Aantekeningen |
- Ook: Groenevelt
Reijnier Cornelis is de stamvader van stam F, zoals benoemd door de Naamsvereniging Groeneveld.
zie http://www.naamsvereniging-groeneveld.nl/
Uit een artikel in GroeneveldContact, nummer 60, december 2008:
Reinier wordt genoemd als jongeman van Ottoland. Zijn vader, Cornelis Groeneveld, komt vermoedelijk eveneens uit Ottoland. Verdere gegevens ontbreken nog. Het onderzoek ter plaatse wordt sterk bemoeilijkt vanwege een aantal cruciale branden in het verleden, waaronder de grote brand in 1986, die verscheidene archieven in Ottoland heeft venietigd.
Hij komt voor het eerst in beeld op een ondertrouwakte en een trouwakte van Nieuwpoort uit 1642. Deze luiden als volgt:
"Reinier Cornelisz (Groenevelt), jongeman van Ottoland, wonende te Nieupoort, otr./tr. 22-6/6-7-1642 Sijken Hendricks (ter Beeck), jongedochter van Hermelen." (Waarschijnlijk wordt hier de plaats Harmelen bedoeld; de achternamen zijn tussen haakjes geplaatst, omdat ze niet in de trouwakte worden genoemd, maar wel bij het dopen van sommige kinderen.)
Reinier was van beroep brouwer en werd later schepen van Nieuwpoort. Sijken was de dochter van burgemeester Hendrick Hendricks(e) ter Beeck van Nieuwpoort. Nieuwpoort en Ottoland zijn beide gelegen in de Albrandswaard in de provincie Zuid-Holland.
Reinier wordt in Nieuwpoort nog eenmaal vermeld in 1656. In dat jaar verklaarden Matthijs Claesz. Velthuyse, burgemeester, Reinier Cornelisz. Groenevelt en Johan van Loccus, schepenen van de Stede Nieupoort schriftelijk, dat in een ordonnantie berustende bij de heer Jacob van Gramberingen, baljuw en rentmeester van de Baronie van Liesveld een bepaling stond, dat Nieuwpoortse schuitenvoerders geen onvrije personen van Schoonhoven naar Nieuwpoort mochten varen zonder de veerman te betalen. (Bron: Oud Archief Nieuwpoort nr. 330, gemeentehuis Liesveld)
Op 30-12-1658 brak de dijk bij Hardinxveld door en kwam de Alblasserwaard tijdelijk blank te staan. Op 11-03-1663 kwam de gehele Albrandswaard wederom en wel gedurende een heel jaar onder water te staan.
Het gezin is tussen 1656 (geboorte dochter Christina) en 1665 (eerste vermelding in Veenendaal) verhuisd van Nieuwpoort naar Veenendaal, mogelijk na de overstromingen van 1658 of 1663.
Wij zullen nooit precies weten waarom Reinier met zijn gezin verhuisde naar Veenendaal, maar als het gezin groot gevaar loopt en een brouwer geen gronstoffen meer aangeleverd krijgt om te brouwen waardoor err geen middel van bestaan meer is, handelt hij juist als hij zijn gezin in veiligheid brengt en zijn nering naar elders verplaatst.
Reinier wordt in Veenendaal voor het eerst genoemd in het register van de haardstedengelden van 1665. De Staten van Utrecht hadden eerder bepaald, dat iedere eigenaar of gebruiker van een haardstede, schoorsteen en/of oven per jaar een bijdrage diende te betalen van twee gulden en dus moesten de bestuurders van Veenendaal een overzicht maken van deze eigenaars en gebruikers. Het eerste overzicht werd gemaakt op 24-10-1665 en daarin wordt Reinier vermeld als eigenaar/gebruiker/aanwijzer van 5 haardsteden. Hij moest dus per jaar tien gulden betalen. In het register wordt Reinier genoemd als brouwer en in latere documenten wordt hij omschreven als een welgesteld en invloedrijk man van Nieuwpoort. Het gezin woont dan "Van den Berendans aff tot de Brede brugh toe in de Bovenste Middelbuurt".
