Aantekeningen |
- Laurens Dammasz. van Overvest (overl. kort na 1426) was sedert 1389 klerk van de grafelijke kanselarij, van 1407 tot 1409 rentmeester van Graaf Willem VI van Holland en daarna diens secretaris. In 1415 werd hij door de graaf naar Rooms-Koning Sigismund in Konstanz gezonden. Onderweg werd hij gevangen genomen. Koning Sigismund gaf hem daarom, toen hij toch in Konstanz aangekomen was, drie gunstbewijzen. Ten eerste werd hem adeldom en een wapen verleend, ten tweede kreeg hij een palatinaat en ten derde werden zijn beide zonen Dammas en Jan gewettigd. Toen hij weer in Holland teruggekeerd was schold de graaf hem de pacht van het land in Hof van Delft kwijt als schadeloosstelling. Zij nakomelingen bekleedden in de 16de en 17de eeuw diverse ambten in Delft en omgeving, en voerden het verkregen wapen.
Laurens is waarschijnlijk de stichter van het huis Het Hof van Overvest dat aan de zuidzijde van de Laan van Overvest gelegen was. Nog in 1686 was er een tuin en erf met een huisje erop, genaamd ’t Hoff van Overvest. De naam van dit hof houdt mogelijk verband met de ligging ervan ‘over de vest’ van de stad. De toegangsweg werd op de Kaart Figuratief uit ca. 1675 Overvestse Laen genoemd. In de 18de eeuw treffen we de veel langere naam Laan van het Hof van Overvest aan.
De gemeenteraad van Hof van Delft besloot in 1909 tot overname van de laan, die tot dan toe in particulier bezit was. De eigenaars hadden hiertoe verzocht omdat door de bouw van nieuwe huizen aan het eind ervan de laan steeds meer als openbare weg gebruikt werd. Het verlengde ervan tussen de Anna Beijerstraat en de Willemstraat heette eerst Emmastraat (ca. 1920) naar koningin Emma. Op 29 mei 1929 besloot de gemeenteraad van Delft dit gedeelte bij de Laan van Overvest te voegen.
|