Aantekeningen |
- Van WikiPedia:
In 1824 kocht Johannes Hermanus Henkes samen met twee vennoten, Arie de Jong en Gerke d'Arnaud Gerkens, de reeds bestaande korenwijnbranderij aan de Voorhaven 27 te Delfshaven op en noemden deze: De Ooyevaar. Ook namen zij een aandeel in de moutmolen "De Distilleerketel", die zich op het Middelhoofd bevond. De ooievaar kan mogelijk in verband gebracht worden met de Haagse afkomst van Arie de Jong.
Op het ogenblik van koop was de branche herstellende van de crisis onder de Napoleontische tijd, toen bijna de helft van de Delfshavense destilleerderijen moest worden gesloten. In 1850 verving hij de rosmolen in de destilleerderij door een stoommachine en was daarmee de eerste in zijn branche die zulks deed. In de jaren 60 van de 19e eeuw werd het nog bestaande pand gebouwd, dat de hele wand Voorhaven 19-31 bestreek.
Het product van De Ooyevaar werd ook geëxporteerd en verwierf een medaille op de Wereldtentoonstelling van 1867 te Parijs.
De familie Henkes ondertussen spreidde haar activiteiten. Zo werd de Rotterdamsche Boek- en Kunstdrukkerij opgezet. Daarnaast werd een vennootschap aangegaan met de steenfabriek De Vlijt te Halsteren.
In 1887 werd, eveneens te Halsteren, de eerste conservenfabriek in Noord-Brabant opgezet, Het Klaverblad geheten, en in 1901 volgde de Henkes Jam-, Pulp-, Vruchten- en Groentefabriek te Breda.
Vrijwel onmiddellijk daarna kwamen er moeilijkheden. In 1902 volgde surseance van betaling en in 1904 werd Henkes in een naamloze vennootschap omgezet.
Van 1948 tot 1977 werden merken als Henkes Jonge Jenever, Henkes Vieux, Henkes Bessenjenever en vruchtendranken op de Nederlandse markt gebracht. In 1959 verkreeg Henkes het predicaat "Hofleverancier". In 1967 werd de productie verplaatst naar Hendrik-Ido-Ambacht. Henkes was nu in handen gekomen van de Suiker Unie. In 1970 werd de Henkes Verenigde Distilleerderijen (HVD) opgericht, waarin de distilleerderijen van de Koninklijke Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek en die van de Zuid-Nederlandsche Melasse-Spiritusfabriek werden ondergebracht. Iets later werd Rynbende overgenomen.
In 1986 begon Bols, toen reeds marktleider op dit terrein, zijn positie te verstevigen en kocht Henkes op. Henkes werd daarmee een merk van Bols.
Heden
Het pand aan de Voorhaven werd verkocht aan de gemeente Rotterdam. In de jaren 90 van de 20e eeuw werd het gerestaureerd en in 1993 opnieuw in gebruik genomen. Het herbergt nu een museum, een aantal winkels en horeca.
|