Aantekeningen |
- Thonis woont bij zijn eerste huwelijk aan de Oude Delft over de "Halve Maan". Bij zijn latere huwelijken (1601, 1610 en 1614) woont hij aan het Oosteinde en in 1643 bij zijn zoon Huijch aan de Brabantse Turfmarkt. In het huizenprotocol komt hij twee maal voor met de vermelding "Leeuwenpoort Vooromme" een éénmaal als "mandemaecker, Verwersdijk".
Theunis Philipsz. werd in februari 1601 ingeschreven als lidmaat van de Nederduits Gereformeerde Kerk. Hij woont dan aan het Oosteinde bij het Leeuwenpoortje.
Aan de hand van de registers op de verpondingen van 1632 kunnen we opmaken dat Thonis Philipsz. Leeuwenhoek, mandenmaker, een aantal malen wordt aangeslagen: "Cromhoutspoort (29 stuivers), noortsij van de poort van de Vest naet water (36 stuivers), idem (2 gulden), aen straet (5 gulden), Oosteinde O.Z. (5 gulden)". In 1638 wordt hij voor haardstedegeld aangeslagen voor 2 gulden aan de oostzijde van het Oosteinde.
Thonis Philipsz, testeert op 2 april 1643. Het testament wordt opgemaakt in het huis van zijn zoon Huijch aan de Brabantse Turfmarkt, bij wie hij woont. Thonis is ziekelijk van lichaam, wezende "cranck van jichte". Zijn zoon Huijch, of bij vooroverlijden diens kind of kinderen, wordt tot generaal erfgenaam aangewezen, terwijl de vier kinderen van zijn overleden zoon Philips, geprocreëerd bij Margrieta van den Berch te zamen erven 4.000 carolus guldens. Huijch zal deze 4.000 carolus guldens binnen drie maanden na het overlijden moeten uitkeren aan de administrerende voogd, te weten Johan van den Berch, die het geld moet beleggen en wanneer de kinderen meerderjarig zijn of gaan trouwen het geld met de rente aan hen uitkeren. Als voogden worden benoemd Huijch Leeuwenhoeck, Johan Jacobsz. van den Berch en Simon Elsevier, broer en zwager van Margrieta van den Berch.
|