Aantekeningen |
- Van Wikipedia:
Mozes (Max) Tailleur was een Nederlandse humorist. Hij specialiseerde zich in Joodse humor en verwierf roem met zijn Sam-en-Moos-moppen. Tussen 1953 en 1988 werden van zijn verschillende moppenbundels gezamenlijk 1,6 miljoen exemplaren verkocht.
Levensloop
Tailleur werd geboren in een eenvoudig gezin in de Amsterdamse Jodenbuurt. Zijn vader, Hijman Tailleur, was handelsreiziger en fabrikant en zijn moeder, Schoontje Erwteman, was huisvrouw. Als schooljongen was Tailleur al bezig met het amuseren van anderen. Serieuze betrekkingen als handelsreiziger en diamantslijper werden een mislukking. Op 23 maart 1936 trouwde Max Tailleur met Sophia Wijnschenk (1908-1990). Ze kregen geen kinderen.
Tijdens de Duitse bezetting van Nederland slaagde Tailleur erin om naar Zwitserland uit te wijken. Na de invasie in Frankrijk ging hij naar Engeland, waar hij zich bij de Prinses Irene Brigade kon aansluiten. Hij trad daar op voor de militairen en later terug in Nederland. Hij werd tekstschrijver voor cabaretiers zoals Snip en Snap.
Op 7 november 1952 begon Tailleur het cabaret De Doofpot in een voormalig café aan het Rembrandtplein in Amsterdam, waar hij tot 1966 met veel succes zijn moppen tapte. Om gezondheidsredenen moest hij tegen het eind van de jaren zestig stoppen, maar in 1971 begon hij De Geinlijn, die men kon bellen om een opname van de mop van de dag te horen. In het piekjaar 1979 werd deze lijn circa acht miljoen keer gebeld.
Zijn lijfspreuk luidde:
Ik lach om niet te huilen.
In 2012 kwam het theaterstuk Max Tailleur: Ik lach om niet te huilen uit, geregisseerd door Helmert Woudenberg.
|