Aantekeningen |
- Bij de 3e afbeelding:
Kaart van de Broekpolder in Vlaardingen uit het boekje "De Broekpolder, een herinnering aan hoe het was" door Jan Anderson en Aad den Hoedt.
De nummers op het kaartje verwijzen naar de nummering van de boerderijen in het boekje:
Kaart Huis no. Naam bewoner Verlaten Opm. zie in deze database bij
BROEKWEG
1 - Hoogstad; Cornelis Moerman en Janus Vellekoop - Bestaand Cornelis Moerman (geb. 06-01-1893)
2 - d' Engelsche Boomgaert; Pieter Sonneveld 18-06-52
3 - Cors in 't Hout; Jaap Vellekoop - Bestaand
4 249 Scouting; Pieter Hoogendam - Bestaand Pieter Adrianus Hoogendam (geb. 07-04-1893)
5 251 Manege Die Flardingha Ruiters; Jacob Hoogendam - Bestaand Jacob Hoogendam (geb. 25-08-1872)
6 253 Kooiboerderij; Maarten Hoogendam jan 61 Maarten Hoogendam (geb. 17-02-1885); hieronder
6A - Eendenkooi jan 61 Maarten Hoogendam (geb. 17-02-1885); hieronder
7 270 Huize Elisabeth; Jannetje de Jong 20-11-62
8 255/255a Arie en Piet Kalisvaart; Antje Maria Moerman 26-06-58 Pieter Kalisvaart (geb. 20-11-1885)
9 257 Zweris de Jong 29-08-57
10 259 Den Tempel / St. Antoniushoeve; Cor Ham 02-11-57 Cornelis Leonardus Ham (geb. 03-01-1892)
11 26l/261a Ton van Vliet 08-05-59
12 263 Jan en Maarten Hoogendam 24-08-59 Maartje Kalisvaart (geb. 25-07-1882)
13 265 Jacob de Jong 30-06-59
14 267 Piet Vellekoop 19-08-59 Pieter Vellekoop (geb. 1899)
15 269 Dirk Keijzer Dirk Keijzer (geb. dat. onbekend)
16 271 Jan-Piet Keijzer 10-08-59
17 - Willem Bos Broekkade-Maasland
18 - Weduwe Mostert Broekkade-Maasland Jaapje Poot (geb. 03-05-1885)
19 2 Steenen Molen / Molen Nooitgedacht Broekkade-Maasland
20 - Jan Keijzer Broekkade-Maasland Jan Keijzer (geb. 26-08-1909)
BROEKKADE
21 10 Siem Dijkshoorn 16-05-61
22 8/9 Adriaan Slijp - Bestaand
23 5 Jan de Jong; Watersportvereniging De Bommeer - Bestaand
24 4c Hendrik Mostert 28-12-61 Maria Dijkshoorn (geb. 19-09-1890)
25 4b Piet Moerman 13-12-61 Pieter Moerman (geb. 18-03-1875)
26 4 Hendrik Mostert; Watersportver. De Bommeer - Hendrik Mostert (geb. 27-10-1881)
27 3 Jacob Kool 27-04-61
27A - Taanderij 27-04-61
28 2b Adrianus Jacobus Lansbergen 31-10-60 Adrianus Jacobus Lansbergen (geb. 26-02-1890)
29 1/2 Leendert Brinkman - Bestaand
Het echtpaar Jan Hogendam (geb. 19-09-1794 in Schipluiden) en Maria Dijkshoorn (geb. Vlaardinger-Ambacht, ged. 24-05-1798) speelt een belangrijke rol:
- overgrootouders van Cornelis Moerman (nr. 1)
- overgrootouders van Pieter Adriaan Hoogendam (nr. 4)
- grootouders van Jacob en Maarten Hoogendam (nrs. 5, 6 en 6A)
- bedovergrootouders van Pieter Moerman (nr. 25)
Uit: De Broekpolder, een herinnering aan hoe het was
door: Jan Anderson en Aad den Hoedt
6. MAARTEN HOOGENDAM
