Aantekeningen |
- Van Wikipedia:
Gaspar Fagel, ook bekend als Caspar Fagel en Casper Fagel, was raadpensionaris van Holland tussen 1672 en 1688. Fagel was een steunpilaar van Johan de Witt tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk, en werkte mee aan het Eeuwig Edict, tot afschaffing van het stadhouderschap.
Biografie
Gaspar werd geboren in de vooraanstaande patriciërsfamilie Fagel. Hij werd benoemd tot pensionaris van Haarlem. In 1670 werd hij griffier van de Staten-Generaal, en op 20 augustus 1672 raadpensionaris, na het terugtreden van Johan de Witt. Op de ochtend van de moord op De Witt werd hij aangesteld. Er stonden drie namen op de nominatielijst. Dat waren naast Fagel, Coenraad van Beuningen en Hiëronymus van Beverningh.
Fagel ontving een salaris van 6000 gulden per jaar, evenveel als De Witt vanaf 1668 had ontvangen. Afgesproken werd dat als Fagel aftrad, hij een wachtgeld van 4000 gulden per jaar zou krijgen, totdat hij een nieuwe functie gevonden had.
Fagel verwierf aanzien vanwege zijn integriteit en zijn vastberadenheid tegenover Lodewijk XIV van Frankrijk, evenals door zijn ijver bij de ondersteuning van de claim op de Engelse troon namens Stadhouder-Koning Willem III.
Botanicus
In 1688 stuurde Simon van der Stel zeventien kisten met plantmateriaal naar Nederland, die bestemd waren voor stadhouder Willem III, Gaspar Fagel, Joan Huydecoper van Maarsseveen (junior) en de Hortus Botanicus Amsterdam. Eerder kreeg Fagel de gouverneur van de Kaap de Goede Hoop zo ver dat deze in de VOC-tuin op Kaap de Goede Hoop kaneel-, kruidnagel en kamferboompjes voor hem plantte, die hier konden acclimatiseren, alvorens naar Nederland te worden verscheept. Maar Nederland zullen ze mogelijk nooit hebben bereikt; waarschijnlijk werden ze in 1684-1685 tijdens een inspectie door Rijklof van Goens jr. uitgeroeid.
|