Aantekeningen |
- De jaarlijkse paardenmarkt in Valkenburg is in het dorpsleven een belangrijke gebeurtenis en wordt ook heden ten dage nog gehouden (2006). Deze traditionele markt is reeds meer dan 1000 jaar oud en vindt plaats in september.
Deze trok uiteraard ook vele jongeren uit omliggende gemeenten.
Op zondag 19 september 1783 was de paardenmarkt vrijwel afgelopen, maar voor sommige Rijnsburgers was het nog niet genoeg. Tussen vijf en zes uur stormde een achttal binnen in herberg "Het Regthuys". De herbergier, Johannes van Trigt, kende er slechts drie van: Cornelis en Ary Nagtegaal en Jan van Dirkje Willems. Ze wonnen met een gokspel twee zilveren schoengespen. Hun dorst was groter dan hun pronkzucht en de waard bood er tien gulden voor (overeenkomend met een maand hard werken). "Dat geld zullen we gaan verzuipen", en het was gedaan met de zondagsrust.
Laurens Rhijnsburger (zoon van Dirk Rhijnsburger en Geertje Vergunst) en Gerrit Rigter, beide inwoners van Valkenburg, waren eveneens in de schenkgelegenheid aanwezig. Ze moesten later als getuige optreden en hingen het heilige boontje uit. Zo ook Jacob Vergeer uit Katwijk. De Rijnsburgers schreeuwden om bier en wilden naar boven naar de kamer waar recht gesproken werd. Men zag hoe één van de mannen een comfoor met vuur in de rechtkamer gooide nadat hij de haard aangestoken had. De jammerende kastelein kon het nog net op tijd doven. Eén van de Rijnsburgers maakte een verzoenend gebaar en wilde Laurens (Rhijnsburger) een drankje aanbieden, hetgeen zijn maten slechts onder voorwaarden konden accepteren: "Brengt gij zo een rakker? Dan zal hij drinken uit een kan zonder lid en een glas zonder voet!" Joelend werd de eis kracht bijgezet. Laurens moest het glas in de hand houden, kon het niet neerzetten en het deksel sluiten om te voorkomen dat het steeds werd volgeschonken. Het feest duurde tot half twee 's nachts. Toen vertrok het gezelschap, niet nadat ze het dek van het paard van de kastelein in de Rijn gegooid hadden. Met het schuitje van de veerschipper staken ze over, uiteraard zonder diens medewerking. Verslagen telde Johannes van Trigt zijn winst en verlies.
(Bron: J. Portengen, Zicht op Oud-Valkenburg, 1991)
|