Aantekeningen |
- Adriaentgen testeert op 27 januari 1648. Ze woont dan bij haar grootvader Gerrit Adriaansz. van der Made, wonende buiten de Waterslootse Poort van Delft. Haar moeder is overleden. Zij benoemt haar vader, Cornelis van Spaendonck, die in 1640 met het schip "'s-Hertogenbosch" van Delft naar Oost-Indië is gevaren, tot haar enige erfgenaam, althans indien hij ongehuwd is en binnen zes jaar na het overlijden van Adriaentgen in het land zal zijn. In andere situaties gaat de helft naar de familieleden van moeders zijde en de andere helft naar die van vaders zijde. Tot executeurs worden benoemd Harman Pieters, kuiper en Cornelis Claesz., wijnverlater, haar tegenwoordige voogden. Haar goederen zullen tot zes jaar na haar overlijden bij de Weeskamer moeten berusten. Getuige is, naast de klerk, Cornelis Jansz. Haga, wonende te Maassluis (Maeslant sluijs).
Adriaentge erft in 1649 1/3 deel van 8409 gulden van haar grootouders Gerrit Adriaensz. van der Made en Aechtge Gerritsdr. Zie hiervoor nader het artikel van de heer C.D. Bakker in Gens Nostra van november 1966.
Lambrecht en Adriaentgen testeren op 19 februari 1653 ten huize van Joost van Adrichem, oud-burgemeester van Delft, en in presentie van Gerrit van Assendelft, notaris. Ze wonen aan de westzijde van de Oude Delft. Zij herroepen de huwelijkse voorwaarden die voor notaris Harmen van der Ceel waren verleden. Ze benoemen elkaar tot universeel erfgenaam. De langstlevende moet eventuele kinderen naar school laten gaan, een handwerk laten leren etc. Als Ariaentge als eerste overlijdt terwijl er kinderen zijn, dan zullen die kinderen een derde gedeelte van alle goederen, actiën en crediten erven met uitzondering van het huisraad en de inboedel. Als Ariaentge eerst sterft zonder kinderen na te laten, dan zal "haren man gehouden sijn te scheijden van de eene helft van alle boedel ende goederen, actiën ende crediten", waarvan haar vader, die in Oost-Indië verblijft, het vruchtgebruik zal krijgen. Als Lambrecht eerst overlijdt, kinderen nalatende, dan behoeft aan hen niets te worden
uitgekeerd door Adriaentje. Sterft hij zonder kinderen na te laten "dat alsdan deselve sijne huijsvrouw gehouden sal sijn, terstont naer sijn testateurs overlijden uijt te keeren ende te laeten volgen aen desselfs vaeder ende moeder alle het toebehooren van de winckel, werck ende hout van sijn testateurs neringe van mandemaken". Mocht Lambrecht niet alle bepalingen in acht nemen na haar overlijden, dan zullen de bepalingen van genoemde huwelijkse voorwaarden weer geheel van kracht worden, zo
verklaart Ariaentge tenslotte.
Zij testeren opnieuw en wel op 20 november 1655. Onder andere bij Lambrecht berusten de gelden uit de erfenis van Martijnje Adriaens van Spaendonck, tante van Adriaentje van Spaendonk.
|