Aantekeningen |
- Uit de Midden-Delfkrant, 41e jaargang nr. 2, juni 2017
Rentenierswoning werd boerderij
door F. W. van Ooststroom
(H.G.: Voor een beschrijving van de stal zie bij Leonardus Overgaag, geb. 25-10-1847.)
De stal
Aan de noordzijde van het woonhuis ligt een smal erf met daarnaast de stal. Deze stal is gebouwd in 1929. Een gevelsteen in de zuidgevel geeft aan:
D.E.S.G.
DOOR
A.J. V. WINDEN
EN
... ARKENSTEIJN
12-7-1929.
Dit zijn Adrianus Johannes van Winden en Catharina Arkesteijn. Door de bouw van de stal ontstond een tweede boerderij naast die op nr. 28, waar sinds 1904 leden van de familie Van Winden wonen. In het Delftse archief is de aanvraag voor de bouwvergunning bewaard gebleven. Aanvrager was A.C. van Winden, de vader van Adrianus Johannes, de datering 25 mei 1929. De vergunning wordt al verstrekt op 28 mei. Een voortvarende proceduresnelheid! De stal is gemetseld van een rode steen. Aan de westelijke gevel (voorgevel) is een spoelingbak uitgebouwd. Aan de bovenrand van de gemetselde bak zit een uitsparing. Hierin kon een goot geplaatst worden zodat de spoeling (een restproduct van de Delftsche Gist- en Spiritusfabriek dat als veevoer werd gebruikt) vanuit een spoelingschouw naar de boerderij kon worden gepompt (of vanuit een door een paard getrokken 'spoelingkist'). In de stal blijkt dat een gedeelte van de bak als waterbak functioneerde. Waarschijnlijk was er een directe buisverbinding met het water van de Gaag. De achtergevel levert het beeld op van een traditionele Delflandse stal met twee mestdeuren ter weerszijden en een hooideur in het midden.
|