Aantekeningen |
- Adriaan van der Dussen was in 1623 betrokken bij een mislukte aanslag op prins Maurits die in het Zuidhollandse Rijswijk had moeten plaatsvinden. Direct nadat bekend werd dat hij betrokken was bij de mislukte aanslag werd 5000 gulden op zijn hoofd gezet. Hij wist zich met Willem van Oldenbarnevelt van Stoutenburg (zoon van de oom van zijn vrouw, Johan van Oldenbarnevelt) te Rotterdam schuil te houden, vanwaar beiden, verborgen in een kaasschip,naar Nijmegen ontkwamen. Adriaan begaf zich daarna naar Brussel, waar zijn echtgenote hem volgde en waar hij de bescherming verwierf van aartshertogin Isabella. Hij ging over tot de katholieke kerk en werd ritmeester in Spaanse dienst. Zijn volledige overgang blijkt uit een geschrift, dat hij in 1628 vervaardigde, inhoudende middelen om Holland te verzwakken. Daarna vertrok hij naar Duitsland en nam dienst in de keizerlijkekrijgsmacht. In 1640 werd hij aldaar vermeld als kolonel en krijgscommissaris. Hij bezat verschillende goederen in Duitsland, o.a. het huis Ostinghausen in Westfalen en het huis Dussen bij Lippstadt. Zijn kinderen zijn met Duitsers gehuwd en verbleven aldaar en een dochter was non in het klooster Soetenhorst tussen Paderborn en Munster. Een behoorlijk aantal kompanen van de mislukte aanslag die niet op tijd gevlucht waren, zijn onthoofd en gevierendeeld.
|