Dit is de eerste boerderij die in de Broekpolder ligt, aan het begin van de Rijskade en tegen de Aalkeet-Buitenpolder. Maarten Hoogendam was naast boer ook kooiboer, of kooiker, want hij was tevens eigenaar van de verderop gelegen eendenkooi. De boerderij was vele eeuwen oud en de oudste behuizing in de polder. Evenals Maarten zijn zijn vader, ook Maarten, zijn grootvader Jan, zijn grootmoeder Maria Dijkshoorn en zijn overgrootouders van grootmoederszijde hier geboren. Zijn overgrootvader Pieter Willemszoon Dijkshoorn (1761-1847) was reeds kooiboer. Hij huwde met Antje Klaasdochter van den Berg (1753-1831) uit dat huwelijk werd Maria Dijkshoorn geboren. Zijn grootvader Jan Hoogendam kwam dus in de kooikerswoning door zijn huwelijk met Maria Dijkshoorn. Na het overlijden van zijn moeder werd Maarten eigenaar van de boerderij en zijn broer Jan van de eendenkooi.
Vanouds was de kooiker tevens boer en de kooikerswoning een boerderij. Vandaar dat men in de polder niet spreekt van kooiker, maar van kooiboer.
Samen verzorgden zij de boerderij en de eendenkooi. Na het overlijden van zijn broer Jan verpachtte Maarten de stallen en het land en wijdde hij zich, samen met de kooikerhond Maxie, aan zijn troetelkind de eendenkooi.
In januari 1961 is de boerderij afgebroken en vertoefde Maarten, tot hij overleed in februari 1975, nog in een houten woning aldaar.
6A. EENDENKOOI
De eendenkooi was, net de kooiboerderij, zeer oud en zou zelfs nog ouder zijn dan de boerderij en ligt in de Aalkeet-Buitenpolder. Deze polder strekt zich zuidelijk uit tot de Zuidbuurtseweg en wordt noordelijk begrensd door de Rijskade. Deze Rijskade vormt de grens tussen de Aalkeet-Buitenpolder en de Broekpolder, of tussen de Put en de Broek, zoals ze in de polder zeiden. In het Kohier van de 10e penning van Vlaardinger-Ambacht wordt in 1553 al gesproken van een eendenkooi op 'Den Broeck'.
Op de plek waar de eendenkooi lag liggen nu de velden van hockey-club 'Pollux'.
Een eendenkooi is een vanginrichting voor eenden en is van oudne-derlandse origine. In het midden van de kooi ligt een plas (het wed), afgezet met rietmatten en omgeven met hoog opgaand houtgewas. Vanuit de plas lopen de vangpijpen; dit zijn gebogen slootjes, afgezet met coulissen van rietmatten, overdekt met gaas en naar het eind steeds nauwer wordend en tenslotte uitlopend in het vanghokje. De vangpijpen lopen naar verschillende windrichtingen i.v.m het feit dat de eenden de lucht van de kooiker niet kunnen waarnemen en de kooiker kijkt dan ook naar de windrichting om zodoende voor een vangpijp te kiezen. In het jachtseizoen laat de kooiker zijn hond, de kooikerhond, langs de pijpen lopen om de rustende wilde eenden te lokken. Het hondje laat hij voor en achter langs de schermen lopen. De eenden, nieuwsgierig geworden door het steeds weer opduikende kooikerhondje, zwemmen achter het hondje aan de steeds nauwer wordende vangpijp in. Dan komt de kooiker achter de schermen vandaan en jaagt de eenden verder op naar het vanghokje, dat de kooiker dan dicht laat vallen.
