom een stuk land voor 1.840 gulden. Vijf jaar later gaf Aartje Jansdr. Donker, weduwe van Jan Gerritszn. Meurs, een huis en pannenbakkerij met loodsen in onderpand voor ontgronding elders. In de marge van de transportakte van 1720 wordt vermeld dat Maerten Pieterszn. Meurs de pannenbakkerij had laten bouwen. Deze kantmelding roept echter enkele vragen op. Maerten Pieterszn. Meurs werd in Oudshoorn gedoopt in november 1707 en kan in de jaren twintig van die eeuw dus onmogelijk opdrachtgever voor de bouw zijn geweest. Wel is het mogelijk dat de pannenbakkerij ten behoeve van de minderjarige Maerten is gebouwd, bijvoorbeeld als geldbelegging, nadat zijn vader Pieter Corneliszn. Meurs in februari 1723 was overleden.
Pieter Meurs, de in 1737 geboren zoon van Maerten Pieterszn., werd in 1785 als eigenaar genoemd en na het overlijden van zijn weduwe, Geertje Stortenbeker, werd de onverdeelde helft van het bedrijf in 1795 getaxeerd en gewaardeerd op 4.250 gulden. De executeurs-testamentair van Geertje verkochten de pannenbakkerij met huis, erf, twee kampen land en een arbeidershuis in 1797 aan Johannes Elisa Goetzee voor het bedrag van 13.650 gulden. Goetzee verkocht het bedrijf al een jaar later aan Michael van der Meersch. Hij legde 600 gulden op de transactie toe, want Van der Meersch betaalde 5.040 gulden contant en nam een bestaande schuld van 8.000 gulden op het bedrijf over. samen 13.040 gulden. Van der Meersch verdiende acht jaar later wel behoorlijk op de transactie. Hij verkocht het bedrijf in 1806 aan Theodora Elisabeth Boon voor 14.880 gulden 8 stuivers. Enkele jaren na de aankoop door Theodora Elisabeth Boon bleek dat zij het bedrijf samen met haar man Lukas Boon voerde. Lukas, van beroep pannenbakker, noemde Theodora Elisabeth in 1812 zijn 'firmante'. Enkele jaren later werd de pannenbakkerij geveild, waarbij de Koudekerkse pannenbakker Arie van Rijn de hoogste bieder was voor 3-600 gulden. Het bod was voor de verkopers blijkbaar te laag, want de verkoop werd opgehouden. Na het overlijden van zijn vrouw verkocht Lucas Boon het bedrijf in 1821 aan Hendrik Cannegieter. De pannenbakkerij werd toen vermeld, als 'eene extra gelegene en welingerigte vanouds vermaarde pannebakkerij met deszelfs ovenhuis, waarvan sedert eenige jaren de ovens aanmerkelijk vernieuwd zijn'. Bij de pannenbakkerij behoorden een woonhuis, tuintje, ruime koe- en paardenstallen, arbeiderswoning, loodsen en wagenhuis. Ook de daarnaast gelegen 'hecht, sterk, extra drooge heerehuizinge' met twee behangen kamers, drie woonhuizen, een aantal percelen weiland en een perceel bosland veranderde van eigenaar. Dat gold eveneens voor de gereedschappen waaronder de kleistaal, twee paarden, 5 a 6.000 Nederlandse oftewel 10 a 12.000 'oude' ponden hooi en een baggerschouw. De gereedschappen met wat daarbij hoorde, werden voor 800 gulden overgenomen. Bovendien moest de koper de afspraken met het werkvolk nakomen. Cannegieter betaalde voor het geheel 12.500 gulden.
Twee jaar later, in november 1823, werd de Alphense bouwman Maarten Oosthoek eigenaar. De in Boskoop geboren Oosthoek was bijna 39 jaar oud toen hij de pannenbakkerij kocht.
