Aantekeningen |
- Nicolaas Gerard Pierson was een Nederlandse bankier, econoom en liberaal politicus. Hij was achtereenvolgens hoogleraar staathuishoudkunde aan de Universiteit van Amsterdam, directeur van De Nederlandsche Bank, minister van Financiën in het Kabinet-Van Tienhoven en Voorzitter van de Ministerraad in "zijn" kabinet-Pierson.
Levensloop
Nicolaas Pierson was afkomstig uit een Amsterdamse handelsfamilie. Hij was lid van de familie Pierson en de jongste van de zes kinderen van de koopman Jan Lodewijk Gregory Pierson en de schrijfster Ida Oyens (lid van de familie Oijens). Twee van zijn broers zijn de predikanten Allard en Hendrik Pierson.
Pierson begon zijn carrière in de glashandel van zijn vader in 1860-61. In 1861 werd hij hoofd van de handelsfirma Beckman en Pierson, die zich toelegde op de handel in katoen en koloniale waren. In 1864 werd hij voor vier jaar hoofddirecteur van de Surinaamsche Bank te Amsterdam, en in diezelfde tijd begon hij als leraar economie aan de Handelsschool te Amsterdam.
In 1868 kwam hij in dienst van De Nederlandsche Bank als een van de directeuren, en hij bleef daar uiteindelijk 24 jaar werken. In het volgende jaar in 1877 werd hij tevens hoogleraar staathuishoudkunde en statistiek aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, waar hij tot 1885 in dienst bleef. In De Nederlandsche Bank werd hij in 1885 gepromoveerd tot president-directeur, wat hij tot 1891 bleef.
In 1891 begon zijn carrière in Den Haag als minister van Financiën als opvolger van Karel Antonie Godin de Beaufort. Hij zat zijn termijn van nog drie jaar uit, waarna hij een periode van drie jaar ambtloos bleef. In 1897 begon hij een tweede periode als minister van Financiën, terwijl hij in die tijd tevens voorzitter was van de ministerraad. Hier leidde hij het naar hem genoemde kabinet-Pierson dat bekend werd als het 'kabinet van sociale rechtvaardigheid'. Van 1905 tot 1909 was hij tot slot nog een periode lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Gorinchem.
Hypotheekrenteaftrek
Als minister van Financiën in het Kabinet-Van Tienhoven bracht hij een belangrijke belastingherziening tot stand.
Deze herziening voorzag onder andere in het belasten van huiseigenaren met de huurwaarde van de woning en (rente)inkomsten op overig vermogen, maar ook in de mogelijkheid om (onder meer) de rente op (hypotheek)schulden hierop in mindering te brengen. Hiermee was de hypotheekrenteaftrek een feit.
|