In de regelgeving staat omschreven waaraan voldaan moet worden om eenden te mogen vangen. Zo is er het kooirecht, waarin staat waaraan de eendenkooi moet voldoen, verder heeft de kooiker een kooikersakte nodig om aan te tonen dat hij voldoende kennis heeft en tenslotte is er het afpalingsrecht. In de wet staat dat het ieder ander dan de kooiker verboden is om binnen de afpaling van die kooi handelingen te ver richten waardoor de eenden worden verstoord.
Het bezig zijn in de eendenkooi paste perfect bij het karakter vai Maarten Hoogendam en het moge duidelijk zijn dat hij met zijn klui zenaarsbestaan verknocht was aan de Broekpolder en in het bijzonde aan de eendenkooi en zijn hond Maxie.
Met dank aan Frans Assenberg.
Een artikel uit de Midden Delfkrant nr. 47 dd. maart 1985 voegt hieraan toe:
Kooiboer Maarten Hocgendom diende op 1 februari 1960 zijn oude boerderij te verlaten. Door opspuitingsaktiviteiten in de Broek- en Aalkeetbuitenpolder was de 300 jaar oude boerderij zo gekraakt dat de bouwpolitie verdere bewoning verbood. Of de heer Hoogendam maar op wou krassen.
Die drie eeuwen ouderdom waren de kooihoeve wel aan te zien. Zware eikenhouten balken droegen de zoldering; in de betegeling boven de oude schoorsteenmantel in de grote holle kamer, tegenover de bedsteden, stond de eendenkooi afgebeeld. Toen Hoogendam de mededeling over zijn onvrijwillige aftocht in ontvangst had genomen, klopte hij als een speer de tegeltjes van de muur, verpakte ze eigenhandig stuk voor stuk in papier en deed ze zorgvuldig in een kist. Er werden flinke sommen geld voor geboden, maar Maarten peinsde er echter niet over van de tegeltjes afstand te doen. Hij beschouwde hen als relikwieën, nadat alles wat hem lief was, was weggevallen en hij bovendien nog de polder moest verlaten. Hoogendam was niet alleen kooiker, hij was ook boer. De grote, tegen de woning aangebouwde koeienstal, de boes, en de opslagruimten getuigden van een eens welvarende boerderij. Met lede ogen zag hij de ondergang van zijn omgeving aan. De afbraak van de wonderschone, eeuwenoude eendenkooi in 1958, de ontluistering van de Broekpolder en de Aalkeetbuitenpolder ten behoeve van de opspuitingen, de achteruitgang van zijn kooiboerderij, het verschijnen van draglines en tractors, waarvan er zelfs één in zijn schuur stond geparkeerd, vreemde koeien in de boes, enzovoort, dit alles moet wel erg aan zijn hart hebben geknaagd en meer dan ooit zal hij de eenzaamheid hebben gevoeld. Een aantal wonden, geslagen door de expansiedrift van de stad, die daarmee de oercultuur onder de voet liep· of volkomen negeerde.