In 1966 is Reinier Groenevelt, oud-ouderling en kerkmeester van de Nederlands Gereformeerde Kerk van Veenendaal, een van de ondertekenaars van een verklaring door het kerkbestuuropgesteld ten behyoeve van ene Theodorus Brinckhuijs, met betrekking tot diens stichtelijke teraardebestelling. De verklaring behelst mede het bijzetten in een graf in de kerk. (Bron: Uit de geschiedenis van de Hervormde Gemeente van Veenendaal, blz. 20, door J. van Barneveld en H. Diepenveen.)
Een akte uit 1668 te Veenendaal bevat een schuldbekentenis door Reynier Cornelissen van Groenevelt en anderen jegens Willem Jansz. Buddingh. In 1670 heeft de brouwer Reinier zich waarschijnlijk ingekocht bij de lokale bierbrouwer Jan van Broeckhuijsen.
Alle manlijke personen uit Veenendaal worden in een verordening uit 1672 opgeroepen zich te melden door de dreiging van de Fransen in die periode. De mannen die in Stichts Veenendaal en omgeving wonen, worden opgeroepen om aan te monsteren. Zij dienen op te geven welk wapen zij in bezit hebben. De personen worden per buurt genoteerd. Zo volgen de Bovenbuurt, Bovenste Middelbuurt, Benedenste Middelbuurt, Benedenbuurt, Achterberg, Elst, Remmerden, personen van den Stenen Kamer tot den Dijk en van het Laar tot de Grebbe. Uitgezonderd zijn de oude en zieke personen. Zij moeten een schriftelijke verklaring overleggen. Van de Mennonieten wordt een aparte lijst aangelegd. Zij bezitten geen wapens.
Reinier en zijn zoon Hendrik wonen dan in de Bovenste Middelbuurt. Van Reinier wordt vermeld, dat hij een "pieck, rappier ende draeghbant" heeft. Hendrik wordt vermeld als soldaat. Blijkbaar woonde zoon Cornelis in de Benedenste Middelbuurt, maar achter zijn naam staat "vertrokken". Dus was hij in 1672 blijkbaar al verhuisd.
In 1671 komt in Veenendaal een vrouw van enige vernaardheid wonen, Sybille van Griethuysen, geboren te Buren in 1621, dochter van een glazenmaker. Zij genoot een zeer goede opvoeding. Zij was bevriend met een latere hofdame van de Keurvorstin van Brandenburg en trouwt in 1638 met Upke Hermansz. Wytzema, een apotheker. Zij vestigen zich in mei 1644 in Kollum en later in Appingedam. Zij is een begaafde, geleerde vrouw, die de Latijnse en Spaanse taal beheerst. Haar devies is dan ook "Yo y el tiempo para dos otros", ofwel "ik en de tijd tegen twee andere". (Bron: Dr. J.A. Worp, Sybille van Griethuysen, in Oud-Holland 3 (1885).) Zij wordt hooglijk geëerd door veel Friese geleerden, dichters en theologen en krijgt contact met Constantijn Huijgens (de Muiderkring) met wie zij enige tijd correspondeert. In haar publicaties stelde zij diverse misstanden in Appingedam aan de kaak, wat haar in die plaats ernstige moeilijkheden heeft bezorgd.
Sybilles enig overgebleven dochter, Anna Maria Wytzema, trouwt met ds. Hermannus Essenius en hun zoon, Andreas Essenius, een chirurgijn, woont ook in Veenendaal (Bron: Ds. E. Syperda: Sybille van Griethuysen en haar Damster jaren 1644-1655 (Appingedam 1936).) Daarin is haar portret opgenomen (zie afbeelding bij Sybille).
Reijnier Cornelis Groenevelt, rijke en invloedrijke weduwnaar van Sijken ter Beeck, wonende te Veenendaal, otr./tr. 2-8/16-8-1674 te Veenendaal Sybille van Griethuijsen, weduwe van Uppe Wytzema.
In de leggers van morgentalen der Gelderse en Stichtse venen vonden wij een aantal grondtransacties waarbij Reinier wordt genoemd. Het gaat om deel I (1618-1722), blz. 27 (45U-45V), 51 (10V) en 52 (12V). Daaruit blijkt, dat Reinier op 08-11-1670 stukken land koopt van Jan van Broeckhuijsen (7 morgen) en van Jelis de Ridder (1 morgen). Een morgen is een oude oppervlaktemaat: deze 8 morgen is ongeveer 7 hectare. Het stuk land van 1 morgen wordt op 28-09-1683 op naam gezet van Sybille en bij meting op 01-10-1683 van het stuk land van 7 morgen blijkt, dat Reinier ca. 0,2 hectare meer heeft gekocht dan hij dacht.
