Aantekeningen |
- 21-01-1567
Een delegatie uit Brandwijk en Gijbeland van een viertal Huyslieden, vervoegde zich in Den Haag ten huize van Adriana Perseyn, ca. 40 jaren oud en weduwe van Quintijn Weytsen. Zij is dan Ambachtsvrouwe van Brandwijk en Gijbeland, doch ook zaakwaarnemer van Jacob Weytsen, haar zoon die dan nog een peuter is. Dit groepje betaalde voor de hele gemeenschap de jaarlijks verschuldigde henniptienden en kwam vervolgens met een petitie, ondertekend door alle of de meeste leden van de kerk te Brandwijk. Het betreft een verzoek tot steun en begrip i.v.m. de voorgenomen afzetting van de pastoor. Deze pastoor kwam met allerlei reformatorische nieuwigheden en verklaarde op 22-09-1566 bij het uitgaan van de kerk dat hij voortaan in burgerkleding zou gaan preken. Adriana Perseyn, bijgestaan door heer broer, mr. Pieter Perseyn (advokaat van den Hove van Hollandt, out omtrent 34 jaren) en ook voogt van de jonge Jacob Weytsen, reageerde zeer afwijzend. Later, bij het uitgebreid onderzoek door de inquisitie zouden zij beide heftig van alles ontkennen. Het zou enkele Brandwijkers de kop kosten.
|