| Aantekeningen |
- Uit het boekje "Uit de historie van Renswoude" van Sjoerd Laansma uit 1966 (blz. 50 e.v.):
In de Stichtse Leenprotocollen van 1459 wordt (naast de Renswouer Meent ook) de Schayker- of Schekkermeent genoemd. Het was door de Bisschop van Utrecht in leen gegeven aan Gerrit van Culenborch. Na de Hervorming kwam deze Meent aan de Staten van Utrecht, die er eerst het geslacht Van Reede en vervolgens het geslacht Taets van Amerongen mee beleenden.
De Meent heeft zijn naam te danken aan een stuk grond waar "de gemeente" haar vee mocht laten grazen. Inderdaad is uit het Transportregister een stuk bekend, waar sprake is van "de gemeente".
Op 28-05-1641 transporteerden de kinderen van Jan Saren en Geertruyd Jans het erf "de gemeente" aan Adriaan Matheus van Langelaar. Als begrenzingen werden aangegeven: de Carthuizers oostwaarts, de Beek noordwaarts. Aangezien de Carthuizers te Emmickhuizen hun bezittingen hadden is men geneigd deze hoeve in de nabijheid van de Emmickhuizerlaan te zoeken.
Tot 1965 was de oude hofstede daar dan ook te vinden. De Groep, onder deze naam komt de hoeve voor in de koopacte, werd volgens overlevering vroeger de Meent genoemd. Zeggenslieden van deze overlevering zijn de leden van het geslacht Taets van Amerongen.
En wie zou het beter kunnen weten dan deze familie, die de Schekkermeent, dus de latere Groep, tot ca. 1926 in eigendom bezat.
Zie verder onder Nicolaas Robbertsen (geb. 27-08-1852 in Ede). Hij was een van de laatste eigenaars / bewoners van de Groep.
De Schekkermeent moet niet verward worden met de Renswouder Meent. Die bevindt zich in het NO van Renswoude. De Schekkermeent in het zuiden.
------------------------
Uit het boekje "Boerderijen en boerengeslachten te Renswoude" van Sjoerd Laansma uit 1972 (blz. 69 e.v.):
(betreffende het eigendom van een deel van de hoeve Spikhorst te Renswoude)
Otth Jacobs transporteerde in 1629 een deel daarvan aan Roeloff Fransz. Dit deel wordt omschreven als "seeker stuks lands van het Broekvelt gelegen aan den Borgwal daartoe nog twee hoekskens lands bij den Holenwegh aan de Weteringe".
Dit stuk droeg men na de dood van Roelof Fransz. op aan diens zoon Jan Roelen in 1662. Vervolgens had Cornelis Jansz. het tot 1674 in eigendom; daarna diens zoon Jan Cornelisz tot 1676 en tenslotte kreeg Albert Jordens dit stuk in leen.
(betreffende de bewoning van de hoeve Spikhorst te Renswoude)
Tussen de bedrijven door woonde Roelof Fransz. er.
|
ca. 1572 - ca. 1662 (90 jaar)