Aantekeningen |
- PGC 15-05-1897
Rotterdam, 11 mei.
Van de consul der Nederlanden te Newcastle is een telegram ontvangen door de waterschout alhier, meldende de behouden aankomst te Newcastle van de navolgende schepelingen van het door aanvaring met het Noorse barkschip BODVAR gezonken stoomschip FIRDENE: C. Visser, 2e stuurman; G.J. de Rie, 3e machinist; J. Rechtle, hofmeester; J. L. Feucht, kok; J. Jansma, matroos; B. van Vugt en J. Noordijk, stoker; en Ch. Gjertsen, tremmer.
Volgens een ddoor de reder ingewonnen bericht zijn te Helgoland geland de timmerman Jan Ting uit Groningen en de matroos Peter Steunebrink uit Den Haag, beide behoord hebbende tot de equipage van het stoomschip FRIDENE. Er zijn dus 10 personen van de bemanning van dit door aanvaring gezonken stoomschip gered, zodat er nog 9 worden vermist, n.l. de gezagvoerder, kapitein Belding, de stuurman, de 1ste en de 2e machinist en 5 anderen van de equipage. Er bestaat weinig hoop dat zij gered zijn.
Berend Scherpbier was de 1e stuurman op dit schip en is dus omgekomen.
|