Na het overlijden van Reinier komen beide stukken land op naam van Sybilles kleinzoon, Andreas Essenius, te staan op 11-09-1691.
In de Veenregisters Rhenen/Veenendaal wordt Reynier Groenevelt vermeld als geërffde, buurmeester, bovenste Middelbuurt Rhenens.
In het register van eigenaren van graven in de Nederlands Hervormde Kerk van Veenendaal staat het volgende vermeld:
35. Reijnier Groeneveldt. Is jegenwoordich noch Eijgenaer Reijnier Groenevlt met sijne kinderen, ende aeromme indier voegen op sijn (ver)soeck verboeckt en gestelt de 20en Fe(bruarij) 1690.
Op 27-03-1691 overlijdt Reinier Groenevelt te Veenendaal en hij wordt in zijn graf, nummer 35, in de Nederlands Hervormde Kerk van Veenendaal bijgezet op 2 april 1691.
'Vermits 't o(ver)lijden van Reijnier Groenevelt, is desselffs portie vande (voorseits) graffstede mede (ver)boeckt en gestelt op sijne 5 naergelatene kinderen met namen Cornelis, Hendrick, Christina, Elisabeth, en Clara Groenevelt, en dat op 't (ver)soeck en in presentie van den voorn(oemde) Corn(elis) Groenevelt op de l Ten Decem(ber) 1691. Als hebbende de Huijsvrouw van Roeloff Lambertsz van Hardevelt (ver)claert, dat de wed(uw)e van Reijnier Groenevelt, tottet haeren van de welcke expres uijtgesonden was, gesijt hadde daer aen niets te hebben te pretenderen'.
Noot: 'Dese graffstede voor de helffte op Andries Theunis wiens grootmoeder Sibilla van Griethuijsen wed(uw)e van
Reijnier van Groenevelt (ende) sulcx op sijn versoeck en(de) in presentie van Cornelis Groenevelt gedaen den 17. Janu(arij)
1710'. (Opm.: met Andries Theunis wordt waarschijnlijk Andreas Essenius bedoeld.)
Zoals blijkt uit bovenstaande tekst is op 17 december 1691 bepaald, dat ook Reinier's dan nog levende kinderen ook t.z.t. in hetzelfde graf zullen worden bijgezet en inderdaad staan in het naamregister van de graven zowel Reijnier, Christina, Clara, Cornelis, Elisabeth, Hendrick, alsmede Sybille genoemd als zijnde bijgezet in graf nummer 35.
Sybille van Griethuysen sterft in 1699. Of zij zich in Veenendaal erg thuis gevoeld heeft valt te betwijfelen. Personen van gelijk niveau kan zij hier nauwelijks hebben ontmoet.
De graven werden bij een grondige verbouwing, onder andere in verband met het aanleggen van verwarming, in de jaren 1960 geruimd en de stenen zijn vernietigd.
De naam Groeneveld leeft in Veenendaal nog door in de straatnaam Groeneveldselaan in Engelenburg/Het Ambacht. Het Raadsbesluit van 23/5/1933 vermeldt hierover: "De Groeneveldselaan is naar alle waarschijnlijkheid ontleend aan de naam van een perceel groen, gelegen in de huidige wijk Het Ambacht en het sportcomplex De Groene Velden. Op topografische kaarten uit het begin van de twintigste eeuw is de loop van de Groeneveldselaan te zien tot ongeveer waar de laan nu de Industrielaan en Wageningselaan kruist". In het raadsbesluit werd de loop omschreven "vanaf den spoorwegovergang in noordelijke richting". Een einde werd dus niet aangegeven; dat ligt nu bij de Groeneveldsebrug. Bij raadsbesluit van 7 juni 1984 werd de scheiding tussen Groeneveldselaan en Brinkersteeg exact (en volgens tekening) bepaald.
Het laatste nieuws van de Gemeente Veenendaal is dat de straatnaam inderdaad is ontleend aan Reinier Groeneveld en of nazaten. Het huidige omschreven gebied was ten tijde van Reinier de Bovenste Middelbuurt.
|