Aantekeningen |
- Van Wikipedia:
Antonius Cornelis (Ton) Lutz (Delft, 17 juni 1919 – Amsterdam, 3 mei 2009) was een Nederlands acteur, regisseur en voormalig artistiek leider. Hij was de oudste van de drie acterende broers Lutz (Luc en Pieter) en de oom van de eveneens acterende Joris Lutz. Hij was getrouwd met de actrice Ann Hasekamp. Naar hem is de Ton Lutzprijs vernoemd, een jaarlijkse prijs voor de beste afstudeerregie van Nederland.
Biografie
Ton Lutz werkte na zijn middelbareschoolopleiding korte tijd als journalist bij de Nieuwe Delftse Courant, waar hij na enige tijd toneelrecensies mocht schrijven. In de oorlog probeerde hij zich aan te melden bij het Residentie Tooneel, maar werd afgewezen: "Jongeman, er zijn al zoveel non-valeurs aan het toneel." Hij meldde zich bij de Amsterdamse Toneelschool maar die opleiding werd in 1944 door de oorlog afgebroken[1].
Na de bevrijding stond Lutz mede aan de basis van de regionale omroep in Groningen. Samen met onder andere Gijs Stappershoef verzorgde hij vanuit een geïmproviseerde studio aan het Martinikerkhof uitzendingen via de draadomroep OPMC. Uit deze zender kwam later de Regionale Omroep Noord voort, de voorloper van de RONO en RTV Noord[2]. In 1946 werd hij alsnog aangenomen bij het Residentie Tooneel. Daarna werkte hij voor verschillende gezelschappen zoals het Nederlands Volkstoneel, Toneelgroep Comedia, de Nederlandse Comedie, het Rotterdams Toneel, Zuidelijk Toneel Globe en het Publiekstheater.
Ton Lutz was twee keer getrouwd. Op 31 juli 1946 in Delft met de pianiste Tjakkina Gezina (Ina) Kranenborg (1919 - 2013). Uit dit huwelijk werden drie dochters geboren. Na hun scheiding op 6 oktober 1972 trouwde hij in Amsterdam op 28 maart 1973 met de actrice Ann Hasekamp.
Ton Lutz, die jarenlang aan de Leidsegracht woonde, overleed na een kort ziekbed op 3 mei 2009 te Amsterdam. Het archief van Ton Lutz bevindt zich in de theatercollectie van Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam.
Loopbaan
Bij Zuidelijk Toneel Globe (een doorstart van Toneelgroep Ensemble in Eindhoven werd Lutz artistiek leider, als opvolger van Karl Guttmann. Hier bracht hij zijn grote kennis van Tsjechov in, opgedaan bij de Russische regisseur Pjotr Sjarov die na de Tweede Wereldoorlog in Nederland werkte. Hier werkte hij onder andere met Petra Laseur, Femke Boersma, Jules Croiset, André van den Heuvel en Ann Hasekamp, zijn latere vrouw.
Bij het Publiekstheater, opgericht na de Aktie Tomaat, werd hij naast Hans Croiset artistiek leider. Vooralsnog speelde hij hoofdrollen, zoals in Antigone van Sophocles als Creon en regisseerde onder andere stukken van Tsjechov, Sartre, Ionesco, Lars Norén en zijn versie van Hamlet[4] Hij werkte bij het Publiekstheater tot 1987.
Ook zijn kennismaking met toneelschrijver Hugo Claus is van groot belang voor het Nederlandse toneel: zijn regie van Een bruid in de morgen (1953) wekte grote beroering[5].
Hij speelde onder andere mee in de film Fanfare (1958) van Bert Haanstra.
De laatste jaren was hij vooral docent, al gaf hij al vanaf zijn tweeëndertigste les aan de Toneelschool in Amsterdam. Toen studieleider Jappe Claes hem in 2004 verzocht om les te komen geven aan de regieopleiding, vroeg Ton Lutz wat er van hem als docent verwacht zou worden. Het antwoord van Claes was: ‘Dat je ze de liefde voor taal bijbrengt!’
Ton Lutz was eigenlijk altijd bezig geweest met taal. Toen hij, achttien jaar oud, zijn bijdrage ging leveren aan het levensonderhoud van het tienkoppige gezin, besloot hij de journalistiek in te gaan. Door die journalistieke ambities kwam hij in aanraking met een ander vak waarin de taal een cruciale rol vervult: het toneel. En daar – in repetitieruimtes en klaslokalen, tussen de coulissen en in het licht van de schijnwerpers – vond hij zijn ware roeping: een leven in het theater.
Hij won tweemaal de Louis d'Or, prijs voor beste Nederlandse acteur, in 1968 en 1983.
|