De eendenkooi
Niet alleen de kooiboerderij was oud, wellicht stak de eendenkooi haar in ouderdom de loef af. De kooi van Hocgendam was één der grootste in ons land. Het was de natuur in haar oervorm. Oud hakhout met halfvergane essebomen, werd afgewisseld door woekerende heesters, braamstruiken in het bijzonder. In dat geheimzinnige woud priemden de ogen van de roerloze uilen in de half van de bezoekers die slechts bij hoge uitzondering de kooi mochten betreden. en eendenkooi is een vanginrichting voor eenden en is van oudnederlandse origine. In het midden van de kooi ligt een plas, afgezet met rietmatten en omgeven met hoog opgaand houtgewas. Vanuit de plan, wed of was, lopen de vangpijpen: gebogen slootjes afgezet met coulissen van rietmatten, overdekt met gaas, naar het eind lager en nauwer wordend en tenslotte uitlopend in een vanghokje. De kooiboer of kooiker lokt de op het wed neergestreken wilde eendensoort (de bout) in de vangpijpen door het strooien van voer, met behulp van zijn stal halfwilde lokeenden èn geholpen door zijn kooihondje, een apart hondenras dat de nieuwsgierigheid van de eenden opwekt. Zijn de eenden ver genoeg opgezwommen, dan komt de kooiker tevoorschijn en jaagt ze zó diep in de pijp dat zij aan het eind in het vanghokje komen en daar worden gegrepen. De openingen van de pijpen zijn naar alle windstreken gekeerd, zodat als de eenden tegen de wind in neerstrijken er altijd één opening van een vangpijp uitnodigend voor hen gereed staat. Het is overigens merkwaardig dat de lokeenden nooit het laatste gedeelte van de vangpijp binnen zwemmen. Kennelijk hebben zij de gedragingen van hun 'baas' leren doorzien en laten zij zich niet vangen. Aan de eendenkooi is ook het kooirecht verbonden. Dat is een geregistreerd en wettig kooirecht dat een cirkelvormig gebied bestrijkt van 1.130 meter, met als middelpunt het midden van de kooi. Een gebied waarvan de grenzen door kooipalen worden aangegeven en waarin het verboden is zonder toestemming van de kooibaas veranderingen aan te brengen. Binnen de cirkel mag men niet jagen: rust is de hoofdzaak. Werkzaamheden die die rust verstoren waren taboe. Door deze rust was er in het omliggende weiland een 'stiltegebied' ontstaan, wat een gunstig effekt op de omgeving had.
De eendenkooi van Maarten Hoogendam was oud toen zij in 1958 werd vernietigd, zó oud zelfs dat haar ontstaan in de archieven niet is terug te vinden, maar in het Kohier van de 10e penning van Vlaardinger-Ambacht worden in 1553 al twee eendenkooien op 'Den Broeck' vermeld. De ene is van Jacob Engelsz. (vermoedelijk de hier behandelde) en de andere van Symon Foyssoen. In 1603 werd de kooi gekocht door ene Cornelis Meesz. (ook wel genoemd Cornelis Heesz. Bontekoe) uit de nalatenschap van zijn vader Mees Cornelisz. In 1655 wordt een Cornelis Meesz. van Adrichem als eigenaar van de kooi vermeld. Van Adrichem verkocht de kooi in dat jaar aan Rijck Adrianu van Muyen. Eén van zijn
erfgenamen, Richard Verschuer uit Rotterdam, verkoopt de kooi aan de Schiedammer Johannes van Gesel en bij die gelegenheid blijkt dat het terrein een achterleen is van de Naaldwijk, waarvan in die tijd de Pruisische koning Frederik Willem de leenheer was. Een nakomelinge van Van Gesel, Alida Waardenburg, is in 1774 eigenaresse. Als zij is overleden verkoopt haar man Otto van Velden, gepensioneerd luitenant, wonende te Schiedam, in 1781 de kooi aan Mr. Eduard Jacob Penning, die er in 1783 mee wordt beleend door de Prins van Oranje als Heer van Naaldwijk. Uit de laatstgenoemde verkopen blijkt overigens dat het lot van de eendenkooi nauw verbonden was met het lot van de boerderij
Hoogstad. Vanaf circa 1822 is de familie Dijkshoorn eigenaar van de kooi. In 1847, na het overlijden van Antje van den Berg, vrouw van Pieter Willemsz. Dijkshoorn, die al in 1831 was overleden, gaat het goed over aan Maria Dijkshoorn, die getrouwd was met Jan Hoogendarn. In 1860 koopt Maarten Hoogendam, getrouwd met Magdalena Man in 't Veld, de kooi en de kooiwoning. Maarten overleed in 1902 en bij die gelegenheid wordt de waarde van de kooi geschat op 5.000 gulden en de woning op 31.500 gulden. Jacob en Maarten Hoogendam, aan het begin van dit artikel genoemd, waren twee van de elf kinderen van genoemd echtpaar.
|