(Zie verder bij Maarten Oosthoek, geb. ca. 1784)
Streekarchief Rijnlands Midden:
protocollen Alphen 1766-1772
inventarisnummer 37
bladzijde 30
datum 04-05-1767
inhoud COPIE. Pieter, baron van Reede van Oudshoorn machtigt Henricus Hollingerus, notaris, wonende te Alphen. Deze verkoopt aan Pieter Meurs, mede wonende te Alphen, de helft van 1 morgen 150 roeden houtland in de polder achter de Kerk, belend ten oosten en noorden burgemeester de Moor, ten westen Cornelis Rijnsburger, ten zuiden de verkoper. De andere helft behoort al aan de koper. Nog een sniepje land, beplant met wilgen, groot 18 roeden, belend ten oosten het voorn. houtland, ten westen de koper, ten noorden Cornelis Rijnsburger, ten zuiden de verkoper. Koopsom 420 gulden.
vervolg a folio 31. 21-05-1767. De koopakte aansluitend op voorgaande procuratie, met zelfde inhoud
plaatsnaam Alphen
protocollen Alphen 1766-1772
inventarisnummer 37
bladzijde 25v
datum 21-05-1767
inhoud Arij Dam, getrouwd met Neeltje Walings van Lelijveld, wonende te Oudshoorn, voor 1/3 deel, Jan Vergunst Danielz, mede wonende aldaar, getrouwd met Aaltje Maertensdr Meurs, mede Pieter Maartensz Meurs, wonende te Alphen, en Maarten van Eijk, schoolmeester te Mijdrecht, getrouwd met Neeltje Maartensdr Meurs, samen voor 1/3 deel, nog Jacob Pietersz van der Mark, getrouwd met Maartje Willemsdr Lelijveld voor 1/3 deel, samen erfgenamen van Neeltje Walings van Wormer, in leven weduwe van Willem van Lelijveld, volgens testament voor Hendrik Isaacç Kreet, notaris te Leiden d.d. 15-02-1754 verkopen aan Jacob Pietersz van der Mark, steenbakker te Alphen, een huismanswoning met stalling, zomerhuis, berg, schuur en boomgaard met 33 morgen 104 roeden land, waarvan 18 morgen 104 roeden in de Steekt, belend ten oosten en noorden de erfgenamen van Maria de Zwaan, weduwe van Joan Klok, ten zuiden de Toegangwetering, ten westen de weduwe van Jan Langhoorn. Nog 7 morgen land, als hiervoor, belend ten oosten de erven van Gijsbert de Haen tot aan de wetering en over de wetering Hendrik van 't Wout, ten zuiden de weduwe van Jan Langhoorn, ten westen en noorden het Jaagpad. Nog 4 morgen land aldaar, belend ten oosten en westen de weduwe van Jan Langhoorn, ten zuiden de Toegangskade, ten noorden de voornoemde erfgenamen en de weduwe Klok. Nog 4 morgen land mede aldaar, belend ten oosten en noorden de koper, ten westen de erfgenamen van de weduwe van Jan Klok, ten zuiden de weduwe van Jan Langhoorn. Koopsom 8.850 gulden.
plaatsnaam Alphen
protocollen Alphen 1775-1778
inventarisnummer 39
bladzijde 183v
datum 15-04-1777
inhoud Klaas Stortenbeker en Pieter Meurs, getrouwd met Geertje Stortenbeker en Willem Stortenbeker, wonende te Leiden, en Trijntje Stortenbeker, wonende te Alphen, erfgenamen van hun zuster Cornelia Stortenbeker, verkopen aan Elias Stuipert, wonende te Alphen, een huis en erf met tuintje naast een speelhuis aan de Rijn met een schuitenhuis in Alphen, strekkend van de Heerestraat tot aan de Rijn, belend ten zuiden Teunis Jansz Besuijen, ten noorden Jannetje Klinkert, weduwe van Jacob Klein. Koopsom 5.000 gulden.
plaatsnaam Alphen
protocollen Alphen 1790-1794
inventarisnummer 44
bladzijde 15
datum 27-07-1790
inhoud Klaas Stortenbeker, wonende te Aarlanderveen Lage Zijde, met procuratie van Geertje Stortenbeker, weduwe van Pieter Meurs, procuratie voor Henricus Holingerus van Lansbergen, notaris te Oudshoorn, d.d. 25-01-1783, verkoopt aan Petrus Theodorus Couperus en Hubarta Catharina van Eijk, echtelieden te Gouda, een stuk van een houtbos in de polder achter de Kerk, lang 12 roeden, breed 4 roeden, strekkend van de kopers tot Gijsbert Kop, belend ten westen de verkopers, ten oosten de kopers. Koopsom 175 gulden.
plaatsnaam Alphen
|