Aantekeningen |
- Hij heeft in zijn jeugd veel gereisd door Frankrijk en Spanje, kwam 27-9-1507 weer thuis en werd priester in Delft. Vermeld als priester in de Oude Kerk te Delft 11-10-1513. In 1528 verklaart hij 4 pond Hollands van het convent St. Barbara ontvangen te hebben, hem toekomende als bezitter van een prove op het St. Pieters altaar in de Oude Kerk, en in 1539 eveneens maar nu 10 schellingen aan landhuur. Beneficiatus 1529/30 en bezat vanaf 1531 een vicarie verbonden aan een stukje land te Maasland welk hij verpachtte. Rentmeester der VII getijden 1534-1548 en verklaarde ontvangen te hebben van het klooster St. Barbara 10 schellingen Vlaams aan pacht van 1½ morgen land aan de noordzijde van het klooster, hem toekomende uit hoofde van zijn prove (= jaarlijks inkomen uit geestelijke goederen) 21-2-1537. Rentmeester van het weeshuis 1534, rentmeester van de Oude Kerk te Delft 1538, vermeld in het eerste kohier van de tiende penning van Delft 1543 als wonende aan de Oude Delft. Hij bezit 3½ morgen weiland te Hodenpijl in 1561. In 1563 en 1564 ontvangt hij 3 keizersguldens aan landhuur van zijn benificie op het St. Pietersaltaar in de Oude Kerk.
|