Aantekeningen |
- Ook: van Leeuwenhoek
In het huizenprotocol komt zij voor aan het Marktveld, de Susterslaan en de Pieterstraat.
Margareta en Michiel testeren op 19 februari 1702 voor notaris Adriaan Leeuwenhoek in diens huis. Ze wonen aan de westzijde van het Marktveld en zijn in de 200ste penning beneden de 4.000 gulden gequotiseerd. Ze benoemen elkaar tot universele erfgenaam onder de conditie dat de langstlevende de kinderen die er zijn en mogelijk nog zullen komen zal opvoeden, een handwerk laten leren etc. en bij huwelijk of meerderjarigheid aan elk zal uitkeren een bedrag van 50 carolus guldens van 20 stuivers het stuk. Indien er geen kinderen zijn zal de boedel na het overlijden van de langstlevende (die gedurende diens of dier leven eerst alles erft) voor de helft naar de ene en voor de andere helft naar de andere kant gaan.
Op 4 juli 1716 koopt Margareta Leeuwenhoek, weduwe van Michiel van Hassel, van Cornelis van der Sleijden een huis en erf gelegen aan de zuidzijde van het Marktveld, belend ten oosten Jan de Wan en ten westen de weduwe van Willem Sloting.140 Het huis is belast met een rente van twee stuivers en drie penningen per jaar die voor rekening van de koopster komen. De koopsom bedraagt 640 gulden, waarvan 200 gulden met een schuldbrief wordt voldaan.
Op 9 december 1745 wordt de boedel van Margaretha Leeuwenhoek, wed. van Michiel van Hasselt, wonende te Delft, door de voogden Thomas Valensis, meester glazenmaker, en Adriaen Romeijn, stads-roeper, opgemaakt ten behoeve van haar kind en kleinkinderen en verdere erfgenamen ab intestato. Hieronder de helft van een graf op het koor van de Nieuwe Kerk in Delft, waarvan het grafbriefje berust bij juffrouw Johanna den Appel. Tegenover de aanwezige goederen (beperkt van omvang, enige klederen, meubilair e.d.) die voor memorie worden opgenomen, staat aan lasten in totaal een bedrag van 277 gulden en 5 stuivers. De boedel wordt door notaris Simon van der Sleijden beschreven op aangeven van juffrouw Johanna van Hasselt, wed. van Aalbregt Aalbregts Cool, dochter van Margaretha.
De inventaris is gemaakt op 24 januari 1744 en "eijndelijk geresumeerende" op 9 december 1745.
|