| Aantekeningen |
- Uit De Viersprong nr. 97:
Deel 3 over het verdronken buurtschapje "De Veldhuizen" (op een plek in wat nu de Zegerplas is in Alphen aan den Rijn).
In 1623 bewoonde Gerrit Dirkszn. Vaendrager een van de drie boerderijen (de boerderij die veel later - na 1900 - Zionshoeve zou heten), samen met zijn vrouw Neeltgen Willemsdr. (uit andere bronnen blijkt haar achternaam Ouwen te zijn) en hun kinderen Willem, Dirck en Lijsbet, alsmede de dienstmaecht Jannetgen Engel Arentszdr. van Woubrugge. Het echtpaar had nog een zoon, Pieter, die in 1623 óf al het huis uit was óf nog geboren moest worden.
Willem werd schipper, Dirck zou het bedrijf van zijn vader overnemen en Pieter werd de eerste oliemolenaar in het ambacht Oudshoorn (1652). Lijsbet trouwde met Michiel Sijmonszn. Outshoorn en woonde daarna in de Ridderbuurt. Voor de 200e Penning in 1623 kreeg Gerrit een aanslag van 20 gulden en dus mogen we vaststellen dat de taxateurs zijn vermogen schatten op 4.000 gulden, in die dagen een zeer groot bedrag. In 1627 werd hij vermeld op de lijst van ingezetenen. Gerrit moet vóór 1652 overleden zijn. Neeltje verhuisde mogelijk naar Aarlanderveen Lage Zijde.
Hun zoon Dirck Gerritszn. Vaendrager werd vermeld in de lidmatenlijst van 1661 bij de start van de kerkelijke gemeente in Oudshoorn, samen met zijn vrouw Lijsbeth Cornelisdr. Zij waren getrouwd op 10 maart 1643 en lieten vervolgens drie kinderen dopen: Annetje op 9 juni 1649, Gerrit op 3 rnei 1654 en Trijntje op 18 juni 1664.
Dircks financiële bijdrage aan de bouw van de kerk bedroeg 40 gulden. Daarmee behoorde hij, net als zijn buurman Jan Claeszn., tot de rijkeren van het ambacht. Dirck genoot in Oudshoorn ook het nodige aanzien. In 1656 werd hij gekozen tot ambachtsbewaarder en vanaf 1665 was hij ouderling in de Oudshoornse kerk. De familie had in zeer korte tijd veel rouw te verwerken. Vader Dirck en dochter Trijntje werden beiden begraven op 18 april 1666. De familie was daarvoor 18 gulden 7 stuivers verschuldigd. De enige zoon, Gerrit, overleed in februari 1667; de grafkosten bedroegen 6 gulden 18 stuivers.
Streekarchief Rijnlands Midden:
protocollen Oudshoorn 1638-1649
inventarisnummer 4
bladzijde 174
datum 16-11-1646
inhoud Compareert voor Maerten ter Sijden, notaris te Leiden, Jan Adriaensz, wonende te Waddincxveen, getrouwd met Maertgen Gerritsz Cuijpers, voor zichzelf en met procuratie van de verdere erfgenamen van zijn schoonvader Gerrit Dircksz Cuijper, voor 1/5 deel, Dirck Gerritsz van Toll, zijn broer, samen erfgenamen van Dirck Dircksz Vaendraeger, die woonde in Oudshoorn, voor 1/5 deel der nalatenschap. Zij geven Gerrit Dircksz Vaendraeger volmacht en tegenover schout en schepenen van Oudshoorn namens hen te verklaren dat hun oom Dirck Dircksz Vaendraeger van Adriaen Willemsz Wittert in erfpacht gebruikte wei- en hennipland onder Oudshoorn in de Grote Oudshoornse polder, belend ten noordoosten Jan Pietersz Schenckvelt. Dirck Dircksz Vaendraeger gebruikte dit land met andere personen in erfpacht tegen betaling van 31 gulden en 6 kapoenen per jaar. Het betreft 19 morgen land onder Oudshoorn. De genoemde erfgenamen zeggen de erfpacht op.
vervolg a folio 175. 04-12-1646. Gerrit Dircksz Vaendraeger voor zichzelf en opkomende voor de kinderen van zijn overlden zusters Neeltgen en Barbara Dircksdr Vaendraeger, voor 3/5 deel erfgenamen van hun broer Dirck Dircksz Vaendraeger, mede uit naam van de erfgenamen, vermeld in voorgaande akte, zegt Adriaen Willemsz Wittert de bovengenoemde erfpacht van het land. Ontvangt van Wittert hiervoor 1.600 gulden.
vervolg b folio 175v. 08-12-1646. Wittert (zie vorige akte) bevestigt de ontheffing van de erfpacht ten name van wijlen Vaendraeger. Het betreft diens huis, erf met beplanting, met een hennipwerf onder Oudshoorn bij de Oostheul, strekkende van de Lage Rijndijk tot Claes Claesz Coolen, belend ten oosten Claes Claesz Coolen en ten westen de Vaarsloot, groot 114 roeden.
en
protocollen Oudshoorn 1638-1649
inventarisnummer 4
bladzijde 184v
datum 02-04-1647
inhoud Gerrit Dircksz Vaendraeger voor zichzelf en last hebbende van Pieter en Dirck Cornelisz, zijn zusters kinderen en Cornelis Cornelisz en Elijsabeth Cornelisdr, voor hen met Gerrit Willemsz Vos zich sterk makende, Dirck Gerritsz van Tholl, voor zichzelf en zich sterk makende voor zijn broer Pieter Gerritsz, wonende Maassluis, Pieter Ghijsz en Jan Ariensz als zwager en voogd van Elisabeth Corssendr, verkopen aan Sijmon Cornelisz Claermaecker een huis en erf met beplanting, strekkende van de Lage Rijndijk tot de henniptuin van Claes Claesz Coolen, belend ten westen de Vaarsloot en ten oosten Claes Claesz Coolen en Sijmon Cornelisz van de Nieuwe Sloot. Koopsom 1.660 gulden, schuldbrief afgelost 09-02-1652.
en
protocollen Oudshoorn 1649-1657
inventarisnummer 5
bladzijde 101v
datum 26-01-1652
inhoud Neeltje Willemsdr, weduwe van Gerrit Dircxsz Vaendrager, wonende te Aarlanderveen en Willem Gerritsz Vaendrager, Dirck Gerritsz Vaendrager, beiden wonende te Oudshoorn, Pieter Gerritsz Vaendrager in Aarlanderveen en Michiel Sijmensz te Oudshoorn, getrouwd met Lijsbeth Gerritsz Vaendrager, allen kinderen van Gerrit Dircxsz, verklaren dat Michiel Sijmensz voornoemd krijgt toegewezen 3 morgen slagturfland in de Grote polder van Oudshoorn, strekkende van de Oudshoornse weg tot aan de oude vogelkooi van Jan Claes Willemsz, belend ten oosten Gerrit Jansz Vermij en ten westen Claes Jansz en Maritgen Jansdr c.s.
|
- vóór 1652
ovl. Ja, datum echter onbekend