Aantekeningen |
- Alphen. Rechterlijk archief, protocollen, inv. nr. 43, folio 149v, 12-04-1790:
REGEST: Hendrik van Zwieten en Catharina Pooy, echtelieden, wonende alhier, zijn schuldig aan Jan van der Snoek, wonende in Boskoop, Maartje van Klaveren, laatst weduwe van Willem van Zwieten, Claas van Zwieten, Antje van Zwieten en Lijsje van Zwieten, wonende alhier, een bedrag van 1641 gulden. Hiervan aan Jan van der Snoek 915 gulden wegens een onderhandse obligatie, groot 600 gulden met de interest vanaf 13-02-1786 en 104 gulden schuld.
Mede aan Maartje van Klaveren voornoemd, 500 gulden 10 stuivers geleendgeld op 20-06-1786 mede. Gesteld onderpand: twee huizen etc.
Alphen, Rechterlijk archief, protocollen. inv.nr. 44 folio149, 30-04-1794:
REGEST: Compareerde voor Hericus Hollingerus van Landsbergen, notaris te Oudshoorn op 22 en 27-05-1793, Willem van Klaveren, wonende te Aarlanderveen, Gijsbert Stigter, wonende te Esselikerwoude (Woubrugge), Klaas Stigter, wonende te Nieuwkoop en Jacob Kromwijk en Hendrik van Aalst wonende respectievelijk te Alphen en Esselikerwoude, als voogden over de minderjarige kinderen van Cornelia van Klaveren. Hermanus Vinkeles, wonende te Amsterdam als executeur van het testament van Maartje van Klaveren, samen de enig nagelaten kinderen en kindskinderen van Antje Victorie, weduwe van Klaas van Klaveren. De comparanten samen delen de erfenis van wijlen hun moeder en grootmoeder Antje Victorie volgens testament van 20-08-1780.
Volgens dit testament is toebedeeld aan Maartje van Klaveren en Willem van Zwieten twee percelen wei- en hooiland in de polder achter de Kerk alhier; een perceel groot 2 morgen 100 roeden, strekkend met een boomgaard een schuur uit het Kanaal tot de Alphense wetering (volgens opdracht brief van 08-08-1751) ten zuiden Arij Klaasz Stortenbeker, ten noorden Barend Vergunst. Nog 4 morgen wei- en hooiland, belend (volgens opdracht brief van 12-05-1751) ten oosten en noorden Marcelus Leendertsz, ten westen Jacob Tuijnenbreijer, ten zuiden de Zaanse wetering.
|